INgebrUIkNaMe
Technische gegevens
13.2 Storingsindicaties op het display
Storingen die in de installatie of in de warmtepomp optreden,
worden aangegeven op het display. Voor de foutopsporing en
analyse van de verwarmingsinstallatie en de warmtepomp kunt
u onder Diagnose alle belangrijke procesgegevens en busdeelne-
mers opvragen en een relaistest uitvoeren.
f Analyseer voor de storingopsporing alle beschikbare para-
meters voordat u de schakelkast van de warmtepomp opent.
Bij alle optredende storingen schakelt de warmtepomp uit. De
rode LED op de IWS knippert gedurende ca. 12 minuten, de stil-
standtijd wordt ingesteld en de betreffende fout wordt in de mel-
dingenlijst geregistreerd.
Als de storingstijd van de IWS en de stilstandtijd verstreken zijn,
start de warmtepomp opnieuw. Ook bij de vorige reset van de
warmtepomp en wanneer het knipperen van de rode LED op de
IWS dooft, start de warmtepomp pas opnieuw nadat de stilstand-
tijd verstreken is.
Bij alle warmtepompen worden de storingsingangen van de IWS
genegeerd. In de normale werking staat altijd 230 V op de sto-
ringsingangen.
Na het uitschakelen van de warmtepomp (regeluitschakeling) en
na het verstrijken van een periode van 10 seconden moet het 230
V-signaal aanwezig zijn. Zo niet, dan knippert de rode LED van de
IWS en verschijnt de fout Groepsstoring.
Aanwijzing
Deze fout wordt in de meldingenlijst geregistreerd. De
installatie wordt uitgeschakeld. 10 min nadat de storing
is verholpen, wordt de weergave op het display gedoofd.
Als er binnen 2 bedrijfsuren 5 warmtepompspecifieke of
hardwarefouten optreden, wordt de installatie perma-
nent uitgeschakeld. Alleen wanneer de fout verholpen
en de IWS gereset werd, kan de warmtepomp opnieuw
worden gestart.
13.3 Warmtepompspecifieke storing of
hardwarestoring
Zie ook hoofdstuk "Meldingen".
13.3.1 Warmtepomp werk niet
Het warmtepomptype is niet correct ingesteld.
f Controleer het warmtepomptype in het menu "DIAGNOSE /
SYSTEEM / WARMTEPOMPTYPE".
f Voer een reset van de installatie uit ("INGEBRUIKNAME /
RESET / SYSTEEM").
f Stel het juiste warmtepomptype in.
De warmtepomp staat in stand-bywerking.
f Schakel de installatie naar programmawerking.
De spertijd is actief; de spertijd wordt aangegeven.
f Wacht totdat de spertijd verstreken is. De warmtepomp start
automatisch opnieuw.
Er is geen warmteaanvraag.
f Controleer de gevraagde en actuele waarden onder de
menuoptie "Info".
Er is eventueel sprake van een verkeerde beveiliging.
www.stiebel-eltron.com
f Zie het hoofdstuk "Technische gegevens/gegevenstabel".
Aanwijzing
De warmtepomp kan pas weer gestart worden, wanneer
de fout verholpen is en een reset van de warmtepomp
uitgevoerd werd (parameter Reset warmtepomp).
Andere parameters die voor de installatieanalyse beschikbaar zijn:
- DIRECTSTART: Alleen onze klantenservice heeft toestemming
om de directe start uit te voeren. Bij de directstart wordt een
controle van de warmtepompcompressor uitgevoerd.
- RELAISTEST: Test van alle relais in de warmtepompmanager.
13.3.2 Het display van de WPM reageert niet op invoeren
- Schakel de warmtepomp spanningsvrij.
- Start het systeem opnieuw.
- Wanneer een ISG geïnstalleerd is, moet de WPM volledig
gestart zijn, voordat u de stroomvoorziening van de ISG weer
herstelt.
14. Technische gegevens
14.1 Gegevens over het energieverbruik
De productgegevens voldoen aan de EU-verordeningen betreffen-
de de richtlijn voor milieuvriendelijke vormgeving van energiege-
relateerde producten (ErP).
Fabrikant
Klasse van de thermostaat (bij inverter-warmtepomp)
Klasse van de thermostaat (bij warmtepomp ON/OFF)
Bijdrage van de thermostaat aan de seizoensafhankelijke
energie-efficiëntie voor kamerverwarming (bij inverter-warm-
tepomp)
Bijdrage van de thermostaat aan de seizoensafhankelijke ener-
gie-efficiëntie voorkamerverwarming (bij warmtepomp ON/
OFF)
14.2 Gegevenstabel
Elektrische gegevens
Verbruik
Schakelvermogen van het relais
Voelerweerstand
Max. belastbaarheid van relaisuitgangen
Nominale stootspanning
Max. totaalbelasting van alle relaisuitgangen
netaansluiting
Uitvoeringen
Beschermingsgraad (IP)
Communicatiesysteem
Aantal automatische cycli
Vervuilingsgraad
Werkwijze
Waarden
Omgevingstemperatuur
WPM
STIEBEL
ELTRON
VI
VII
%
4
%
3,5
WPM
VA
8
A
2
Ω
1000
A
2 (2)
V
4000
A
10 (10)
1/N/PE ~ 230 V 50Hz
IP21
CAN
100000
2
1.B
°C
0...55
WPM |
51