Samenvatting van Inhoud voor Viessmann Vitodens 200-W B2HA
Pagina 1
VIESMANN Montage- en servicehandleiding voor de installateur Vitodens 200-W type B2HA, 49 en 60 kW HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en vloeibaar gas VITODENS 200-W Bewaren a.u.b.! 5817604 NL 11/2018...
Pagina 2
Hete oppervlakken en media kunnen brandwon- king van de installatie in gevaar. den of verbrandingen veroorzaken. Defecte onderdelen moeten door originele Het toestel voor onderhouds- en servicewerk- onderdelen van Viessmann worden vervangen. ■ zaamheden uitschakelen en laten afkoelen. Hete oppervlakken aan de verwarmingsketel, ■...
Pagina 3
Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedge- keurde onderdelen gebruiken. Veiligheidsinstructies voor de werking van de installatie Wat te doen bij een gaslucht...
Pagina 4
Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Gevaar Gelijktijdige werking van de verwarmingsketel met toestellen met luchtafvoer naar de buiten- lucht kan door terugstroming van rookgas levensgevaarlijke vergiftigingen veroorzaken. Vergrendelingsschakeling inbouwen of door geschikte maatregelen voor voldoende aanvoer van verbrandingslucht zorgen.
Pagina 5
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Informatie Verwijdering van de verpakking ............. Symbolen ....................Gebruik conform de regelgeving ............Productinformatie ................... Vitodens 200-W, type B2HA ............... ■ Installatievoorbeelden ................. ■ 2. Montagehandleiding Montagevoorbereiding ................3. Montageverloop Verwarmingsketel plaatsen en aansluitingen monteren ......11 Wandhouder monteren ...............
Pagina 6
Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Reparatie ....................95 Buitentemperatuursensor controleren (regeling voor weersafhanke- ■ lijke werking) ..................95 Keteltemperatuursensoren, Boilertemperatuursensor of aanvoertem- ■ peratuursensor voor open verdeler controleren ......... 96 Rookgastemperatuursensor controleren ..........97 ■ Zekering controleren ................98 ■ Uitbreidingsset mengklep ..............98 ■...
Pagina 7
Informatie Verwijdering van de verpakking Verpakkingsafval volgens de wettelijke bepalingen als afval verwijderen. Symbolen De werkwijze voor eerste inbedrijfstelling, inspectie en Symbool Betekenis onderhoud zijn in het hoofdstuk ”Eerste inbedrijfstel- Verwijzing naar ander document met bijko- ling, inspectie en onderhoud” samengevat en als volgt mende informatie aangeduid: Stap in afbeeldingen:...
Pagina 8
Voor de levering naar andere landen moet een erkend vakbedrijf op eigen initiatief voor toelating in overeenstemming met het nationale recht zorgen. Installatievoorbeelden Om de verwarmingsinstallatie op te stellen zijn er Uitvoerige informatie over installatievoorbeelden: installatievoorbeelden met hydraulische en elektrische www.viessmann-schemes.com aansluitschema's met functiebeschrijving beschikbaar.
Pagina 9
Montagehandleiding Montagevoorbereiding Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen, alle leidingen belastingvrij en spanningsvrij aan- sluiten. Afb. 1 Verwarmingsaanvoer G 1 Condenswaterafvoer ½ Verwarmingsretour G 1 Als aansluitset warmwaterboiler (accessoire) ½ Expansievat G 1 gebruikt wordt Gasaansluiting R Zonder aansluitsets (accessoires) ¾...
Pagina 10
Montagehandleiding Montagevoorbereiding (vervolg) 3. Elektrische aansluitingen voorbereiden. ■ Netaansluitkabel: Flexibele kabel 3 x 1,5 mm De PE-kabel langer uitvoeren dan de actieve kabel L1 en N. Zekering max. 16 A, 230 V~: Kabels voor accessoire: Flexibele pvc-kabel ■ min. 0,75 mm met telkens vereist aantal aders voor externe aansluitingen.
Pagina 11
Montageverloop Verwarmingsketel plaatsen en aansluitingen monteren Wandhouder monteren Opmerking De meegeleverde schroeven en pluggen zijn alleen geschikt voor beton. Bij andere materialen moet bevestigingsmateriaal voor 100 kg draagkracht gebruikt worden. Ø 10 Afb. 2 Referentiepunt bovenkant verwarmingsketel Bovenkant afgewerkte vloer Montagesjabloon (meegeleverd met de verwar- Advies mingsketel)
Pagina 12
Montageverloop Verwarmingsketel plaatsen en aansluitingen… (vervolg) Verwarmingsketel aan de wandhouder hangen en uitlijnen Afb. 3 Opmerking bij stap 4 Verwarmingsketel met een waterpas op de stelschroe- ven verticaal plaatsen. Aansluiting aan verwarmingswaterzijde In combinatie met aansluitset met geïntegreerde open verdeler.
Pagina 13
Opmerking Rookgas-/luchttoevoerleiding aansluiten. Sticker ”Systeemcertificering” en ”Rookgasinstallatie firma Skoberne GmbH” uitsluitend in combinatie met Montagehandleiding rookgassysteem het Viessmann-rookgassysteem van de firma Skobe- rne gebruiken. De ingebruikneming pas uitvoeren wanneer aan de Gevaar volgende voorwaarden is voldaan: Ondichte of verstopte rookgasinstallaties of ■...
