INgebrUIkNaMe
Menu: INSTeLLINgeN
Ventilatorkoeling
Wanneer deze temperatuur bij het koelen worden bereikt, wordt
de compressor uitgeschakeld. In combinatie met de passieve koe-
ling schakelen ook de bron- en bufferpomp uit.
HYSTERESIS AANVOERTEMP
Wanneer de som van de aanvoertemperatuur en de ingestelde
hysteresis groter is dan de ingestelde gevraagde temperatuur,
dan wordt de compressor ingeschakeld.
GEVRAAGDE KAMERTEMP
De warmtepomp koelt de kamer tot de hier ingestelde kamertem-
peratuur minus een vast ingestelde hysteresis van 2 K.
DYNAMIEK ACTIEF
Zie de beschrijving boven.
DYNAMIEK PASSIEF
Zie de beschrijving boven.
KOELCIRCUIT 1 / 2 / 3 / 4 / 5
KOELTYPE
Hier kunt u vastleggen of het koelcircuit voor één ventilator- of
oppervlaktekoeling gebruikt wordt.
GEVRAAGDE KAMERTEMP
De warmtepomp koelt de kamer tot de hier ingestelde kamertem-
peratuur minus een vast ingestelde hysteresis van 2 K.
STIJGING KOELLIJN
In de menuoptie STIJGING KOELLIJN kunt u voor de koelcircuits
telkens een koellijn instellen.
De gevraagde aanvoertemperatuur wordt berekend uit de koellijn,
de buitentemperatuur en de starttemperatuur.
De minimale aanvoertemperatuur is afhankelijk van de koelwijze
en de aanwezigheid van een buffervat.
Koelwijze
Ventilatorkoeling met buffervat
Ventilatorkoeling zonder buffervat
Oppervlaktekoeling
STARTTEMPERATUUR
De warmtepomp begint met koelen, wanneer de hier ingestelde
kamertemperatuur wordt bereikt.
WEERGAVE KOELCURVE
De in het display weergegeven grafiek toont het huidige verloop
van de koellijn.
www.stiebel-eltron.com
Minimale aanvoertemperatuur
[°C]
11
9
15
ZWEMBAD
Met de zwembadfunctie wordt het zwembadwater via een warm-
tewisselaar tot een instelbare gevraagde temperatuur getempe-
reerd. De op klem X4.12 aangesloten pomp pompt het cv-water
uit een buffervat door de warmtewisselaar. De op klem X4.13
aangesloten pomp pompt het water in het zwembad.
De warmtepomp kan het zwembad ook zonder buffervat verwar-
men. De op klem X4.12 aangesloten pomp pompt het cv-water
door de warmtewisselaar. De op klem X4.13 aangesloten pomp
pompt het water in het zwembad.
ZWEMBAD
f Stel in of de zwembadfunctie moet zijn in- of uitgeschakeld.
AANVRAAG
De zwembadfunctie kan op verschillende manieren worden aan-
gevraagd. Om de opwarming van het zwembad te beginnen, moe-
ten de voorwaarden vervuld en het ZWEMBADPROGRAMMA (in
het menu PROGRAMMA'S) actief zijn.
f Selecteer welke voorwaarde de zwembadfunctie activeert.
230 V-INGANG
De opwarming van het zwembadwater kan via een extern signaal
worden aangevraagd. Zodra op de ingang X4.2 een 230 V-signaal
aanwezig is, begint de opwarming van het zwembadwater.
SENSOR INGANG
Wanneer de door de zwembadsensor X3.5 gemeten temperatuur
de som van geparametreerde gevraagde temperatuur en hyste-
resis niet bereikt, wordt de opwarming van het zwembadwater
gestart.
GEVRAAGDE TEMP.
Met deze parameter kunt u de gevraagde temperatuur voor het
zwembad instellen.
HYSTERESIS
De hier ingestelde waarde geeft aan, vanaf welke temperatuuraf-
wijking ten opzichte van de ingestelde gevraagde temperatuur de
opwarming van het zwembadwater begint.
BUFFERWERKING
Wanneer aan de klem X3.4 een sensor is aangesloten, kan het
zwembad zonder buffervat worden gebruikt. De zwembadsensor
X3.4 is verantwoordelijk voor de in- en uitschakelvoorwaarde van
de warmtepomp.
VASTE WAARDE
In deze menuoptie stelt u de temperatuur in die op de warmte-
wisselaar nodig is om de gevraagde temperatuur in het zwembad
te bereiken.
WPM |
33