Productoverzicht
2
2
Afbeelding 2.20 Volgorde van uitvoering wanneer 4 gebeurte-
nissen/acties zijn geprogrammeerd
Comparatoren
Comparatoren worden gebruikt om continue variabelen
(uitgangsfrequentie, uitgangsstroom, analoge ingang enz.)
te vergelijken met vast ingestelde waarden.
Par. 13-10
Comparator Operand
Par. 13-12
Comparator Value
Afbeelding 2.21 Comparatoren
Logische regels
Combineer maximaal 3 booleaanse ingangen (TRUE/FALSE-
ingangen) van timers, comparatoren, digitale ingangen,
statusbits en gebeurtenissen die de logische operatoren
AND, OR en NOT gebruiken.
Par. 13-40
Logic Rule Boolean 1
Par. 13-42
Logic Rule Boolean 2
Afbeelding 2.22 Logische regels
De logische regels, timers en comparatoren zijn ook
beschikbaar voor gebruik buiten de SLC-reeks.
Zie hoofdstuk 4.3 Voorbeelden toepassingssetup voor een
voorbeeld van SLC.3
34
VLT
Par. 13-11
Comparator Operator
=
TRUE longer than.
. . .
. . .
Par. 13-41
Par. 13-43
Logic Rule Operator 1
Logic Rule Operator 2
. . .
. . .
. . .
. . .
Par. 13-44
Logic Rule Boolean 3
Danfoss A/S © 09/2014 Alle rechten voorbehouden.
®
AQUA Drive FC 202
2.6.16 STO-functie
De frequentieomvormer is leverbaar met STO-functiona-
liteit via stuurklem 37. STO schakelt de stuurspanning uit
van de vermogenshalfgeleiders van de eindtrap van de
frequentieomvormer. Dit voorkomt dat de spanning wordt
gegenereerd die nodig is om de motor te laten draaien.
Wanneer STO (klem 37) wordt geactiveerd, genereert de
frequentieomvormer een alarm en schakelt de eenheid uit
(trip), waarbij de motor vrijloopt tot stop. Een handmatige
herstart is vereist. De STO-functie is te gebruiken als
noodstop voor de frequentieomvormer. Gebruik de
normale stopfunctie in de normale bedrijfsmodus, wanneer
de STO-functie niet is vereist. Bij gebruik van een automa-
tische herstart moet u ervoor zorgen dat wordt voldaan
aan de vereisten van ISO 12100-2 paragraaf 5.3.2.5.
Aansprakelijkheidsbepalingen
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om ervoor
te zorgen dat het personeel dat de STO-functie installeert
en bedient:
•
de veiligheidsvoorschriften ten aanzien van
veiligheid, gezondheid en ongevallenpreventie
heeft doorgelezen en begrepen;
•
beschikt over een goede kennis van de algemene
en veiligheidsnormen die van toepassing zijn op
de speci eke toepassing.
Onder gebruiker wordt het volgende verstaan:
•
Integrator
•
Operator
•
Servicemonteur
•
Onderhoudsmonteur
Normen
Voor het gebruik van de STO-functie op klem 37 is het
noodzakelijk dat de gebruiker voldoet aan alle veiligheids-
bepalingen, inclusief de relevante wetten, voorschriften en
richtlijnen. De optionele STO-functie voldoet aan de
volgende normen:
•
EN 954-1: 1996 Categorie 3
•
IEC 60204-1: 2005 categorie 0 – ongeregelde stop
•
IEC 61508: 1998 SIL2
•
IEC 61800-5-2: 2007 – STO-functie
•
IEC 62061: 2005 SIL CL2
•
ISO 13849-1: 2006 Categorie 3 PL d
•
ISO 14118: 2000 (EN 1037) – voorkoming van een
onbedoelde start
De hier verstrekte informatie en instructies zijn niet
voldoende voor een juist en veilig gebruik van de STO-
functie. Zie de VLT
voor volledige informatie over STO.
®
Safe Torque O Operating Instructions
MG20N610