Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Instructie van de installatiegebruiker
Daartoe behoren ook alle als accessoire ingebouwde
componenten, bijv. afstandsbedieningen. Bovendien
moet de installateur van de installatie wijzen op de ver-
eiste onderhoudswerkzaamheden.
Tapwaterhygiëne
Voor een optimale tapwaterhygiëne warmwatertempe-
raturen < 50 °C vermijden. Bij grotere installaties en
installaties met beperkte watervervanging mag het
warm water niet minder dan 60 °C warm zijn.
Hygiënefunctie
Het tapwater kan gedurende een uur tot een inge-
stelde (hogere) gewenste tapwatertemperatuur ver-
warmd worden.
60
(vervolg)
Activering van de functie zie bedieningshandleiding.
Installatiegebruiker wijzen op in te stellen warmwater-
temperaturen en gevaren door verhoogde uittredetem-
peratuur op de tappunten.