INgebrUIkNaMe
Menu: INgebrUIkNaMe
HK POMP 3
WARMWATER CIRCULATIEPOMP
BRONPOMP
WARMWATER LAADPOMPREGELING
VERMOGEN PWM
VERMOGEN VOLTAGE
UITGANG X 2.10
FATAL ERROR
FOUT ALGEMEEN
UITGANG X 3.16
WERKING
PWM 0%...100%
PWM 100 %...0 %
0-10 V
POMP
PRIMAIRE ZWEMBADPOMP
SECUNDAIRE ZWEMBADPOMP
BUFFERPOMP 3
BUFFERPOMP 4
BUFFERPOMP 5
BUFFERPOMP 6
VERW-CIRCULATIE-POMP 4
VERW-CIRCULATIE-POMP 5
VERMOGEN PWM
VERMOGEN VOLTAGE
UITGANG X 3.17
WERKING
PWM 0%...100%
PWM 100 %...0 %
0-10 V
POMP
PRIMAIRE ZWEMBADPOMP
SECUNDAIRE ZWEMBADPOMP
BUFFERPOMP 3
BUFFERPOMP 4
BUFFERPOMP 5
BUFFERPOMP 6
VERW-CIRCULATIE-POMP 4
VERW-CIRCULATIE-POMP 5
VERMOGEN PWM
VERMOGEN VOLTAGE
NOODBEDRIJF
RESET
WARMTEPOMP
MELDINGENLIJST
SYSTEEM
FET
WPE
SENSORAFSTEMMING
ACTUELE AANVOERTEMP. WP
ACTUELE AANVOERTEMP. NHZ
ACTUELE RETOURTEMPERATUUR WP
UPDATE
36
| WPM
BRON
BRONTEMPERATUUR MIN.
Materiële schade
De warmtepomp mag niet gebruikt worden met bron-
temperaturen lager dan – 9 °C.
Bij de instelling UIT vindt geen opvraging plaats over de tempe-
ratuur van de bronsensor.
Als de minimale brontemperatuur niet bereikt wordt, wordt de
compressor uitgeschakeld en wordt de stilstandtijd ingesteld. Na
het verstrijken van de stilstandtijd en als de vaste hysteresis van 2
K wordt overschreden, wordt de compressor opnieuw vrijgegeven.
De bronpomp wordt altijd 30 seconden eerder ingeschakeld voor
de compressor bij warmteaanvraag door de verwarming of start
van het warm water.
Aanwijzing
Na het uitschakelen van de warmtepomp heeft de bron-
pomp een naloop van 60 seconden.
BRONMEDIUM
In deze menuoptie stelt u in met welk bronmedium de warmte-
pomp wordt gebruikt.
ETHYLEENGLYCOL
WATER
GRONDWATERSTATION
MAX. BRONONTTREKKINGSVERMOGEN
Om de warmtebron niet te sterk te belasten, kunt u in deze
menuoptie het maximale vermogen instellen dat uit de warmte-
bron gehaald wordt.
LAADPOMPREGELING
Met deze parameters kan het werkingsgedrag en de aansturing
van de laadpompen gedefinieerd worden.
STAND-BY / VERWARMEN / WARM WATER / KOELEN /
ONTDOOIEN
Voor de laadpompen van deze bedrijfsstanden kunnen de instel-
lingen uitgevoerd worden.
BESTURINGSSOORT
MINIMAAL POMPVERMOGEN
Met deze parameter stelt u het minimale debiet en daardoor het
pompvermogen in. Het pompvermogen daalt niet onder de hier
ingestelde waarde.
www.stiebel-eltron.com