Productoverzicht
geselecteerd, start de frequentieomvormer automatisch
weer op na een spanningstrip. Bij gebruik van een
vliegende start voert de frequentieomvormer voorafgaand
2
2
aan de start een synchronisatie met de motorrotatie uit.
2.5.15 Softstart van de motor
De frequentieomvormer voorziet de motor van de juiste
hoeveelheid stroom om de massatraagheid van de
belasting te overwinnen en de motor op toeren te
brengen. Dit voorkomt dat de maximale netspanning
wordt geschakeld op een stilstaande of traag draaiende
motor, wat een hoge stroom en warmte zou genereren.
Deze interne softstartfunctie beperkt de thermische en
mechanische belasting, verlengt de levensduur van de
motor en voorziet in een stillere werking van het systeem.
2.5.16 Resonantiedemping
Geluid door hoogfrequente motorresonantie kan worden
geëlimineerd door middel van resonantiedemping.
Frequentiedemping kan zowel automatisch als handmatig
worden geselecteerd.
2.5.17 Temperatuurgeregelde ventilatoren
De interne koelventilatoren worden geregeld op basis van
temperatuursensoren in de frequentieomvormer. De
koelventilator werkt vaak niet bij lage belastingen of in de
slaapmodus of in stand-by. De regeling beperkt de ruis,
verhoogt het rendement en verlengt de levensduur van de
ventilator.
2.5.18 EMC-conformiteit
Elektromagnetische interferentie (EMI) of radiofrequente
interferentie (RFI, in geval van radiofrequentie) is interfe-
rentie die een elektrisch circuit kan verstoren vanwege
elektromagnetische inductie of straling vanaf een externe
bron. De frequentieomvormer is ontworpen om te voldoen
aan de EMC-productnorm voor frequentieomvormers, IEC
61800-3, en aan de Europese norm EN 55011. Om te
voldoen aan de emissieniveaus van EN 55011 moet de
motorkabel zijn afgeschermd en correct zijn aangesloten.
Zie hoofdstuk 3.2.2 EMC-testresultaten voor meer informatie
over EMC-prestaties.
2.5.19 Stroommeting op alle drie
motorfasen
De uitgangsstroom naar de motor wordt continu gemeten
op alle 3 fasen om de frequentieomvormer en de motor te
beschermen tegen kortsluiting, aardfouten en faseverlies.
Aardfouten op de uitgang worden meteen gedetecteerd.
Bij verlies van een motorfase stopt de frequentieomvormer
onmiddellijk en geeft hij aan welke fase ontbreekt.
30
®
VLT
AQUA Drive FC 202
2.5.20 Galvanische scheiding van
Alle stuurklemmen en uitgangsrelaisklemmen zijn
galvanisch gescheiden van de netvoeding. Dit betekent dat
het stuurcircuit volledig is beschermd tegen de ingangs-
stroom. De uitgangsrelaisklemmen hebben een eigen
aarding nodig. Deze galvanische scheiding voldoet aan de
strenge eisten voor extra lage spanning (PELV – Protective
Extra Low Voltage).
De galvanische scheiding bestaat uit de volgende
componenten:
2.6 Klantspeci eke toepassingsfuncties
Klantspeci eke toepassingsfuncties zijn de meest gangbare
functies die in de frequentieomvormer worden
geprogrammeerd voor verbeterde systeemprestaties.
Hiervoor is minimale programmering of setup vereist. Het
besef dat deze functies beschikbaar zijn, kan het systeem-
ontwerp helpen optimaliseren en mogelijk de toevoeging
van overbodige componenten of functionaliteit
voorkomen. Zie de programmeerhandleiding voor
instructies over het activeren van deze functies.
2.6.1 Automatische aanpassing
Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) is een
geautomatiseerde testprocedure voor het meten van de
elektrische kenmerken van de motor. De AMA stelt een
nauwkeurig elektronisch model van de motor op. Dit stelt
de frequentieomvormer in staat om optimale prestaties en
rendement te berekenen op basis van de gebruikte motor.
Het uitvoeren van de AMA-procedure maximaliseert tevens
de functie voor automatische energieoptimalisatie van de
frequentieomvormer. De AMA wordt uitgevoerd zonder dat
de motor draait en zonder de belasting van de motor los
te koppelen.
Danfoss A/S © 09/2014 Alle rechten voorbehouden.
stuurklemmen
•
Voeding, inclusief signaalscheiding
•
Gatedriver voor de IGBT's, triggertransformatoren
en optische koppelingen
•
Hall-e ect-uitgangsstroomtransductoren
motorgegevens
MG20N610