Pagina 14
Montageverloop Condenswateraansluiting 1. Condenswaterleiding zo ver uit de verwarmingske- tel trekken dat er binnen de verwarmingsketel geen onnodige bochten ontstaan. Controleren of de sifon stevig is aangesloten. 2. Condenswaterleiding onder constant afschot en beluchting op de riolering of een neutraliseringsin- stallatie aansluiten.
Pagina 15
Montageverloop Regelingbehuizing openen (vervolg) Afb. 7...
Pagina 16
Montageverloop Elektrische aansluitingen Afb. 8 Draadloze tijdmodule Vitotrol 100, type UTDB (alleen bij regeling voor CV-pomp of ketelcircuitpomp verhoogde werking) Bij aansluiting de brug tussen ”1” en ”L” verwijde- ren. Vitotrol 100, type UTA (alleen bij regeling voor ver- hoogde werking) draadloze ontvanger Vitotrol 100, type UTDB-RF Bij aansluiting de brug tussen ”1”...
Pagina 17
Montageverloop Elektrische aansluitingen (vervolg) Boilertemperatuursensor (zit in de aansluitset van Opmerking bij de aansluiting van accessoi- de warmwaterboiler) KM-BUS-deelnemer (accessoire) Voor de aansluiting van de accessoires de mee- ■ Afstandsbediening Vitotrol 200-A of 300-A geleverde aparte montagehandleidingen respec- ■ Vitocom 100 GSM teren.
Pagina 18
Montageverloop Elektrische aansluitingen (vervolg) Hydraulische aansluiting/aansluitvoorwaar- Instelling op de regeling Instelling op de circulatie- Codeeradres/groep pomp Ext. In Installatie met één ketel 30:0/ketel/2 Aansluiting van de verwarmingscircuits met aansluitset met geïntegreerde open verdeler Advies bij T = 15 K Δ ≙...
Pagina 19
Montageverloop Elektrische aansluitingen (vervolg) Instelling codeeradres E6, E7 Karakte- Waarde codeer- Pompvermogen cir- ristiek adres culatiepomp 40 % 50 % 60 % 70 % 80 % 90 % 100 % Circulatiepomp aan stekker Nominale stroom 2(1) A~ ∼ Nominale spanning 230 V Functie van het aangesloten onderdeel in codeer- adres ”39”...
Pagina 20
Montageverloop Elektrische aansluitingen (vervolg) Stekker Uitbreiding EA1 Potentiaalvrij contact Potentiaalvrij contact (bij aansluiting brug tussen L Uitbreiding EA1 en 1 verwijderen) Parameter/coderingen Parameter/coderingen ”4b:1” in de groep ”Algemeen”/1 ”3A” (DE1), ”3b” (DE2) of ”3C” (DE3) op 2 zetten in ■ ■...
Pagina 21
Montageverloop Elektrische aansluitingen (vervolg) Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorza- ken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet spanningsloos zijn en aan de vereisten van veiligheidsklasse II voldoen. Stekker Uitbreiding EA1 Potentiaalvrij contact Potentiaalvrij contact (bij aansluiting brug tussen L Uitbreiding EA1 en 1 verwijderen) Parameter/coderingen...
Pagina 22
Montageverloop Elektrische aansluitingen (vervolg) Netaansluiting accessoires aan stekker (230 V ~) Opstelling van de verwarmingsketel buiten natte Wanneer het totale stroomverbruik van de installatie ■ ruimten: groter is dan 6 A, moet u via een netschakelaar één of accessoires aan de netzijde op de regeling van de meer uitbreidingen direct op het stroomnet aansluiten verwarmingsketel aansluiten.
Pagina 23
Montageverloop Elektrische aansluitingen (vervolg) Netaansluiting fÖ Gevaar Bij aansluiting van het toestel met flexibele netaan- ■ Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties sluitkabel moet bij het slecht functioneren van de kunnen door elektrische stroom leiden tot ver- trekontlasting gegarandeerd worden dat de stroom- wondingen en materiële schade.
Pagina 24
Montageverloop Elektrische aansluitingen (vervolg) Aansluitkabels installeren Opgelet Aansluitkabels worden beschadigd als ze tegen hete onderdelen liggen. Aansluitkabels installeren en bevestigen zodat de maximaal toegelaten temperaturen ervan niet overschreden worden. Afb. 15 Laagspanningsaansluitingen Communicatiemodule 230V-aansluitingen Leidingafdichting voor netaansluitkabel Interne uitbreiding Stekker voor aansluiting boilertemperatuursensor Basisprintplaat op de kabelboom Bij grotere kabeldiameters (tot...
Pagina 25
Montageverloop Regelingbehuizing sluiten en bedieningsdeel plaatsen 3. 2x Afb. 16 Bedieningseenheid (afzonderlijk verpakt) in de rege- lingsdrager plaatsen. Opmerking De bedieningseenheid kan ook in een wandmontage- sokkel (accessoire) in de buurt van de verwarmingske- tel worden geplaatst. Montagehandleiding wandmontagesokkel...
Pagina 26
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina • • 1. Verwarmingsketel openen....................28 • 2. Verwarmingsinstallatie vullen................... 28 • 3. Verwarmingsketel door spoelen ontluchten..............30 •...
Pagina 27
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie… (vervolg) Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina • 38. Instructie van de installatiegebruiker................49...
