BEDIENING Algemene aanwijzingen BEDIENING f Dit symbool geeft aan dat u iets moet doen. De vereiste han- delingen worden stapsgewijs beschreven. Maateenheden Algemene aanwijzingen Info Tenzij anders wordt vermeld, worden alle maten in mil- Het hoofdstuk "Bediening" is bedoeld voor de gebruiker van het limeter aangegeven.
BEDIENING Toestelbeschrijving Cascaderegeling Info Voor het genereren van warmte is het maximaal mogelijk om 6 Het is niet toegestaan specifieke installatie-instellingen vermogenstrappen aan te sturen. van de regeling te veranderen. De regeling is door uw installateur ingesteld, zodat deze voldoet aan de plaat- De toegelaten maximale configuratie voor de cascaderegeling is selijke omstandigheden van uw woning en uw persoon- afhankelijk van de gebruikte warmtepomptypes.
BEDIENING Bediening Bediening Activeren Wanneer het scrollveld en de toetsvelden langer dan 5 minuten Bedieningselementen niet worden gebruikt, wordt het bedieningspaneel geblokkeerd. WOENSDAG 12JUN 14 10:23 UUR WOENSDAG 12JUN 14 10:23 UUR BUITENTEMPERATUUR 27,0 °C BUITENTEMPERATUUR 27,0 °C Om te activeren a.u.b. 3 ACTUELE WW-TEMPERATUUR 35,0 °C ACTUELE WW-TEMPERATUUR...
BEDIENING Bediening Parameterinvoer Rotatiebeweging Beweeg een vinger met de wijzers van de klok mee over het scrol- Het veranderen van parameters gebeurt door een draaibeweging lveld. Op die manier gaat de selectiemarkering, afhankelijk van de op het scrollveld. Tik op "OK" om de nieuwe waarde op te slaan. opstelling van de menupunten, in de lijst omlaag of naar rechts.
Pagina 7
BEDIENING Bediening Toepassing: tijdens weekendtrips. Info Als achter de werkwijze “SPERTIJD” in het keuzeveld ver- Warmwaterbedrijf schijnt, verwarmt en koelt de warmtepomp niet tijdens De warmwaterbereiding gebeurt volgens het uurprogramma. de spertijd. Indien een tijdprogramma actief is, wordt het water in de warm- De compressor en de interne elektrische naverwarmings- waterboiler volgens de gevraagde comfortwaarde verwarmd.
BEDIENING Bediening Pictogrammen Langs de onderrand van het displayveld bieden pictogrammen informatie over de actuele werking van de warmtepomp. Verwarmingscircuitpomp Bij een werkende verwarmingscircuitpomp wordt het pomppictogram weergegeven. Mengklepcircuitpomp Bij een werkende mengklepcircuitpomp wordt het meng- kleppictogram weergegeven. Opwarmprogramma Dit pictogram wordt weergegeven als het opwarmpro- gramma werkt.
BEDIENING Menustructuur Menustructuur 5.1.1 INFO INSTALLATIE Niveau 3 Nadat u het bedieningspaneel heeft geactiveerd, kunt u met het KAMERTEMP scrollveld andere bedrijfsstanden instellen of gaat u met de me- nutoets naar een niveau vanwaar u naar een speciale toestelpa- GEVRAAGDE TEMP. FE7 °C rameter kunt navigeren.
Pagina 10
BEDIENING Menustructuur Niveau 3 Niveau 3 GEVRAAGDE TEMP. °C GEVRAAGD TOERENTAL HD BIVALENTIETEMPERATUUR HZG °C GEVRAAGD TOERENTAL COMP. Bivalentiepunt verwarming ACTUEEL TOERENTAL COMP INZETGRENS HZG °C VENTILATORVERM. RELATIEF Werkingsgebied van verwarming BIVALENTIETEMPERATUUR WW °C WARMTEHOEVEELHEID Bivalentiepunt warm water VD VERWARMEN DAG INZETGRENS WW °C Warmtehoeveelheid van de compressor in de verwarmingsfunctie...
BEDIENING Menustructuur Niveau 3 Niveau 2 Niveau 3 I-FACTOR AANT. KEREN STARTEN D-FACTOR COMPRESSOR CORR OPENINGSGRAAD EXV OPENINGSGRAAD EXV Menu DIAGNOSE GEVR. OVERVERHIT SG V-HD ACT OVERVERHIT SG V-HD Voor de foutopsporing en analyse van de verwarmingsinstalla- P-FACTOR V-HD tie en de warmtepomp kunt u onder DIAGNOSE alle belangrijke I-FACTOR V-HD procesgegevens en busdeelnemers opvragen en een relaistest D-FACTOR V-HD...
BEDIENING Menustructuur Menu PROGRAMMA'S Niveau 2 Niveau 3 COMPRESSOR Hier kunt u alle tijden voor de verwarmings-, warmwater-, va- kantie- en partywerking instellen, bovendien kan het opwarm- 5.2.1 Foutenlijst programma gestart worden. Niveau 2 Niveau 3 In de storingslijst ziet u een overzicht van de meest recent ge- registreerde fouten van het toestel.
Pagina 13
BEDIENING Menustructuur Nu is het mogelijk drie omschakelparen in te stellen. De drie om- - de gehele week (ma. - zo.) schakelparen worden op het display rechts naast de tijd vermeld. Voor ieder van deze mogelijkheden kunnen drie omschakelparen Een omschakelpaar bestaat uit de begintijd en de eindtijd waarop ingesteld worden.
Pagina 14
BEDIENING Menustructuur verstrijken van deze tijd wordt met een stijging K/dag (parameter OPGELET: In dit programma kunnen er hoge stroomkosten ont- STIJGING PER DAG) opgewarmd tot de maximale sokkeltempera- staan. tuur (parameter MAXIMUMTEMPERATUUR) en wordt gedurende de ingestelde tijd (parameter DUUR MAXIMAALTEMPERATUUR) de maximumtemperatuur aangehouden.
BEDIENING Menustructuur Menu INSTELLINGEN Hier kunt u alle installatiespecifieke parameters voor de verwarmings-, koel- en warmwaterwerking en algemene instellingen zoals de tijd instellen. Info Een aantal menupunten zijn beschermd met een code en kunnen alleen door een installateur bekeken en ingesteld worden. Info Afhankelijk van het aangesloten warmtepomptype worden in de individuele menu's niet alle toestelparameters weergegeven.
Pagina 16
BEDIENING Menustructuur Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 AFSTAND VERWARMINGSCURVE GEVRAAGDE KETELTEMP SPERTIJD EVU ELEKTRISCHE NAVERWARMING BIVALENTIETEMPERATUUR HZG OND WERKINGSGEBIED HZG AANTAL TRAPPEN VERTRAGINGSTIJD WARM WATER WARMWATERTEMPERATUREN COMFORT TEMPERATUUR ECO TEMPERATUUR BASISINSTELLING WARMWATERBEDRIJF VOORRANGSWERKING PARALLELLE WERKING DEEL VOORRANG WARMWATERHYSTERESIS WARMWATERTRAPPEN WARMWATER AUTOMATISCH...
Pagina 17
BEDIENING Menustructuur Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 VENTILATORKOELING GEVRAAGDE AANVOERTEMP. HYSTERESIS AANVOERTEMP GEVRAAGDE KAMERTEMP DYNAMIEK PASSIEF SOLAR SYSTEEM MAX BOILERTEMPERATUUR SOLAR VERSCHIL TEMP www.stiebel-eltron.com WPM 3 |...
BEDIENING Menustructuur 5.4.1 ALGEMEEN De regelafwijking (gevraagde mengkleptemperatuur – actuele mengkleptemperatuur) bedraagt 5 K. De mengklep werkt 5 se- TIJD/DATUM conden en pauzeert daarna 5 seconden, waarna het proces wordt herhaald. Hier kunt u de tijd, het jaar, de maand en de dag instellen. De regelafwijking (gevraagde mengkleptemperatuur –...
Pagina 19
BEDIENING Menustructuur Als u de stooklijn op de warmtepompmanager verplaatst, wordt Voorbeeld van de aanpassing van een stooklijn: bovenaan in het display de berekende gevraagde retour- of aan- Bij een verwarmingsinstallatie is in het tussenseizoen bij een bui- voertemperatuur in functie van de buitentemperatuur en de ge- tentemperatuur tussen 5 °C en 15 °C de temperatuur in het huis vraagde kamertemperatuur weergegeven.
Pagina 20
BEDIENING Menustructuur Als de berekende buitentemperatuur ≥ de ingestelde buitentem- VORSTBESCHERMING peratuur is, schakelen beide verwarmingcircuits (indien voorhan- Om bevriezing van de verwarmingsinstallatie te voorkomen, scha- den) naar zomerbedrijf, terugschakelhysteresis –1 K. kelen de verwarmingscircuitpompen bij de ingestelde vorstbe- Bij regeling met vaste waarde is het zomerbedrijf voor het 1e schermingstemperatuur in;...
Pagina 21
BEDIENING Menustructuur Kamertemperatuurregeling met weersinvloed. Zodra u de parameter op AAN zet, wordt het schakelen van de verwarmingscircuitpomp gestuurd op basis van een vast tempe- Deze regelingswijze biedt twee belangrijke voordelen: ratuurverloop van de buitentemperatuur. Foutief ingestelde stooklijnen worden gecorrigeerd door de ka- De inschakelimpuls voor de verwarmingscircuitpomp is altijd 5 mersensorinvloed K, door de kleinere factor K werkt de regeling minuten.
BEDIENING Menustructuur de bivalentietemperatuur (parameter BIVALENTIETEMPERATUUR Zie onder parameter WARMTEOPWEKKER EXTERN; instelling IN- HZG) afhankelijk van de belasting als laatste trap in de cascade. SCHROEF-VERW ELEMENT en instelling KETEL. De 2e WE regelt op basis van de berekende retourtemperatuur + stooklijnafstand (parameter AFSTAND VERWARMINGSCURVE). GEVRAAGDE KETELTEMP Pas wanneer de temperatuur bereikt wordt, schakelt de 2e WE uit.
Pagina 23
BEDIENING Menustructuur BASISINSTELLING DEEL VOORRANG WARMWATERBEDRIJF Via parameter WARMWATERBEDRIJF zijn er 3 verschillende in- stelmogelijkheden. De voorrangs-, parallelle en de deelvoorrangswerking. VOORRANGSWERKING 1 WP-warmwater-aanvoer 2 WP-warmwater-retour 3 Verwarmingsaanvoer 4 Verwarmingsretour Bij de deelvoorrang blijven alle warmtepompen ingeschakeld of schakelen de voor het WW geprogrammeerde warmtepompen met de warmwatercirculatiepomp en de resterende warmtepompen met de bufferpomp voor de verwarmingsfunctie in.
Pagina 24
BEDIENING Menustructuur wordt de gevraagde warmwatertemperatuur overschreven door te schakelen, wordt in deze instelling de uitgang van de circula- de momenteel actuele warmwatertemperatuur. tiepomp geschakeld. Instelling AAN ALLEEN Zodra de warmtepomp tijdens het warmwaterbedrijf door de Bij deze instelling is de 2e WE onder het bivalentiepunt alleen HD-sensor of de maximale persgastemperatuur uitgeschakeld verantwoordelijk voor het warm water.
Pagina 25
BEDIENING Menustructuur 5.4.4 KOELEN kamertemperatuursensor en vochtsensor aangesloten zijn via een CAN-bus. KOELEN Koelbedrijf met FE 7 AAN / UIT De analoge afstandsbediening met kamertemperatuursensor FE 7 beschikt niet over een dauwpuntbewaking. Bijgevolg kan deze BASISINSTELLING enkel in combinatie met klimaatconsoles of plafondcassettes met condensaatafvoer gebruikt worden.
INSTALLATIE Menustructuur Standaardinstellingen waarde van de nominale aanvoertemperatuur. In een cascade- schakeling schakelen de bron- en bufferpompen 2-n bij in functie De instelparameters voor de regeling van de koeling zijn: van de dynamiek van de passieve koeling. Trap 2: (actieve fase) Standaardin- Instelbereik stelling...
INSTALLATIE Foutmelding Internet Service Gateway (ISG) - de werkwijze veranderen. De afstandsbediening FE 7 beschikt over de volgende bedienings- elementen: - een draaiknop om de gevraagde kamertemperatuur te wijzigen - een draaiknop met de standen Automatische werking Continu nachtbedrijf / Ecowerking Continu dagbedrijf / Comfortwerking De Internet Service Gateway (ISG) is een Ethernet-gateway in de wandbehuizing die in de LAN (lokaal netwerk) geïntegreerd wordt.
11.1 Wandmontage WPMW 3 f Het is niet toegestaan om de bedieningseenheid door gordij- De WPMW 3 is uitsluitend voorzien voor wandmontage. nen en dergelijke af te dekken. f Let erop dat in gemonteerde toestand de achterzijde van de f Voorkom beïnvloeding door externe warmte (bijvoorbeeld...
INSTALLATIE Montage 1 Bedieningseenheid / FEK f ontgrendel de vergrendelhaak die in de opening aan de 2 Wandopbouwbehuizing onderzijde van de wandopbouwbehuizing zit. Druk met een 3 6-polige busstekker schroevendraaier op de vergrendelhaak. De BUS-kabel moet voor de montage 20 tot 30 cm uit de wand 11.3.1 Montageopties steken.
11.4 Elektrische aansluiting Best.nr.: WPKI-HKM E 233603 11.4.1 Algemeen 11.4.2 Elektrische aansluiting WPMW 3 GEVAAR Elektrische schok Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin- De kabeldoorvoeren op de wandbehuizing zijn geschikt voor vaste gen en montage uit conform de nationale en regionale en flexibele elektriciteitskabels met een buitendiameter van 6 mm voorschriften.
Pagina 32
INSTALLATIE Montage 11.4.3 Elektrische aansluiting WPMS 3 Materiële schade Installeer de BUS-kabels, de netaansluitkabels en de sen- sorkabels gescheiden van elkaar. f Bundel de betreffende elektrische kabels met een kabelbin- der in de buurt van de aansluitklemmen. Gebruik hiervoor de meegeleverde kabelbinders.
INSTALLATIE Montage 11.5 Sensormontage Steek de meegeleverde stekkers voor de complete configuratie als volgt op de WPMS 3: Buitentemperatuursensor AFS 2 (inbegrepen in het toebehoren) X11 Zwakstroom WP-aanvoersensor De temperatuursensors zijn zeer belangrijk voor de goede werking Massa van de verwarmingsinstallatie. Schenk daarom goed aandacht WP-retoursensor aan een correcte plaatsing en een goede isolatie van de sensors.
INSTALLATIE Montage 11.8 Internet Service Gateway ISG Sensor weerstandswaarden Met de Internet Service Gateway ISG kan de warmtepomp in het Temperatuur in °C PT 1000-sensor KTY-sensor lokale thuisnetwerk en op afstand via internet benaderd worden. weerstand in Ω weerstand in Ω Sluit de Internet Service Gateway aan op de klemmen H, L en - 30 1250 op klemmenblok X2 van het toestel.
INSTALLATIE Ingebruikname 12. Ingebruikname programma's en temperaturen voor warm water verborgen. De waarden kunnen dan niet geprogrammeerd worden. Alle instellingen van de warmtepompmanager (zie lijst in het Bij een verkeerde initialisatie moeten alle IWS gereset worden, hoofdstuk "Parameters instellen"), de ingebruikname van het dus opnieuw geïnitialiseerd worden.
INSTALLATIE Ingebruikname 12.1 Menu INGEBRUIKNAME 12.1.1 CODE INVOEREN Om parameters te wijzigen, dient u de juiste code van vier tekens Info in te stellen. De code die in de fabriek is geprogrammeerd, is 1 Alle menupunten zijn beschermd met een code en kun- 0 0 0 nen alleen door een installateur worden bekeken en in- gesteld.
INSTALLATIE Ingebruikname 12.1.5 COMPRESSOR het ontdooien gestart wordt, worden de temperaturen van de condensor (vorstbeschermingsensor) en de retourtemperatuur MINIMALE ONTDOOITIJD vergeleken. Als het verschil > 25 K, wordt de warmtepomp uitgeschakeld met Instelbare tijd in minuten voor het ontdooiproces op de IWS. De de fout ONTDOOIEN.
Pagina 38
INSTALLATIE Ingebruikname STILSTANDTIJD BUITENTEMPERATUUR Na het uitschakelen van een warmtepomp wordt een stilstandtijd Stel hier de buitentemperatuur in. ingesteld om de compressor te beschermen. De vooringestelde stilstandtijd van 20 minuten (afhankelijk van het warmtepompty- EENFASE-WERKING pe) mag in normale werking niet minder zijn. Als een verlaging AAN / UIT wegens reparatie- of instelwerkzaamheden vereist is, moet u na deze werkzaamheden in elk geval een terugstelling naar 20 mi-...
INSTALLATIE Ingebruikname 12.1.7 NOODBEDRIJF Gedrag in geval van storing "Fatal Error" in combinatie met nood- bedrijf: De parameter NOODBEDRIJF kan IN of UIT geschakeld worden. Instelling noodbedrijf op AAN: Zodra er zich bij het WP-type met elektrische naverwarming een fatal error voordoet en de warmtepomp uitvalt, wordt automatisch omgeschakeld naar noodbedrijf.
INSTALLATIE Ingebruikname 12.2 Parameters instellen Hier volgt een overzicht van de parameters die worden ingesteld met de bedieningseenheid. Info De waarden in de kolommen "Instelbereik" en "Standaard" verschillen afhankelijk van het aangesloten WP-type en kunnen afwijken van de vermelde waarden. Instelbereik Standaard Installatiewaarde...
Pagina 41
INSTALLATIE Ingebruikname Instelbereik Standaard Installatiewaarde AFSTAND VERWARMINGSCURVE 1 tot 10 GEVRAAGDE KETELTEMP 20 tot 70 °C SPERTIJD EVU UIT / 0 tot 5 Instellingen / Verwarmen / Elektrische naverwarming BIVALENTIETEMPERATUUR HZG -20 tot 40 °C -20 °C OND WERKINGSGEBIED HZG UIT/-20 tot 40 °C -20 °C AANTAL TRAPPEN...
Pagina 42
INSTALLATIE Ingebruikname Instelbereik Standaard Installatiewaarde Instellingen / Koelen / Passieve koeling / OPPERVLAKTEKOELING GEVRAAGDE AANVOERTEMP 7 tot 25 °C 15 °C HYSTERESIS AANVOERTEMP 1 tot 5 K GEVRAAGDE KAMERTEMP 20 tot 30 °C 25 °C DYNAMIEK PASSIEF Instellingen / Koelen / Passieve koeling / Ventilatorkoeling GEVRAAGDE AANVOERTEMP 7 tot 25 °C 15 °C...
INSTALLATIE Instellingen 13. Instellingen 13.2.2 Verwarmingsprogramma verwarmingscircuit 2 Schakeltijdpaar I Schakeltijdpaar II Schakeltijdpaar III 13.1 Standaardinstellingen De warmtepompmanager wordt in de fabriek voorgeprogram- meerd met de volgende standaardinstellingen: Schakeltijden voor verwarmingscircuit 1 en verwarmingscir- cuit 2 (dagbedrijf), alleen het 1e omschakelpaar is voorgeprogrammeerd. Standaard Instelbereik Maandag - vrijdag...
INSTALLATIE Storingen verhelpen 14. Storingen verhelpen WAARSCHUWING elektrische schok f Schakel bij alle werken het toestel spanningsvrij. 14.1 Storingsindicaties op het display Storingen die in de installatie of in de warmtepomp optreden, worden aangegeven op het display. Voor de foutopsporing en analyse van de verwarmingsinstallatie en de warmtepomp kunt u onder Diagnose alle belangrijke procesgegevens en busdeelne- mers opvragen en een relaistest uitvoeren.
INSTALLATIE Storingen verhelpen 14.2 Foutenlijst Foutenlijst voor WP-type 1 en 1* Storingindi- Oorzaak fout Mogelijke oorzaak / oplossing catie LAGEDRUK De lagedruksensor heeft geschakeld; schakelpunt 1,2 bar in verwar- Koelmiddel is ontsnapt, expansieventiel gaat niet open. mingsfunctie (absoluut) binnen 60 seconden. ERR ND-DRUCK In 2 uur compressorwerktijd zijn er 5 fouten opgetreden.
Pagina 46
INSTALLATIE Storingen verhelpen Storingindi- Oorzaak fout Mogelijke oorzaak / oplossing catie BRON MIN De gedefinieerde min. brontemperatuur werd niet gehaald. Controleer en wijzig eventueel de minimale brontemperatuur. Contro- leer het debiet van de bron: controleer de brondimensionering IWS NICHT PAR Warmtepomptype werd niet in de regelaar gedefinieerd.
Pagina 47
INSTALLATIE Storingen verhelpen Storingindicatie Oorzaak fout Mogelijke oorzaak / oplossing ERR T-OLIE IWS Sensorwaarde van de oliecartertemperatuursensor ligt buiten het toege- Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren- laten waardebereik de stekkers. Vervang deze, wanneer ze defect zijn. ERR ND-SENSOR Sensorwaarde van de lagedruksensor ligt buiten het toegelaten waarde- Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren- bereik...
Pagina 48
INSTALLATIE Storingen verhelpen Storingindicatie Oorzaak fout Mogelijke oorzaak / oplossing COMMUNICATIE IWS INV N Weinig relevante communicatieobjecten tussen IWS en inverter werden Inverterfout; controleer de bekabeling en de bijbeho- verschillende keren niet correct overgedragen. rende stekkers. Vervang deze wanneer ze defect zijn. Controleer de voeding van de inverter.
Pagina 49
INSTALLATIE Storingen verhelpen Storingindicatie Oorzaak fout Mogelijke oorzaak / oplossing UITG INV V HD Beveiliging uitgang voor HD-compressor is in werking gesteld. Evt. is de netspanning voor de compressorvoeding te laag of is de netimpedantie van de compressorvoeding te hoog. AFW TOERENTAL Toerentalafwijking compressor tussen de gevraagde waarde en de actuele waarde Frequentieomzetter of compressor werken niet correct.
INSTALLATIE Storingen verhelpen 14.3 Storingmelding sensorbreuk 14.4 Warmtepompspecifieke storing of hardwarestoring Als het toestel een fout registreert, wordt deze door middel van de volgende melding duidelijk zichtbaar weergegeven. Zie ook hoofdstuk Foutenlijst. DINSDAG 25JUN 13 16:27 UUR 14.4.1 De warmtepomp draait niet SENSORBREUK 70 De warmtepomp staat in stand-bywerking.