Functiebeschrijving
Toestelfuncties
(vervolg)
Wijziging van de gewenste kamertemperatuur
Bedieningshandleiding
Gereduceerde kamertemperatuur
90
A
C
B
D
Afb. 61
Voorbeeld 2: Verandering van de verlaagde
kamertemperatuur van 5 °C naar 14 °C
A
Aanvoertemperatuur in °C
Buitentemperatuur in °C
B
Gewenste kamertemperatuur in °C
C
CV-pomp "Uit"
D
CV-pomp "Aan"
E
Wijziging van de gewenste gereduceerde kamertem-
peratuur
Bedieningshandleiding
Inclinatie en niveau wijzigen
Voor elk verwarmingscircuit apart in te stellen.
90
3,5
A
+20
Buitentemperatuur in °C
Afb. 62
Steilheid wijzigen
A
Niveau wijzigen (verticale parallelle verschuiving
B
van de stooklijn)
114
-20
E
1,4
B
0,2
-20
Verhoging van de aanvoertemperatuur van de ver-
warmingscircuits bij werking met kamertempera-
tuurbijschakeling
Hoe hoger de waarde, des te groter is de invloed van
de kamertemperatuur op de aanvoertemperatuur van
het verwarmingscircuit.
Parameter kamerinvloedfactor
Verwarmingscircuit
1 (zonder mengklep)
2 (met mengklep)
3 (met mengklep)
4 (met mengklep)
Voorbeeld voor de bepaling van de verhoging van de
aanvoertemperatuur via de waarde van de stooklijn bij
afwijking van de werkelijke kamertemperatuur van de
gewenste kamertemperatuur:
Gewenste kamertemperatuur = 20,0 °C (gew. KT)
■
■
Werkelijke kamertemperatuur = 18,0 °C (werk. KT)
■
Inclinatie stooklijn = 1,4
■
Kamerinvloedfactor = 8 (toestand bij levering)
Bepaling van de verhoging van de aanvoertempe-
ratuur
(Gew. KT - werk. KT) x (1 + inclinatie) x kamerinvloed-
factor/4 = verhoging van de aanvoertemperatuur met
waarde van de stooklijn
(20 - 18) x (1 + 1,4) x 8/4 = 9,6
Verhoging van de aanvoertemperatuur met waarde
van de stooklijn= 9,6 K
Parameter
933.7 (niet wijzigen)
934.7
935.7
936.7