Pagina 28
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Verwarmingsketel openen Afb. 17 Verwarmingsinstallatie vullen Vulwater Opgelet Ongeschikt vulwater bevordert afzettingen en Conform DIN EN 1717 met DIN 1988-100 moet het corrosievorming en kan beschadiging aan het verwarmingswater als warmteoverdrachtsmedium voor toestel veroorzaken. de tapwaterverwarming aan vloeistofscategorie ≤ 3 Verwarmingsinstallatie vóór het vullen grondig ■...
Pagina 29
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Verwarmingsinstallatie vullen (vervolg) Toegestane totale hardheid van het vul- en bijvulwater Totaal vermogen Specifiek installatievolume < 20 l/kW 20 l/kW tot < 50 l/kW 50 l/kW ≥ ≥ ≤ 3,0 mol/m (16,8 °dH) 2,0 mol/m (11,2 °dH) <...
Pagina 30
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Verwarmingsinstallatie vullen (vervolg) 4. Ketelvul- en aftapkraan sluiten. Verwarmingsketel door spoelen ontluchten Installatie met één ketel 1. Afsluitkleppen aan de verwarmingswaterzijde slui- ten. 2. Afvoerslang op de ketelvul- en aftapkraan aan- sluiten. 3. Kranen openen. Met netdruk ontluchten tot er geen luchtgeluiden meer hoorbaar zijn.
Pagina 31
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Taalkeuze (indien nodig) - alleen bij regeling… (vervolg) 2. ”Instellingen” Sprache 3. ”Taal” Deutsch ê ç 4. Met / gewenste taal instellen. Bulgarski ê Cesky ê Dansk ê Wählen mit Afb. 21 Tijd en datum instellen (indien nodig) - alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking Bij de eerste inbedrijfstelling of na langdurige stilstand 2.
Pagina 32
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Verwarmingsinstallatie ontluchten (vervolg) Ontluchtingsfunctie activeren Regeling voor weersafhankelijke werking Regeling voor verhoogde werking Service-menu Service-menu 1. OK en gelijktijdig circa 4 s lang indrukken. 1. OK en gelijktijdig circa 4 s lang indrukken. å å 2. ”Servicefuncties” 2.
Pagina 33
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Gastype controleren De verwarmingsketel is uitgerust met een elektroni- 1. Gastype en Wobbe-index bij de leverancier van sche verbrandingsregeling die de brander overeen- gas of vloeibaar gas navragen. komstig de aanwezige gaskwaliteit op een optimale verbranding instelt. 2.
Pagina 34
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Werking en mogelijke storingen Schermweergave Maatregel Warmteaanvraag door re- Gewenste waarde verhogen, geling voor warmteafname zorgen Ventilator start Na ca. 51 s storing F9 Ventilator, verbindingskabels naar de ventilator, voedings- spanning op ventilator en aansturing van de ventilator controleren.
Pagina 35
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Werking en mogelijke storingen (vervolg) Meer gegevens over storingen: zie pagina 84. Rustdruk en aansluitdruk meten Gevaar Werking op vloeibaar gas CO-vorming als gevolg van een verkeerde bran- Tank voor vloeibaar gas bij eerste inbedrijfstelling/ derinstelling kan de gezondheid ernstig in vervanging tweemaal spoelen.
Pagina 36
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Rustdruk en aansluitdruk meten (vervolg) Aansluitdruk (stromingsdruk) Maatregelen Bij aardgas Bij vloeibaar E, E+, M L, LL, S, K onder 13 mbar Onder Onder Onder Onder Geen inbedrijfstelling uitvoeren. (1,3 kPa) 17 mbar 18 mbar 16 mbar 25 mbar Leverancier van (vloeibaar) gas (1,7 kPa)
Pagina 37
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Maximaal vermogen instellen (vervolg) Regeling voor weersafhankelijke werking Regeling voor verhoogde werking Servicemenu Servicemenu 1. OK en ca. 4 s gelijktijdig indrukken. 1. OK en ca. 4 s gelijktijdig indrukken. å å 2. ”Servicefuncties” 2. Met ”...
Pagina 38
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Brander demonteren en branderpakking controleren Afb. 26 1. Netschakelaar op de regeling en de netspanning 6. Schroefverbinding van de gasaansluitbuis los- uitschakelen. draaien. 2. Gasafsluitkraan sluiten en beveiligen. 7. Zes schroeven losmaken en brander verwijde- ren. 3.
Pagina 39
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Vlambeker controleren, indien nodig vervangen D 4x B 3x Afb. 27 1. Elektroden demonteren. 5. Nieuwe vlambeker met nieuwe pakking plaatsen en met vier torxschroeven bevestigen. 2. 3 bevestigingsklemmen aan de isolatiering losmaken. Isolatiering eraf halen. Opmerking Aanhaalmoment: 4,5 Nm 3.
Pagina 40
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Terugstroombeveiliging controleren Afb. 28 1. Drie schroeven losdraaien en ventilator 4. Terugstroombeveiliging demon- weer inbouwen. teren. 5. Ventilator weer monteren en met drie schroe- 2. Terugstroombeveiliging verwijderen. ven bevestigen. Aanhaalmoment: 3,0 Nm 3. Klep en pakking op vervuiling en beschadigingen controleren, indien nodig vervangen.
