Productoverzicht
2.4.2 Regelstructuur met terugkoppeling
Bij een regeling met terugkoppeling kan de frequentieom-
vormer dankzij een interne PID-regelaar de
systeemreferentie en terugkoppelingssignalen gebruiken
om als zelfstandige regeleenheid te werken. Wanneer de
frequentieomvormer zelfstandig werkt op basis van een
Afbeelding 2.12 Blokschema voor een terugkoppelingsregelaar
Denk bijvoorbeeld aan een pomptoepassing waarbij het
toerental van de pomp zodanig wordt geregeld dat de
statische druk in een leiding constant blijft (zie
Afbeelding 2.12). De frequentieomvormer ontvangt een
terugkoppelingssignaal van een sensor in het systeem. Hij
vergelijkt de terugkoppeling met de waarde van een
setpointreferentie en bepaalt of en in hoeverre deze 2
signalen van elkaar verschillen. Vervolgens wordt het
motortoerental aangepast om dit verschil op te he en.
Het gewenste statische-druksetpoint is het referentie-
signaal naar de frequentieomvormer. Een statische-
druksensor meet de actuele statische druk in de leiding en
levert deze in de vorm van een terugkoppelingssignaal
terug aan de frequentieomvormer. Als het terugkoppelings-
signaal hoger is dan de setpointreferentie, zal de
frequentieomvormer het toerental verlagen om de druk te
verlagen. Omgekeerd geldt dat wanneer de leidingdruk
lager is dan de setpointreferentie, de frequentieomvormer
het toerental zal verhogen om de pompdruk te verhogen.
Hoewel de standaardwaarden voor de frequentieomvormer
bij een regeling met terugkoppeling in veel gevallen
aanvaardbare prestaties zal opleveren, kunt u de regeling
van het systeem vaak optimaliseren door een aantal
parameters van de terugkoppelingsregelaar nauwkeurig
aan te passen. Voor deze optimalisatie is Autotuning
beschikbaar.
Andere programmeerbare functies omvatten:
MG20N610
Design guide
regeling met terugkoppeling, kan hij status- en alarmmel-
dingen genereren. Daarnaast bevat hij veel andere
programmeerbare opties voor externe systeembewaking.
•
•
•
2.4.3 Lokale (Hand On) en externe (Auto
On) besturing
De frequentieomvormer kan handmatig worden bestuurd
via het LCP dan wel extern via analoge of digitale
ingangen en een seriële bus.
Actieve referentie en con guratiemodus
De actieve referentie is een lokale referentie of een externe
referentie. Externe referentie is de standaardinstelling.
•
•
•
Danfoss A/S © 09/2014 Alle rechten voorbehouden.
Omgekeerde regeling – het motortoerental
neemt toe wanneer een terugkoppelingssignaal
hoog is.
Startfrequentie – zorgt dat het systeem snel een
bedrijfsstatus bereikt voordat de PID-regelaar de
besturing overneemt.
Ingebouwd laagdoorlaat lter – beperkt ruis in het
terugkoppelingssignaal.
De lokale referentie is te gebruiken in de
handmodus. Om de handmodus in te schakelen,
moet u de parameterinstellingen in parame-
tergroep 0-4* LCP-toetsenbord aanpassen. Zie de
programmeerhandleiding voor meer informatie.
De externe referentie is te gebruiken in de
automodus; dit is de standaardmodus. In de
automodus is het mogelijk om de frequentieom-
vormer te besturen via de digitale ingangen en
diverse seriële interfaces (RS485, USB of een
optionele veldbus).
Afbeelding 2.13 toont welke con guratiemodus
actief is op basis van de geselecteerde actieve
referentie (lokaal of extern).
2
2
23