Systeemintegratie
Zie hoofdstuk 2.5.18 EMC-conformiteit en hoofdstuk 3.2 EMC,
harmonischen en aardlekbeveiliging voor meer informatie
over EMC.
LET OP
3
3
EMC-STORINGEN
Gebruik afgeschermde kabels voor motor en stuurkabels
en afzonderlijke kabels voor ingangsvermogen,
motorkabels en stuurkabels. Als voedings-, motor- en
stuurkabels niet van elkaar worden gescheiden, kan dit
resulteren in een onbedoelde werking of verminderde
prestaties. De afstand tussen voedings-, motor- en
stuurkabels moet minimaal 200 mm (7,9 inch) bedragen.
3.6 Mechanische planning
3.6.1 Vrije ruimte
Installatie naast elkaar is mogelijk voor alle behuizings-
groottes, behalve bij gebruik van een IP 21/IP 4X/Type 1-
behuizingsset (zie hoofdstuk 3.7 Opties en accessoires).
Horizontale vrije ruimte, IP 20
De behuizingsgroottes A en B met IP 20 kunnen zonder
vrije ruimte naast elkaar worden geplaatst. Hierbij is de
juiste montagevolgorde wel belangrijk. Afbeelding 3.23
toont de juiste montage.
A2
Afbeelding 3.23 Correcte installatie naast elkaar zonder vrije
ruimte
Horizontale vrije ruimte, IP 21-behuizingsset
Bij gebruik van de IP 21-behuizingsset voor behuizings-
grootte A1, A2 of A3 moet u tussen de
frequentieomvormers een vrije ruimte aanhouden van
minimaal 50 mm.
68
VLT
B3
B3
Danfoss A/S © 09/2014 Alle rechten voorbehouden.
®
AQUA Drive FC 202
Verticale vrije ruimte
Voor optimale koelomstandigheden moet u ervoor zorgen
dat de lucht boven en onder de frequentieomvormer vrij
kan circuleren. Zie Afbeelding 3.24.
Afmetingen
behuizing
a [mm]
b [mm]
Afbeelding 3.24 Verticale vrije ruimte
3.6.2 wandmontage
Bij montage op een vlakke wand hebt u geen achterwand
nodig.
Gebruik een achterwand bij montage op een niet vlakke
wand om te zorgen voor voldoende koellucht over het
koellichaam. Gebruik de achterwand alleen bij behuizing
A4, A5, B1, B2, C1 en C2.
A2
a
b
A1*/A2/A3/A4/
B2/B3/B4/
A5/B1
C1/C3
100
200
100
200
C2/C4
225
225
MG20N610