Pagina 41
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Verwarmingsoppervlakken reinigen Opgelet Krassen op het oppervlak van de warmtewis- selaar dat in aanraking komt met het verwar- mingsgas, kunnen corrosie veroorzaken. Door afborstelen kunnen aanwezige afzettingen in de spiraalgleuven komen vast te zitten. Verwarmingsoppervlakken niet afborstelen. Opgelet Beschadigingen door reinigingswater voorko- Afb.
Pagina 42
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Neutraliseringsinstallatie controleren (indien aanwezig) Membraandrukexpansievat en druk van de installatie controleren Opmerking 3. Water bijvullen tot de vuldruk bij een afgekoelde Membraandrukexpansievat bij koude installatie contro- installatie 0,1 tot 0,2 bar (10 tot 20 kPa) hoger is leren.
Pagina 43
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Verbrandingskwaliteit controleren (vervolg) 3. Minimumvermogen instellen (zie pagina 43). 4. CO -gehalte controleren. Als de waarde meer dan 1 % van het bovengenoemde bereik afwijkt, maat- regelen van pagina 42 nemen. 5. Waarde in protocol opnemen. 6.
Pagina 44
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stooklijnen instellen (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) De stooklijnen tonen het verband tussen de buitentem- Opmerking peratuur en de ketelwater- of aanvoertemperatuur. Als in de verwarmingsinstallatie verwarmingscircuits Vereenvoudigd: hoe lager de buitentemperatuur, hoe met mengklep aanwezig zijn, is de aanvoertempera- hoger de ketelwater- respectievelijk aanvoertempera- tuur voor het verwarmingscircuit zonder mengklep een tuur.
Pagina 45
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stooklijnen instellen (alleen bij regeling voor… (vervolg) Wijziging van de gewenste normale kamertemperatuur Steilheid en niveau wijzigen Gebruiksaanwijzing Voor elk CV-circuit apart in te stellen. Gewenste gereduceerde ruimtetemperatuur Buitentemperatuur in °C Afb. 35 Voorbeeld 2: Wijziging van de gewenste Afb.
Pagina 47
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Indicatie ”Onderhoud” opvragen en terugzetten Nadat in het codeeradres ”21” en ”23” de opgegeven grenswaarden bereikt zijn, knippert de rode storingsin- dicatie. Codeeradres de groep ”Ketel” (Regeling voor weersafhankelijke werking) of Groep 2 (Regeling voor verhoogde werking) Regeling voor weersafhankelijke werking Regeling voor verhoogde werking Weergave...
Pagina 48
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Indicatie ”Onderhoud” opvragen en terugzetten (vervolg) Regeling voor weersafhankelijke werking Regeling voor verhoogde werking Na uitgevoerd onderhoud: Codering terugzetten Servicemenu: Codering ”24:1” in Groep 2 op ”24:0” terugzetten. 1. OK en gelijktijdig ca. 4 s indrukken. å...
Pagina 49
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Instructie van de installatiegebruiker De installateur van de installatie moet de bedienings- handleiding overhandigen aan de gebruiker van de installatie en de bediening uitleggen.
Pagina 50
Codering 1 Codeerniveau 1 oproepen Bij regeling voor weersafhankelijke werking worden ■ de coderingen in volle tekst aangegeven. ■ Coderingen die door de uitvoering van de verwar- mingsinstallatie of instelling van andere coderingen niet relevant zijn, worden niet getoond. Verwarmingsinstallaties met één verwarmingscircuit ■...
Pagina 51
Codering 1 Algemeen/groep ”1” (vervolg) Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Installatieschema 00:1 Installatie-uitvoering 1: 00:2 Installatieschema's zie volgende ta- één verwarmingscircuit zonder bel: mengklep A1 (verwarmingscircuit 00:10 1), zonder tapwaterverwarming waarde Installatie-uit- Beschrijving adres 00: ... voering Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit 1), met tapwa- terverwarming (codering wordt automatisch ingesteld) Eén verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit 2), zonder tapwa- terverwarming...
Pagina 52
Codering 1 Algemeen/groep ”1” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Deelnemersnr. 77:1 LON-deelnemersnummer (alleen 77:2 LON-deelnemersnummer instelbaar bij regeling voor weersafhankelijke tussen 1 en 99: werking) 77:99 1 - 4 = verwarmingsketel 5 = cascade 10 - 97 = Vitotronic 200-H 98 = Vitogate 99 = Vitocom Opmerking...
Pagina 53
Codering 1 Ketel/groep ”2” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Onderhoud brander bedrijfsuren in 100-tallen 21:0 Geen onderhoudsinterval (bedrijfs- 21:1 Aantal bedrijfsuren van de brander uren) ingesteld tot het volgende onderhoud instel- 21:100 baar van 100 tot 10.000 uur ≙ Eén instelstap 100 uur Onderhoudsinterval in maanden...
Pagina 54
Codering 1 Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg) Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Toerentalregeling zonnecircuitpomp 02:... Indicatie afhankelijk van de softwa- 02:0 Zonnecircuitpomp zonder toerental- reversie van de zonneregelings- regeling module SM1 02:1 Met functie golfgroepregeling Niet instellen! 02:2 Zonnecircuitpomp met toerentalre- geling en PWM-aansturing Maximumboilertemperatuur 08:60...
Pagina 55
Codering 1 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Voorrang tapwaterverwarming A2:2 Boilervoorrang op CV-pomp en A2:0 Zonder boilervoorrang op CV-pomp mengklep en mengklep A2:1 Boilervoorrang alleen op mengklep A2:3 Gereduceerde voorrang op meng- klep: aan het verwarmingscircuit A2:15 wordt een gereduceerde warmte- hoeveelheid toegevoerd.
