INgebrUIkNaMe
Menu: INSTeLLINgeN
De stilstandtijd is in de parameter STILSTANDTIJD (in het menu
INGEBRUIKNAME/COMPRESSOR) gedefinieerd.
Het bereiken van deze waarde heeft geen op het display zichtbare
foutmelding tot gevolg.
MAX AANVOERTEMPERATUUR
In menuoptie MAX AANVOERTEMPERATUUR kunt u de tempe-
ratuurwaarde definiëren, bij welke de warmtepomp in de ver-
warmingsmodus uitschakelt. De veiligheidsuitschakeling van de
warmtepomp is gebaseerd op de aanvoertemperatuur.
De stilstandtijd is in de parameter STILSTANDTIJD (in het menu
INGEBRUIKNAME/COMPRESSOR) gedefinieerd.
Het bereiken van deze waarde heeft geen op het display zichtbare
foutmelding tot gevolg.
VASTE-WAARDEWERKING
Info
Wanneer de vaste-waardewerking actief is, is koelbedrijf
niet mogelijk.
On-/off-warmtepompen
In de menuoptie VASTE-WAARDEWERKING kunt u de temperatuur
definiëren waarop de gevraagde temperatuur van het verwar-
mingscircuit constant geregeld moet worden. De buitentempera-
tuur, de ingestelde programmatijden en de zomerwerking hebben
geen invloed.
De vaste-waardewerking heeft uitsluitend betrekking op het re-
gelgedrag van verwarmingscircuit 1.
Gebruik bijvoorbeeld bij installaties die een constante aanvoer-
temperatuur vereisen, bijv. luchtverwarmingsinstallaties.
Inverter-warmtepompen
In de menuoptie VASTE-WAARDEWERKING kunt u de temperatuur
definiëren waarop de gevraagde temperatuur van het verwar-
mingscircuit met ingesteld aanvoeraandeel geregeld moet wor-
den. De buitentemperatuur, de ingestelde programmatijden en
de zomerwerking hebben geen invloed.
De vaste-waardewerking heeft uitsluitend betrekking op het re-
gelgedrag van verwarmingscircuit 1.
Het vermogen voor inverter-warmtepompen kan voor vaste-waar-
dewerking worden ingesteld in het menu INGEBRUIKNAME / COM-
PRESSOR / CONSTANT VERMOGEN.
Gebruik bijvoorbeeld bij installaties die een constante aanvoer-
temperatuur vereisen, bijv. luchtverwarmingsinstallaties.
VERWARMINGSCIRCUIT OPTIM
Bij aangesloten Uponor DEM-WP-module wordt de stooklijn dy-
namisch optimaal aangepast aan de warmtebehoefte van de in-
dividuele ruimtes. De vooringestelde stooklijn wordt tot 50 % van
zijn originele waarde gewijzigd.
De parameter VERWARMINGSCIRCUIT OPTIM wordt alleen weer-
gegeven wanneer de parameter Bufferwerking op UIT ingesteld
www.stiebel-eltron.com
is en bovendien geen mengklepsensor en geen afstandsbediening
FE7 aangesloten is.
De parameter VERWARMINGSCIRCUIT OPTIM kan op de waarde
AAN of UIT worden gezet. De standaardwaarde is UIT. Alleen wan-
neer een Uponor DEM-WP-module wordt aangesloten, mag deze
parameter op AAN gezet worden.
Deze functie heeft uitsluitend effect in de bedrijfsmodi COMFORT-
WERKING, ECO-BEDRIJF en PROGRAMMAWERKING.
VORSTBESCHERMING
In menuoptie VORSTBESCHERMING kunt u de buitentemperatuur
definiëren, bij welke de vorstbeschermingsfunctie inschakelt.
De vorstbeschermingsfunctie verhindert het bevriezen van buislei-
dingen, geopende verwarmingscircuits en verwarmingselementen
evenals de warmtepomp.
Wanneer de vorstbeschermingstemperatuur wordt onderschre-
den, worden de verwarmingscircuitpompen ingeschakeld.
Wanneer de vorstbeschermingstemperatuur wordt overschreden,
worden de circulatiepompen uitgeschakeld.
Materiële schade
Volledig gesloten verwarmingscircuits en verwarmings-
elementen kunnen met de vorstbeschermingsfunctie niet
tegen ijsvorming, beschadigingen en gevolgschade wor-
den beschermd.
f Zorg dat alle verwarmingscircuits licht geopend zijn
en stel de thermostatische kranen minimaal op de
vorstbeschermstand in.
AFSTANDSBEDIENING FE7
Deze menuoptie wordt alleen weergegeven wanneer de afstands-
bediening aangesloten is.
Met de afstandsbediening kunt u de gevraagde kamertemperatuur
voor het verwarmingscircuit 1 met ± 5 °C wijzigen.
De kamersensor meet de actuele kamertemperatuur. De tem-
peratuur wordt in de warmtepompmanager weergegeven. De
gemeten actuele kamertemperatuur beïnvloedt de regeling van
verwarmingscircuit 1.
De afstandsbediening kan alleen worden gebruikt in de PRO-
GRAMMAWERKING.
RUIMTE-INVLOED
In deze menuoptie stelt u in hoe groot de invloed van de buiten-
temperatuur of de huidige kamertemperatuur op de regeling is.
Bij een buitentemperatuurgeleide regeling wordt de kamer af-
hankelijk van de buitentemperatuur en de ingestelde stooklijn
verwarmd.
Bij een kamertemperatuurgeleide regeling wordt de kamer con-
stant verwarmd op de temperatuur die op de afstandsbediening
is ingesteld.
WPM |
23