INgebrUIkNaMe
Menu: INSTeLLINgeN
het menu PROGRAMMA'S/ANTILEGIONELLAPROGRAMMA. De hoge
warmwatertemperatuur doodt alle bestaande legionellabacteriën.
Na het bereiken van de hier ingestelde temperatuur wordt de
gevraagde warmwatertemperatuur opnieuw geregeld naar de
waarde die in het menu INSTELLINGEN/WARMWATERTEMPERA-
TUREN is gedefinieerd.
Een grondige antilegionellabehandeling kan pas gebeuren, wan-
neer gegarandeerd is, dat de warmtepompinstallatie de hiervoor
noodzakelijke gevraagde temperatuur bereikt.
De antilegionellabehandeling wordt alleen uitgevoerd, wanneer
de elektrische nood-/bijverwarming aangesloten is, of een WARM-
TEOPWEKKER EXTERN voor het warmwaterbedrijf gedefinieerd
werd. De parameter WW ZELFLEERFUNCTIE moet op UIT staan.
UIT
Er volgt geen antilegionellabehandeling.
GEVRAAGDE TEMP.
In deze menuoptie kunt u de temperatuur instellen voor de anti-
legionellabehandeling. Standaard is de waarde op 60°C ingesteld.
ELEKTRISCHE NAVERWARMING
Bij de elektrische naverwarming wordt de nood-/bijverwarming
naargelang de instelling (parameter BIVALENTIETEMPERATUUR
WW en OND WERKINGSGEBIED WW) voor de warmwaterbereiding
ingeschakeld.
BIVALENTIETEMPERATUUR WW
Bivalentietemperatuur van de warmtepomp voor de warmwa-
terbereiding.
Onder deze buitentemperatuur schakelt de elektrische nood-/
bijverwarming voor de warmwaterbereiding lastafhankelijk bij.
OND WERKINGSGEBIED WW
Onderste werkingsgebied van de warmtepomp voor de warm-
waterbereiding.
Bij een buitentemperatuur onder het ingestelde onderste wer-
kingsgebied voor de warmwaterbereiding wordt de warmtepomp
uitgeschakeld. De elektrische nood-/bijverwarming is alleen voor
de warmwaterbereiding verantwoordelijk.
WARMTEOPWEKKER EXTERN
Wanneer deze functie is geactiveerd, kan geen
circulatiefunctie gebruikt worden.
UIT
f Selecteer deze instelling, wanneer er geen externe warmte-
opwekker in de warmtepompinstallatie is geïnstalleerd.
ONDERSTEUNING
Hierbij ondersteunt de externe warmteopwekker de warmtepomp
onder het bivalentiepunt (parameter BIVALENTIETEMPERATUUR
28
| WPM
WW) tijdens de warmwaterbereiding. Om de externe warmteop-
wekker bij de warmwatervraag bij te schakelen, wordt in deze
instelling de uitgang X2.11 geschakeld.
ALLEEN
Bij deze instelling is de externe warmteopwekker onder het biva-
lentiepunt alleen verantwoordelijk voor het warm water. Om de
externe warmteopwekker bij de warmwatervraag bij te schakelen,
wordt in deze instelling de uitgang X2.11 geschakeld.
ONAFHANKELIJK
Bij deze instelling is alleen de externe warmteopwekker verant-
woordelijk voor de warmwaterbereiding, onafhankelijk van het
bivalentiepunt. Voor het schakelen van de externe warmteopwek-
ker worden bij de warmwatervraag de uitgangen X2.8 en X2.11
geschakeld.
Zodra deze instelling is geselecteerd, moet parameter WARMWA-
TERTRAPPEN op "0" gezet worden, omdat de warmtepomp niet
meer verantwoordelijk is voor de warmwaterbereiding.
BIVALENTIETEMPERATUUR WW
Bivalentietemperatuur (buitentemperatuur) van de warmtepomp
voor de warmwaterbereiding.
Afhankelijk van de ingestelde parameter (ONDERSTEUNING, AL-
LEEN, ONAFHANKELIJK) is de tweede warmteopwekker voor de
warmwaterbereiding verantwoordelijk.
OND WERKINGSGEBIED WW
Onderste werkingsgebied van de warmtepomp voor de warm-
waterbereiding.
Bij een buitentemperatuur onder het ingestelde onderste wer-
kingsgebied voor de warmwaterbereiding wordt de warmtepomp
uitgeschakeld. De tweede warmteopwekker is alleen voor de
warmwaterbereiding verantwoordelijk.
WW PWM
Hier legt u het procentuele aandeel van het vermogen vast waar-
mee de tweede warmteopwekker de warmwaterbereiding uit-
voert.
WW 0-10 V
Hier legt u het procentuele aandeel van het vermogen vast waar-
mee de tweede warmteopwekker de warmwaterbereiding uit-
voert.
CIRCULATIE
Met de circulatiefunctie kan snel warm water op de aftappunten
worden voorzien. De circulatiepomp pompt hiervoor warm water
door de circulatieleiding naar de aftappunten, zodat op de aftap-
punten snel warm water ter beschikking is. Tegelijkertijd koelt de
warmwaterboiler echter af.
www.stiebel-eltron.com