Pagina 56
Codering 1 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Uitgebreide spaarfunctie mengklep A7:0 Zonder spaarfunctie mengklep. A7:1 Met spaarfunctie mengklep (uitge- Alleen bij regeling voor weersaf- breide CV-pomplogica): hankelijke werking en verwar- CV-pomp aanvullend ”UIT”: mingscircuit met mengklep. Als de mengklep langer dan ■...
Pagina 57
Codering 1 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Minimale aanvoertemperatuur verwarmingscircuit C5:20 Elektronische minimumbegrenzing C5:1 Minimumbegrenzing instelbaar van van de aanvoertemperatuur op 1 tot 127 °C (begrensd door ketel- 20 °C (alleen bij regeling voor C5:127 specifieke parameters) weersafhankelijke werking) Max.
Pagina 58
Codering 1 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Partywerking tijdbegrenzing F2:8 Tijdbegrenzing voor partywerking F2:0 Geen tijdbegrenzing voor partywer- of externe omzetting werkingspro- king gramma met knop: 8 uur (alleen bij F2:1 Tijdbegrenzing instelbaar van 1 tot regeling voor weersafhankelijke 12 uur werking)
Pagina 59
Codering 1 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Periode verhoging gewenste aanvoertemperatuur Fb:60 Periode van de verhoging van de Fb:0 Periode instelbaar van 0 tot 240 min gewenste ketelwater- resp. aan- voertemperatuur (zie codeer- Fb:240 adres ”FA”) 60 min. Zie voorbeeld op pagina 125 (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking).
Pagina 60
Codering 2 Codeerniveau 2 oproepen In het codeerniveau 2 zijn alle coderingen bereik- ■ baar. ■ Coderingen die door de uitvoering van de verwar- mingsinstallatie of instelling van andere coderingen niet relevant zijn, worden niet getoond. Het verwarmingscircuit zonder mengklep wordt ■...
Pagina 61
Codering 2 Algemeen/groep ”1” (vervolg) Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 00:1 Installatie-uitvoering 1: 00:2 Installatieschema's zie volgende ta- één verwarmingscircuit zonder bel: mengklep A1 (verwarmingscircuit 00:10 1), zonder tapwaterverwarming waarde Installatie-uit- Beschrijving adres 00: ... voering Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit 1), met tapwa- terverwarming (codering wordt automatisch ingesteld) Eén verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit 2), zonder tapwa- terverwarming...
Pagina 62
Codering 2 Algemeen/groep ”1” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 34:0 Functie uitgang A2 op uitbreiding 34:1 Functie uitgang A2: CV-pomp AM1: Tapwatercirculatiepomp 34:2 Functie uitgang A2: Circulatiepomp voor de boilerverwarming 35:0 Zonder uitbreiding EA1 35:1 Met uitbreiding EA1 (wordt automa- tisch herkend) 36:0 Functie uitgang...
Pagina 64
Codering 2 Algemeen/groep ”1” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 51:2 Installatie met verwarmingswaterbuf- fer: ketelcircuitpomp wordt bij warmte- aanvraag alleen ingeschakeld als de brander draait. 52:0 Zonder aanvoertemperatuursensor 52:1 Met aanvoertemperatuursensor voor voor open verdeler open verdeler (wordt automatisch herkend) 53:1 Functie aansluiting...
Pagina 65
97:2 Regeling zendt buitentemperatuur intern gebruikt (alleen bij regeling naar Vitotronic 200-H voor weersafhankelijke werking) 98:1 Viessmann installatienummer 98:1 Installatienummer instelbaar tussen In combinatie met bewaking van 1 en 5 meerdere installaties via 98:5 Vitocom 300...
Pagina 66
Codering 2 Algemeen/groep ”1” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 9b:70 Gewenste aanvoertemperatuur bij 9b:0 Gewenste aanvoertemperatuur bij externe vraag 70 °C externe vraag instelbaar van 0 tot 9b:127 127 °C (begrensd door ketelspecifie- ke parameters) 9C:20 Bewaking LON-deelnemer 9C:0 Geen bewaking Wanneer een deelnemer niet ant- 9C:5...
Pagina 67
Codering 2 Ketel/groep ”2” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 23:0 Geen tijdsinterval voor branderon- 23:1 Tijdsinterval instelbaar van 1 tot 24 derhoud maanden 23:24 24:0 Geen indicatie ”Onderhoud” op 24:1 Indicatie ”Onderhoud” op het dis- het display play Adres wordt automatisch geacti- veerd, moet na het onderhoud ma- nueel worden teruggezet.
Pagina 68
Codering 2 Warm water/groep ”3” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 59:0 Boilerverwarming: 59:1 Inschakelpunt instelbaar van 1 tot inschakelpunt -2,5 K 10 K onder de gewenste waarde uitschakelpunt +2,5 K 59:10 5b:0 Warmwaterboiler direct op de ver- 5b:1 Warmwaterboiler achter de open warmingsketel aangesloten verdeler aangesloten 5E:0...
Pagina 69
Codering 2 Warm water/groep ”3” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 73:0 Tapwatercirculatiepomp: ”AAN” 73:1 Tijdens het tijdprogramma 1 keer/uur volgens tijdprogramma (alleen bij gedurende 5 min ”AAN” tot 6 regeling voor weersafhankelijke 73:6 keer/uur gedurende 5 min ”AAN” werking) 73:7 Permanent ”AAN”...
