Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stuurdraadisolatie; Thermische Motorbeveiliging; Uitgangscontactor; Remfuncties - Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Systeemintegratie

3.4.7 Stuurdraadisolatie

Harmonische interferentie die wordt gegenereerd door de
motorbekabeling, kan stuursignalen in de stuurkabels van
de frequentieomvormer aantasten en leiden tot
stuurfouten. Motorkabels en stuurkabels moeten van elkaar
worden gescheiden. Interferentie-e ecten nemen door
scheiding aanzienlijk af.
De afstand tussen stuurkabels en motorkabels
moet groter zijn dan 200 mm.
Het gebruik van scheidingsstroken is essentieel
bij kleinere scheidingen om koppeling of
overdracht van interferentie te voorkomen.
De afscherming van stuurkabels moet aan beide
zijden op dezelfde manier worden aangesloten
als de afscherming van motorkabels.
Afgeschermde met gedraaide geleiders bieden de
hoogste verzwakking. De afzwakking van het
magnetische veld neemt toe van circa 30 dB met
een enkelvoudige afscherming tot 60 dB met een
dubbele afscherming en tot circa 75 dB als de
geleiders ook gedraaid zijn.

3.4.8 Thermische motorbeveiliging

De frequentieomvormer biedt thermische motorbeveiliging
op diverse manieren:
De koppelbegrenzing beschermt de motor tegen
overbelasting, bij alle toerentallen.
Het minimale toerental begrenst het minimale
bereik van het bedrijfstoerental, bijvoorbeeld
tussen 30 en 50/60 Hz.
Het maximale toerental begrenst de maximale
uitgangssnelheid.
De ingang is beschikbaar voor een externe
thermistor.
Elektronisch thermisch relais (ETR) voor
asynchrone motoren simuleert een bimetaalrelais
op basis van interne metingen. Het ETR meet de
actuele stroom, snelheid en tijd voor het
berekenen van de motortemperatuur en
beschermt de motor tegen oververhitting door
een waarschuwing te genereren of door geen
vermogen meer aan de motor te leveren. De
kenmerken van het ETR vindt u in Afbeelding 3.17.
MG20N610
Design guide
t [s]
2000
1000
600
500
400
300
200
100
60
50
40
30
20
10
Afbeelding 3.17 Kenmerken elektronisch thermisch relais
De X-as toont de verhouding tussen I
nominaal. De Y-as toont de tijd in seconden voordat het
ETR uitschakelt. De curves tonen het karakteristieke
nominale toerental, bij twee keer het nominale toerental
en bij 0,2 keer het nominale toerental.
Bij lagere toerentallen schakelt het ETR uit bij een lagere
warmteontwikkeling vanwege de verminderde koeling van
de motor. Op die manier wordt de motor beschermd tegen
oververhitting, ook bij lage toerentallen. De ETR-functie
berekent de motortemperatuur op basis van de actuele
stroom en het actuele toerental.

3.4.9 Uitgangscontactor

Hoewel dit over het algemeen niet wordt aanbevolen, is
het gebruik van een uitgangscontactor tussen de motor en
de frequentieomvormer niet schadelijk voor de frequentie-
omvormer. Het sluiten van een voorheen geopende
uitgangsschakelaar kan ertoe leiden dat een actieve
frequentieomvormer wordt aangesloten op een gestopte
motor. Hierdoor kan de frequentieomvormer uitschakelen
(trip) en een fout weergeven.

3.4.10 Remfuncties

Gebruik een statische (mechanische) of dynamische rem
om de belasting op de motoras te remmen.

3.4.11 Dynamisch remmen

Dynamische remmen vindt plaats door middel van:
Danfoss A/S © 09/2014 Alle rechten voorbehouden.
1,0
1,2
1,4
1,6
1,8
2,0
Weerstandsrem: Een rem-IGBT zorgt ervoor dat de
overspanning onder een voorgeschreven drempel
blijft door de remenergie van de motor af te
voeren naar de remweerstand.
AC-rem: De remenergie wordt verdeeld in de
motor door de verliescondities in de motor te
3
fOUT = 1 x f M,N
fOUT = 2 x f M,N
fOUT = 0,2 x f M,N
IM
IMN
en I
motor
motor
61
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave