Productoverzicht
Overspanningsbeveiliging (OVC)
OVC beperkt de kans op een uitschakeling (trip) van de
frequentieomvormer als gevolg van een overspanning op
2
2
de DC-tussenkring. Dit wordt bereikt door automatisch de
uitlooptijd te verlengen.
LET OP
OVC kan worden geactiveerd voor PM-motoren (PM VVC
+).
Remfuncties
Sluit een remweerstand aan om overtollige remenergie af
te voeren. Het aansluiten van een remweerstand voorkomt
een extreem hoge DC-tussenkringspanning tijdens het
remmen.
Een AC-rem is een alternatief om het remmen te
verbeteren zonder een remweerstand te gebruiken. Deze
functie voorkomt overmagnetisering van de motor
wanneer deze als generator werkt en extra energie opwekt.
Deze functie kan de OVC verbeteren. Door de elektriciteits-
verliezen in de motor te verhogen, kan de OVC-functie het
remkoppel verhogen zonder de overspanningslimiet te
overschrijden.
LET OP
AC-rem is minder e ectief dan dynamisch remmen met
een weerstand.
2.5.3 Detectie ontbrekende motorfase
De functie voor ontbrekende motorfase (4-58 Motorfase-
functie ontbreekt) is standaard ingeschakeld om
beschadiging van de motor in geval van een ontbrekende
motorfase te voorkomen. De standaardinstelling is 1000
ms, maar deze kan worden aangepast voor een snellere
detectie.
2.5.4 Detectie onbalans netfasen
Gebruik bij ernstige onbalans van het net verkort de
levensduur van de motor. De condities worden als ernstig
beschouwd wanneer de motor continu in bedrijf is met
een bijna nominale belasting. Bij de standaardinstelling
schakelt de frequentieomvormer uit (trip) in geval van
onbalans van het net (14-12 Functie bij onbalans netsp.).
2.5.5 Schakelen aan de uitgang
Het toevoegen van een schakelaar aan de uitgang tussen
de motor en de frequentieomvormer is toegestaan. Er
kunnen foutmeldingen worden gegenereerd. Schakel
vliegende start in om een draaiende motor op te vangen.
28
®
VLT
AQUA Drive FC 202
2.5.6 Overbelastingsbeveiliging
Koppelbegrenzing
De koppelbegrenzingsfunctie beschermt de motor tegen
overbelasting, bij alle toerentallen. De koppelbegrenzing is
in te stellen in 4-16 Koppelbegrenzing motormodus of
4-17 Koppelbegrenzing generatormodus, terwijl de instelling
in 14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr. bepaalt hoe lang het
duurt voordat de koppelbegrenzingswaarschuwing een
uitschakeling (trip) veroorzaakt.
Stroomgrens
De piekstroombegrenzing is in te stellen in
4-18 Stroombegr..
Snelheidsbegrenzing
Gebruik de volgende parameters om de lage en hoge
begrenzing voor het bedrijfstoerental in te stellen:
Het bedrijfstoerental kan bijvoorbeeld worden ingesteld op
een bereik van 30 tot 50/60 Hz.
4-19 Max. uitgangsfreq. begrenst de maximale uitgangs-
snelheid van de frequentieomvormer.
ETR
ETR is een elektronische functie die een bimetaalrelais
simuleert op basis van interne metingen. De karakteris-
tieken worden getoond in Afbeelding 2.18.
Spanningslimiet
Om de transistoren en de tussenkringcondensatoren te
beschermen, schakelt de frequentieomvormer uit wanneer
een bepaald hard gecodeerd spanningsniveau is bereikt.
Overtemperatuur
De frequentieomvormer heeft ingebouwde temperatuur-
sensoren en reageert onmiddellijk op kritische waarden op
basis van hard gecodeerde begrenzingen.
2.5.7 Automatische reductie
De frequentieomvormer controleert voortdurend op
kritische niveaus:
Als reactie op een kritisch niveau past de frequentieom-
vormer de schakelfrequentie aan. Bij hoge interne
temperaturen en een laag motortoerental kunnen de
Danfoss A/S © 09/2014 Alle rechten voorbehouden.
•
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of
•
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] en
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM], of
•
4-14 Motor Speed High Limit [Hz]
•
Hoge temperatuur op de stuurkaart of het
koellichaam
•
Hoge motorbelasting
•
Hoge DC-tussenkringspanning
•
Laag motortoerental
MG20N610