Pagina 70
0b:0 Vorstbeschermingsfunctie voor 0b:1 Vorstbeschermingsfunctie voor zon- zonnecircuit uitgeschakeld necircuit ingeschakeld (niet nodig bij Viessmann warmteoverdrachtsmedi- um). 0C:1 Delta-T-controle ingeschakeld 0C:0 Delta-T-controle uitgeschakeld Te gering of geen debiet in het zonnecircuit geregistreerd. 0d:1...
Pagina 71
Codering 2 Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 20:7 Verwarming door zonne-energie via externe warmtewisselaar zonder ex- tra temperatuursensor 20:8 Verwarming door zonne-energie via externe warmtewisselaar met extra temperatuursensor 20:9 Verwarming door zonne-energie van twee warmwaterboilers 22:8 Inschakeltemperatuurverschil bij 22:2 Inschakeltemperatuurverschil instel- verwarmingsondersteuning 8 K...
Pagina 72
Codering 2 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling A0:0 Zonder afstandsbediening A0:1 Met Vitotrol 200-A/200-RF (wordt automatisch herkend) A0:2 Met Vitotrol 300-A/300-RF of Vitocomfort 200 (wordt automatisch herkend) A1:0 Alle op de afstandsbediening mo- A1:1 Op de afstandsbediening kan alleen gelijke instellingen kunnen worden Partywerking worden ingesteld (al-...
Pagina 73
Codering 2 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Opmerking ”Opgelet” bij codering ”A3” respecte- ren. A5:5 Met functie voor CV-pomplogica A5:0 Zonder functie voor CV-pomplogica (spaarschakeling): CV-pomp ”UIT” A5:1 Met functie voor CV-pomplogica: als buitentemperatuur (BT) 1 K ho- CV-pomp ”UIT”...
Pagina 74
Codering 2 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling A9:7 Met pompstilstandtijd: CV- A9:0 Zonder pompstilstandtijd pomp ”UIT” bij verandering ge- A9:1 Met pompstilstandtijd, instelbaar van wenste waarde door wisselen van 1 tot 15. Hoe hoger de waarde, des modus of wijzigingen van de ge- A9:15 te langer is de pompstilstandtijd.
Pagina 75
Codering 2 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling C5:20 Elektronische minimumbegrenzing C5:1 Minimumbegrenzing instelbaar van van de aanvoertemperatuur op 1 tot 127 °C (begrensd door ketel- 20 °C (alleen bij regeling voor C5:127 specifieke parameters) weersafhankelijke werking) C6:74 Elektronische maximumbegrenzing C6:10...
Pagina 76
Codering 2 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling E6:... Maximaal toerental van de toeren- E6:0 Maximaal toerental instelbaar van 0 talgeregelde CV-pomp in % van tot 100 % het max. toerental bij normale wer- E6:100 king. Waarde is vooraf ingesteld door ketelspecifieke parameters (alleen bij regeling voor weersaf- hankelijke werking).
Pagina 77
Codering 2 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling F9:-14 Temperatuurgrens voor verhoging F9:+10 Temperatuurgrens voor verhoging van de gewenste gereduceerde van de gewenste kamertemperatuur kamertemperatuur -14 °C, zie F9:-60 tot de normale waarde instelbaar voorbeeld op pagina 124. (alleen bij regeling voor weersafhankelijke +10 tot -60 °C werking)
Pagina 78
Diagnose en serviceopvragingen Serviceniveau Regeling voor weersafhankelijke werking Regeling voor verhoogde werking Serviceniveau oproepen Servicemenu: Servicemenu: 1. OK en gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 1. OK en gelijktijdig ca. 4 s indrukken. å å 2. Gewenste menu selecteren. Zie volgende afbeel- Op het display knippert ”...
Pagina 79
Diagnose en serviceopvragingen Diagnose Bedrijfsgegevens Regeling voor weersafhankelijke werking Regeling voor verhoogde werking Bedrijfsgegevens opvragen Bedrijfsgegevens kunnen in zes bereiken worden op- Bedrijfsgegevens kunnen in het menu ”i” worden op- ■ ■ gevraagd. Zie ”Diagnose” in het overzicht service- gevraagd. menu.
Pagina 80
Diagnose en serviceopvragingen Diagnose (vervolg) Zie de volgende tabel voor de betekenis van de waarden op de verschillende regels en in de velden: Regel (korte Veld opvraging) Installatieschema 01 tot 10 Softwareversie Softwareversie Regeling Bedieningseenheid Revisiestand toestel Toestelaanduiding ZE-ID Aantal KM-BUS-deelnemers Softwareversie zonneregelings- module SM1 Softwareversie...
Pagina 81
Diagnose en serviceopvragingen Diagnose (vervolg) 4. Geselecteerde opvraging met OK bevestigen. Voor de betekenis van de afzonderlijke opvragingen, zie volgende tabel: Korte opvraging Displayweergave Installatiesche- Softwareversie Softwareversie ma 1 tot 2 Regeling Bedieningseen- heid Gecorrigeerde buitentemperatuur Gewenste ketelwatertemperatuur Gemeenschappelijke aanvraagtemperatuur Gewenste boilertemperatuur Aantal KM-BUS-deelnemers Aantal LON-deelnemers...
