Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geavanceerde Bewaking Van Het Minimale Toerental Van Dompelpompen; Voorbeelden Toepassingssetup - Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Toepassingsvoorbeelden
4.2.6 Geavanceerde bewaking van het
minimale toerental van
dompelpompen
Sommige pompen zijn zeer gevoelig voor werken bij lage
toerentallen. Typische redenen hiervoor zijn onvoldoende
koeling of smering bij lage toerentallen.
Bij overbelastingscondities beschermt de frequentieom-
vormer zichzelf door middel van geïntegreerde
4
4
beveiligingsfuncties, waaronder het verlagen van het
toerental. Zo kan de stroombegrenzingsregeling
bijvoorbeeld het toerental verlagen. Dit betekent dat het
toerental in sommige gevallen lager kan worden dan het
toerental dat is ingesteld in 4-11 Motorsnelh. lage begr.
[RPM] en 4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz].
De geavanceerde functie voor bewaking van het minimale
toerental schakelt de frequentieomvormer uit als het
toerental lager wordt dan een bepaalde waarde. Als de
pompmotor of de pomp het in 1-86 Uitsch lg snelh [tpm]
ingestelde toerental niet bereikt binnen de in 1-79 Pump
Start Max Time to Trip ingestelde tijd (het aanlopen duurt
te lang), schakelt de frequentieomvormer uit. De timers
voor 1-71 Startvertraging en 1-79 Pump Start Max Time to
Trip starten op het moment dat het startcommando wordt
gegeven. Dit betekent bijvoorbeeld dat de frequentieom-
vormer nooit zal starten als de waarde in
1-71 Startvertraging hoger is dan of gelijk is aan de waarde
in 1-79 Pump Start Max Time to Trip.
T
1-71 Startvertraging.
1-71
T
1-79 Pump Start Max Time to Trip. Deze tijd is inclusief
1-79
de tijd in T
N
1-86 Uitsch lg snelh [tpm]. Als het toerental tijdens
1-86
normaal bedrijf lager wordt dan deze waarde, schakelt
de frequentieomvormer uit.
1
Normaal bedrijf.
Afbeelding 4.4 Geavanceerde bewaking van het minimale
toerental
104
VLT
N
RPM
1
N
1-86
0
T
T
T
1-79
1-71
.
1-71
Danfoss A/S © 09/2014 Alle rechten voorbehouden.
®
AQUA Drive FC 202

4.3 Voorbeelden toepassingssetup

De voorbeelden in deze sectie zijn bedoeld als een snelle
referentie voor veelgebruikte toepassingen.
De parameterinstellingen zijn gebaseerd op de
standaard regionale instelling (geselecteerd in
0-03 Regionale instellingen).
De parameters die betrekking hebben op de
klemmen en bijbehorende instellingen, worden
naast de tekeningen weergegeven.
Ook de benodigde schakelinstellingen voor de
analoge klemmen A53 of A54 worden
aangegeven.
LET OP
Bij gebruik van de optionele STO-functie kan een
jumperkabel vereist zijn tussen klem 12 (of 13) en klem
37 om de frequentieomvormer te laten werken wanneer
de standaard fabrieksinstellingen worden gebruikt.
MG20N610

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave