INgebrUIkNaMe
Menu: PrOgraMMa'S
WARMWATERPROGRAMMA
In menuoptie WARMWATERPROGRAMMAkunt u de tijden bepalen
waarop het warm water tot de gevraagde comfortwaarde ver-
warmd moet worden. Op de tijden tussenin wordt het warm water
tot de gevraagde ECO-waarde verwarmd.
Aanwijzing
De gevraagde waarden kunt u onder menuoptie INSTEL-
LINGEN / WARM WATER / WARMWATERTEMPERATUREN /
COMFORT TEMPERATUUR of ECO TEMPERATUUR instel-
len.
KOELPROGRAMMA
In de menuoptie KOELPROGRAMMA kunt u de tijden vastleggen
waarin tot de GEVRAAGDE KAMERTEMP wordt gekoeld. In de tij-
den ertussen wordt niet gekoeld. De tijden worden individueel
voor de beschikbare koelcircuits vastgelegd.
Aanwijzing
De gevraagde waarden kunt u voor het respectieve koel-
circuit onder de menuoptie INSTELLINGEN/KOELEN/KOEL-
CIRCUIT/GEVRAAGDE KAMERTEMP instellen.
PARTYPROGRAMMA
Aanwijzing
Op het startdisplay wordt de partywerking niet weer-
gegeven.
In menuoptie PARTYPROGRAMMA kunt u de periode waarin de
warmtepomp tot op de comfortemperatuur opwarmt, enkele uren
verlengen. Daarna schakelt de warmtepomp naar de op dat mo-
ment geldende bedrijfsmodus.
Aanwijzing
De gevraagde waarden kunt u onder menuoptie INSTEL-
LINGEN / VERWARMEN / VERWARMINGSCIRCUIT / COM-
FORT TEMPERATUUR of ECO TEMPERATUUR instellen.
VAKANTIEPROGRAMMA
In het vakantieprogramma warmt de warmtepomp voor een vrij
instelbare periode op tot de ECO-temperatuur. De gevraagde
kamertemperatuur wordt tot de ECO-temperatuur verlaagd. De
functie voor vorstbescherming voor de warmwaterbereiding blijft
actief. Daarna schakelt de warmtepomp naar de op dat moment
geldende bedrijfsmodus.
De begindag van de vakantie begint om 0:00. De einddag van de
vakantie eindigt om 24.00.
Het programma kan voor het verstrijken van de ingestelde periode
worden beëindigd door de bedrijfsmodus te wijzigen naar COM-
FORTWERKING of PROGRAMMAWERKING.
OPWARMPROGRAMMA
Gebruik het opwarmprogramma om uw dekvloer met een gede-
finieerd temperatuurprofiel op te warmen/droog te verwarmen.
www.stiebel-eltron.com
Om schade aan het toestel en/of de installatie te vermijden, dient
u rekening te houden met het volgende:
f Voer een hydraulische afstemming van de vloerverwarming
uit.
f Open alle strengen van de vloerverwarming.
Het benodigde verwarmingsvermogen voor het opwarmprogram-
ma van de vloer kan groter zijn dan het dimensioneringsvermogen
van de warmtepomp. De gevraagde aanvoertemperatuur kan bij-
gevolg eventueel niet worden bereikt. Voor storingsvrij opwarmen
/ droogverwarmen adviseren we bijgevolg het gebruik van een
extern mobiel elektrisch verwarmingstoestel.
Wanneer het droogverwarmen met de warmtepomp wordt uit-
gevoerd, moet u de elektrische nood-/bijverwarming activeren.
In de tijd dat het opwarmprogramma actief is, is de bedrijfsmodus
NOODBEDRIJF niet beschikbaar.
Het opwarmen gebeurt gedurende een instelbare tijd met een
instelbaar temperatuurverloop. Na afloop van het opwarmpro-
gramma wisselt de warmtepomp naar de laatst ingestelde be-
drijfsmodus.
Info
In de tijd dat het opwarmprogramma actief is, bereikt de
warmtepomp vaker het maximale vermogen. De ener-
giebehoefte en de geluidssterkte zijn groter dan in de
normale werking.
Materiële schade
Verkeerde instellingen kunnen tot beschadiging van de
warmtepomp of van de dekvloer leiden. Bij brine-wa-
ter-warmtepompen kan de warmtebron bovendien be-
schadigd raken.
f Let op de hierna beschreven verschillen tussen
lucht-water-warmtepompen en brine-water-warm-
tepompen.
Lucht-water-warmtepompen
Door werking tegen de vermogensgrens kan de verdamper door
het hoge koelvermogen regelmatig ontdooien. Wanneer de ver-
warming hydraulisch niet werd afgestemd of wanneer niet alle
verwarmingsbundels geopend zijn, kunnen bij verwarmingscir-
cuittemperaturen onder 25 °C ontdooistoringen optreden. De
reden hiervoor zijn beveiligingsfuncties die moeten voorkomen
dat de condensor bevriest.
Op de ventilator en de luchtgeleiding kan ook bij temperaturen
boven het vriespunt ijsvorming optreden, wat tot lawaai of in ex-
treme gevallen tot het blokkeren van de ventilator kan leiden.
f Wanneer de ventilator geblokkeerd is, stelt u OND WER-
KINGSGEBIED HZG in op een waarde boven de huidige
buitentemperatuur.
f Begrens bij vermogensgeregelde warmtepompen het ver-
warmingsvermogen van de warmtepomp in het menu "IN-
STELLINGEN / STILLE MODUS / REDUCTIE VERMOGEN / VER-
MOGEN" op 75%.
f Stel na het ontdooien van het ijs de parameter OND WER-
KINGSGEBIED HZG weer in op de uitgangswaarde.
f Stel het verwarmingsvermogen van de warmtepomp in het
menu "INSTELLINGEN / STILLE MODUS / REDUCTIE VERMO-
GEN / VERMOGEN" weer in op de uitgangswaarde.
WPM |
15