Pagina 82
Diagnose en serviceopvragingen Diagnose (vervolg) Korte opvraging Displayweergave Zonneregelingsmodule SM1 Stagnatietijd van het zonnesysteem in uur Nachtcirculatie zonnesysteem (aantal) Bewaking verschiltemperatuur Verwarmingson- Schakeltoestand dersteuning met uitgang 22 zonne-energie 0: uit 0: niet actief 1: aan 1: actief Uitbreiding Open Therm (indien aanwezig) Softwareversie Status tapwater- Externe bijschakeling 0 - 10 V...
Pagina 83
Diagnose en serviceopvragingen Uitgangen controleren (relaistest) (vervolg) Regeling voor verhoogde werking 1. OK en gelijktijdig circa 4 s lang indrukken. 4. Geselecteerde actor met OK bevestigen. å In het display knippert ” ”. Op de display verschijnt het getal voor de geacti- Ü...
Pagina 84
Storingen oplossen Storingsweergave Regeling voor weersafhankelijke werking Bij een storing knippert de rode storingsindicatie Bevestigde storingen oproepen Op de display knippert ” ” en ”Storing” verschijnt. In het basismenu ”Storing” selecteren. Er wordt een lijst van aanwezige storingen getoond. Storingscodes in storingsgeheugen uitlezen (fou- thistorie) De laatste 10 opgetreden storingen (ook opgeheven) worden opgeslagen en kunnen worden opgevraagd.
Pagina 85
Storingen oplossen Storingsweergave (vervolg) Als een bevestigde storing niet wordt opgeheven, ver- De storingen zijn volgens actualiteit geordend. schijnt de storingsmelding de volgende dag opnieuw en wordt de storingsmeldinrichting weer ingeschakeld. 1. OK en ca. 4 s gelijktijdig indrukken. å Bevestigde storingen oproepen 2.
Pagina 86
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storings- Perman. Weersafh. Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel code op stallatie het display Regelt zonder aan- Onderbreking aan- Sensor open verdeler voertemperatuursen- voertemperatuur- controleren (zie pagi- sor (open verdeler) sensor installatie na 96) Als er geen sensor open verdeler is aangesloten, codering 52:0 instellen.
Pagina 87
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storings- Perman. Weersafh. Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel code op stallatie het display Geen warmwaterbe- Kortsluiting boiler- Temperatuursensor reiding door zonne- temperatuursensor de zonneregelingsmodule energie of sensor op de Vitosolic controleren. Regelwerking Onderbreking tem- Sensor op de zonnere- peratuursensor gelingsmodule controle-...
Pagina 88
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storings- Perman. Weersafh. Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel code op stallatie het display Brander geblokkeerd Fout codeerstekker Codeerstekker aansluiten of, indien defect, vervan- Brander geblokkeerd Onderbreking rook- Rookgastemperatuursen- gastemperatuursen- sor controleren Mengklep regelt op Communicatiefout Aansluitingen en codering 20 °C aanvoertempe- uitbreidingsset...
Pagina 89
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storings- Perman. Weersafh. Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel code op stallatie het display Regelwerking zonder Communicatiefout Aansluitingen, kabel, co- afstandsbediening afstandsbediening deeradres ”A0” in Vitotrol verwar- groep ”Verwarm.circuit” mingscircuit 3 (met en instelling van de af- mengklep) standsbediening controle- ren (zie pagina 126).
Pagina 90
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storings- Perman. Weersafh. Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel code op stallatie het display Regelwerking zonder Kortsluiting kamer- Kamertemperatuursensor kamerinvloed temperatuursensor verwarmingscircuit 2 con- verwarmingscircuit troleren 2 (met mengklep) Regelwerking zonder Kortsluiting kamer- Kamertemperatuursensor kamerinvloed temperatuursensor verwarmingscircuit 3 con- verwarmingscircuit troleren...
Pagina 91
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storings- Perman. Weersafh. Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel code op stallatie het display Brander geblokkeerd Installatiedruk te Water bijvullen. laag Brander op storing Ionisatiestroom tij- Ionisatie-elektrode contro- dens het kalibreren leren: te laag Afstand tot de vlambe- ■...
Pagina 92
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storings- Perman. Weersafh. Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel code op stallatie het display Brander op storing Herhaald vlamver- Afstand van de ionisatie- lies tijdens het kali- elektrode tot vlambeker breren controleren (zie pagi- na 40). Toewijzing van het gast- ype controleren (zie pagi- na 33).
Pagina 93
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storings- Perman. Weersafh. Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel code op stallatie het display Brander op storing Vlamverlies direct Gastoevoer (gasdruk en na vlamvorming gasstromingsbewaker) (tijdens de beveili- controleren. gingstijd). Rookgas-/luchttoevoerin- stallatie op rookgashercir- culatie controleren. Ionisatie-elektrode contro- leren (indien nodig ver- vangen):...
Pagina 94
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storings- Perman. Weersafh. Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel code op stallatie het display Brander op storing Ventilatortoerental Ventilator controleren, bij de branderstart verbindingskabels naar te laag de ventilator controleren, voedingsspanning op ventilator controleren, aansturing van de ventila- tor controleren.
Pagina 95
Storingen oplossen Reparatie Buitentemperatuursensor controleren (regeling voor weersafhankelijke werking) Afb. 43 1. Stekker ”X3” van de regeling lostrekken. 2. Weerstand van de buitentemperatuursensor tus- sen ”X3.1” en ”X3.2” op losgetrokken stekker meten en met stooklijn vergelijken. 3. Bij sterke afwijking van de stooklijn aders op de sensor afklemmen en meting direct op de sensor herhalen.
