Toepassingsvoorbeelden
4.3.6 Bedradingsschema voor pomp met
variabel toerental
Afbeelding 4.12 Bedradingsschema voor pomp met variabel
toerental
4.3.7 Bedradingsschema voor
hoofdpompwisseling
Afbeelding 4.13 Bedradingsschema voor hoofdpompwisseling
Elke pomp moet met behulp van een mechanische
vergrendeling worden aangesloten op 2 contactors (K1/K2
en K3/K4). Thermische relais of andere motorbeveiligings-
apparaten moeten worden toegepast overeenkomstig de
lokale voorschriften en/of individuele eisen.
MG20N610
Design guide
•
•
•
•
•
•
Zie Bedieningshandleiding Uitgebreide en geavanceerde
cascaderegelaaroptie MCO 101/102 VLT
uitgebreide beschrijving van de inbedrijfstelling van
toepassingen met gemengde pompen en een master-
slavecon guratie.
4.3.8 Externe reset na alarm
FC
+24 V
+24 V
D IN
D IN
COM
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
COM
Tabel 4.6 Externe reset na alarm
Danfoss A/S © 09/2014 Alle rechten voorbehouden.
Relais 1 (R1) en Relais 2 (R2) zijn de ingebouwde
relais in de frequentieomvormer.
Wanneer alle relais zijn afgevallen, zal het eerste
ingebouwde relais dat wordt bekrachtigd de
contactor inschakelen voor de pomp die door het
relais wordt bestuurd. Relais 1 schakelt
bijvoorbeeld contactor K1 in, die vervolgens
hoofdpomp wordt.
K1 blokkeert K2 door middel van de mechanische
vergrendeling, wat voorkomt dat het net kan
worden aangesloten op de uitgang van de
frequentieomvormer (via K1).
Een hulpverbreekcontact op K1 voorkomt dat K3
inschakelt.
Relais 2 bestuurt contactor K4 voor de aan/uit-
regeling van de pomp met vast toerental.
Bij een wisseling vallen beide relais af en wordt
Relais 2 bekrachtigd als eerste relais.
®
Functie
5-11 Klem 19
12
digitale ingang
13
* = standaardwaarde
18
Opmerkingen:
19
D IN 37 is optioneel.
20
27
29
32
33
37
50
53
54
55
42
39
4
voor een
Parameters
Instelling
[1] Reset
111
4