INgebrUIkNaMe
Menu: INgebrUIkNaMe
GEMIDDELD POMPVERMOGEN
Met deze parameter stelt u het gemiddelde debiet en daardoor
het pompvermogen in. Het pompvermogen stijgt niet boven de
hier ingestelde waarde.
MAXIMAAL POMPVERMOGEN
Stel met deze parameters het maximale debiet en daardoor het
pompvermogen in. Het pompvermogen stijgt niet boven de hier
ingestelde waarde.
INSTELBAAR POMPVERMOGEN
Met deze parameter stelt u debiet en daardoor het pompvermogen
in. Het pompvermogen stijgt niet boven de hier ingestelde waarde.
SPREIDINGSREGELING
Met deze parameter kunt u de spreidingsregeling de- of activeren.
GEVRAAGDE WAARDEN
POMPVERMOGEN
In deze menuoptie kunt u het vermogen van de aangesloten pomp
instellen. Via het pompvermogen wordt het debiet gedefinieerd.
Houd rekening met de aanwijzingen over het debiet (zie bedie-
ningshandleiding van de pomp en hoofdstuk "Technische gege-
vens/gegevenstabel" in de bedienings- en installatiehandleiding
van de warmtepomp).
SPREIDING
f Stel hier in hoe groot het temperatuurverschil tussen aan-
voer- en retourvoeler moet zijn.
De warmtepomp houdt het temperatuurverschil constant op de
ingestelde waarde doordat deze het debiet van de circulatiepomp
overeenkomstig aanpast.
BASISINSTELLING
MINIMAAL POMPVERMOGEN
Met deze parameter stelt u het minimale debiet en daardoor het
pompvermogen in. Het pompvermogen daalt niet onder de hier
ingestelde waarde.
Geldt alleen voor de spreidingsregeling:
De periode tot aan het bereiken van de ingestelde spreiding kan
door deze instelling veranderen.
MAXIMAAL POMPVERMOGEN
Stel met deze parameters het maximale debiet en daardoor het
pompvermogen in. Het pompvermogen stijgt niet boven de hier
ingestelde waarde.
www.stiebel-eltron.com
Geldt alleen voor de spreidingsregeling:
De periode tot aan het bereiken van de ingestelde spreiding kan
door deze instelling veranderen.
VERWARMEN
REGELDYNAMIEK
De parameter REGELDYNAMIEK beïnvloedt de afregelsnelheid van
de vermogensregelaar van de warmtepomp.
De vermogensregelaar van de warmtepomp werkt hoofdzakelijk
als integrale regelaar. De regelafwijking (verschil tussen de ac-
tuele temperatuur van het verwarmingscircuit en de gevraagde
temperatuur) wordt in de loop der tijd opgeteld. Het resultaat is
de integraal van de regelafwijking in kelvin-minuten. Bij het be-
reiken van de met deze parameter instelbare schakelwaarde wordt
telkens een vermogenstrap hoger of lager geschakeld.
Voorbeeld: Bij een regelafwijking van 5 K duurt het 10 minuten tot
de schakelwaarde 50 Kmin bereikt is. Dan schakelt de compressor,
of in geval van cascades, de volgende compressortrap in, en de
integraal van de regelafwijking wordt opnieuw op nul gezet.
In normale situaties moet de vooringestelde REGELDYNAMIEK vol-
doende snel en zonder schommelingen werken. Bij snel reage-
rende verwarmingssystemen moet een kleinere waarde ingesteld
worden; bij zeer trage systemen een hogere waarde.
HYSTERESIS
Bij on-/off-warmtepompen met buffervat kunt u hier de inscha-
kelhysteresis voor de warmtepomp instellen.
SPREIDINGSREGELING
Voor de circulatiepomp wordt het debiet door de warmtepomp
automatisch geregeld.
NOMINALE SPREIDING
f Stel hier in hoe groot het temperatuurverschil tussen aan-
voer- en retoursensor zijn moet.
De warmtepomp houdt het temperatuurverschil constant op de
ingestelde waarde, doordat deze het debiet van de circulatiepomp
overeenkomstig aanpast.
MAXIMAAL POMPVERMOGEN
Stel met deze parameters het maximale debiet en daardoor het
pompvermogen in. Het pompvermogen stijgt niet boven de hier
ingestelde waarde. De periode tussen het bereiken van de inge-
stelde spreiding kan door deze instelling veranderen.
STAND-BY POMPVERMOGEN
f Stel hier het minimale pompvermogen van de interne circu-
latiepomp tijdens de stilstandtijd van de warmtepomp in.
Zolang de warmtepomp geen verwarmingsvraag ontvangt, als-
mede tijdens de spertijd en de stilstandtijd draait de pomp met
het hier ingestelde vermogen.
WPM |
37