Storingsmeldingen
Storingsnum-
Gedrag van de installatie
mer op het dis-
play
F.346
Brander op storing
F.348
Brander op storing
F.349
Regelwerking
Brander werkt met beperkt
modulatiebereik.
F.350
Brander op storing
F.351
Brander op storing
F.352
Brander op storing
F.353
Brander geblokkeerd
(vervolg)
Storingsoorzaak
Kalibratiefout ionisatie-
stroom
Gasmodulatieklep
Luchtmassastroom in ven-
tilatoreenheid wordt niet
correct herkend.
Ionisatiestroom niet in het
geldige bereik
Ionisatiestroom niet in het
geldige bereik
Toestelinterne CO-grens-
waarde overschreden
Onvoldoende gastoevoer,
brandervermogen geredu-
ceerd
Storingen oplossen
Maatregel
Gasaansluitdruk controleren.
■
Zeef aan ingangszijde op gas-
combiregelaar op vuil controle-
ren.
Ionisatie-elektrode controleren
■
op vuil.
Afstand van de ionisatie-elektro-
de tot vlambeker controleren (zie
pagina 52).
Toestel ontgrendelen.
Rookgassysteem controleren,
■
evt. rookgashercirculatie verhel-
pen.
Verbindingskabel naar ventilato-
■
reenheid controleren.
Ventilatorwaaier controleren op
■
soepele werking.
Toestel ontgrendelen.
Aansluitkabels naar gascombirege-
laar op schade controleren.
Rookgassysteem op rookgasstu-
wing controleren.
Gascombiregelaar controleren.
Toestel ontgrendelen.
Rookgassysteem op rookgasstu-
wing controleren.
Ionisatie-elektrode en verbindings-
kabel controleren.
Toestel ontgrendelen.
Ionisatie-elektrode en verbindings-
kabel controleren.
Toestel ontgrendelen.
Hele rookgastraject controleren op:
Rookgasrecirculatie
■
lekken
■
rookgasstuwing door waterzak
■
(bij te weinig afschot van het
rookgassysteem)
vernauwing
■
verstopping
■
Indien nodig rookgassysteem repa-
reren.
Toestel ontgrendelen.
Gastoevoer controleren.
Zeef aan ingangszijde op gascom-
biregelaar visueel op vuil controle-
ren.
Toestel ontgrendelen.
87