INgebrUIkNaMe
Menu: INgebrUIkNaMe
VERMOGEN VOLTAGE
In deze menuoptie kunt u aan de aangesloten pomp een sig-
naalsterkte voor de pulsbreedtemodulatie toewijzen. Aan de hand
van het signaal wordt het debiet, het vermogen of het gevraagde
toerental gedefinieerd.
f Houd rekening met de aanwijzingen over het debiet (zie be-
dieningshandleiding van de pomp en hoofdstuk "Technische
gegevens/gegevenstabel" in de bedienings- en installatie-
handleiding van de warmtepomp).
f Houd rekening met de bedieningshandleiding van de
pompfabrikant.
f Stel hier het spanningssignaal in.
UITGANG X 2.10
De warmtepompmanager kan naar een hier aangesloten externe
regeling een 230 V-storingssignaal zenden.
FATAL ERROR
f Stel deze parameter in op AAN, wanneer de storingsuitgang
alleen moet schakelen bij ernstige problemen die een stil-
stand van de warmtepomp veroorzaken.
FOUT ALGEMEEN
f Stel deze parameter in op AAN, wanneer de storingsuitgang
bij alle fouten moet schakelen.
UITGANG X 3.16/X 3.17
In deze menuoptie kunt u de instellingen doorvoeren voor de
pomp die op de uitgang is aangesloten.
WERKING
PWM 0%...100%
n/¹/min
max
min
0
7 12 15
10
A Instelbereik
Het pomptoerental wordt geregeld in verhouding tot het PWM-in-
gangssignaal. Bij een kabelbreuk stopt de pomp.
f Stel deze parameter in op AAN wanneer u een pomp voor
zonnethermie aansluit.
f Houd rekening met de bedieningshandleiding van de
pompfabrikant.
42
| WPM
95
100
PWM %
A
100
PWM 100 %...0 %
n/¹/min
max
min
0
5
10
A Instelbereik
Het pomptoerental wordt omgekeerd evenredig met het PWM-in-
gangssignaal geregeld. Bij een kabelbreuk draait de pomp met
maximaal toerental.
f Stel deze parameter in op AAN wanneer u een verwarmings-
circulatiepomp aansluit.
f Houd rekening met de bedieningshandleiding van de
pompfabrikant.
0-10 V
f Stel deze parameter in op AAN wanneer u een pomp
gebruikt die via een 0-10 V spanningssignaal wordt
aangestuurd.
POMP
f Selecteer hier de pomp die op de uitgang is aangesloten.
U hebt de volgende keuzemogelijkheden:
- Zwembadpomp primair (PRIMAIRE ZWEMBADPOMP)
- Zwembadpomp secundair (SECUNDAIRE ZWEMBADPOMP)
- Bufferpomp (BUFFERPOMP 3) / 4 / 5 / 6)
- Warmwatercirculatiepomp (WARMWATER CIRCULATIEPOMP
2)
- Verwarmingscircuitpomp (VERW-CIRCULATIE-POMP 4 / 5)
VERMOGEN PWM / VERMOGEN VOLTAGE
In deze menuoptie kunt u het vermogen van de aangesloten pomp
instellen. Via het pompvermogen wordt het debiet gedefinieerd.
Houd rekening met de aanwijzingen over het debiet (zie bedie-
ningshandleiding van de pomp en hoofdstuk "Technische gege-
vens/gegevenstabel" in de bedienings- en installatiehandleiding
van de warmtepomp).
f Stel hier het pompvermogen in.
NOODBEDRIJF
Gedrag bij definitief uitschakelen van de warmtepomp na een
defect.
85 88 90
100
PWM %
A
100
www.stiebel-eltron.com