Pagina 96
Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Keteltemperatuursensoren, Boilertemperatuursensor of aanvoertemperatuursensor voor open verdeler controleren § § Afb. 45 ■ Keteltemperatuursensor 1 Kabels van de keteltemperatuursensor los- § trekken en de weerstand meten. Keteltemperatuursensor 2 ■ Kabels van de keteltemperatuursensor A los- § trekken en de weerstand meten.
Pagina 97
Storingen oplossen Reparatie (vervolg) 3. Bij sterke afwijking sensor vervangen. Gevaar De keteltemperatuursensor zit direct in het verwarmingswater (verbrandingsgevaar). Vóór vervanging sensor verwarmingsketel aftappen. Rookgastemperatuursensor controleren Bij het overschrijden van de toegestane rookgastem- peratuur vergrendelt de rookgastemperatuursensor het toestel. De vergrendeling na afkoeling van de rookgas- installatie opheffen door de ontgrendelingstoets R in te drukken.
Pagina 98
Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Zekering controleren 2. Afsluitingen aan de zijkant losmaken en regeling naar beneden klappen. 3. Afdekking demonteren. 4. Zekering F1 controleren (zie aansluit- en bedra- dingsschema). Gevaar Verkeerde of niet correct aangebrachte zekeringen vormen een verhoogd brandri- sico.
Pagina 99
Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Aanvoertemperatuursensor controleren 1. Stekker (aanvoertemperatuursensor) lostrek- ken. 2. De weerstand van de sensor meten en met de stooklijn vergelijken. Bij sterke afwijking sensor vervangen. Temperatuur in °C Afb. 51 Sensortype: NTC 10 k Ω Vitotronic 200-H controleren (accessoire) De Vitotronic 200-H is via de LON met de regeling ver- bonden.
Pagina 101
Onderdelenlijsten Overzicht van de modules Voor de bestelling van onderdelen zijn de volgende gegevens vereist: ■ Serienr. (zie typeplaatje ■ Module (uit deze onderdelenlijst) Positienummer van het onderdeel in de module (uit ■ deze onderdelenlijst) Afb. 52 Typeplaatje Module regeling Module behuizing Module hydraulisch systeem Module warmtecel...
Pagina 114
Functiebeschrijving Regeling voor verhoogde werking °C Afb. 59 Verwarming Bij vraag van de kamerthermostaat wordt in het wer- De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische kingsprogramma Verwarmen en warmwater ” ” de thermostaat in het branderbesturingsapparaat gewenste ketelwatertemperatuur aangehouden. begrensd. Als er geen warmteaanvraag is, wordt de ketelwater- Instelbereik van de aanvoertemperatuur: 20 tot 74 °...
Pagina 115
Functiebeschrijving Regeling voor weersafhankelijke werking (vervolg) Verwarming De regeling bepaalt een gewenste ketelwatertempera- De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische tuur in functie van de buitentemperatuur of de kamer- thermostaat in het branderbesturingsapparaat temperatuur (bij aansluiting van een kamertempera- begrensd. tuurgestuurde afstandsbediening) en van de steilheid en het niveau van de stooklijn.
Pagina 116
Functiebeschrijving Interne uitbreidingen (accessoires) Interne uitbreiding H1 Afb. 61 De interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizing ■ CV-pomp voor verwarmingscircuit zonder mengklep ingebouwd. Op de relaisuitgang kunnen als alterna- (parameter/codering ”53:2”) tief de volgende functies aangesloten worden. De fun- ■ Circulatiepomp voor de boilerverwarming (parame- ctie wordt via parameter/codeeradres ”53”...
Pagina 117
Functiebeschrijving Interne uitbreidingen (accessoires) (vervolg) Interne uitbreiding H2 Afb. 62 De interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizing CV-pomp voor verwarmingscircuit zonder mengklep ■ ingebouwd. Op de relaisuitgang kunnen als alterna- (parameter/codering ”53:2”) tief de volgende functies aangesloten worden. De fun- ■...
Pagina 118
Functiebeschrijving Externe uitbreidingen (accessoires) Uitbreiding AM1 Afb. 63 Circulatiepomp A Netaansluiting voor andere accessoires fÖ Circulatiepomp KM-BUS Netaansluiting fÖ Functies De functie van de uitgangen wordt via parameterwijzi- gingen/coderingen op de regeling van de verwar- Op aansluiting A1 en A2 kan een van de volgende cir- mingsketel geselecteerd.
Pagina 119
Functiebeschrijving Externe uitbreidingen (accessoires) (vervolg) Uitbreiding EA1 Afb. 64 Zekering Netaansluiting voor andere accessoires fÖ Digitale ingang 1 Verzamelstoringsmelding/toevoerpomp/ Digitale ingang 2 tapwatercirculatiepomp (potentiaalvrij) Digitale ingang 3 Tapwatercirculatiepompen met zelfstandige ∼ 10V 0 10V-ingang functies direct op 230 V aansluiten. –...
Pagina 120
Functiebeschrijving Externe uitbreidingen (accessoires) (vervolg) Toekenning van de functie omschakeling wer- Looptijd van de tapwatercirculatiepomp bij kort- kingsprogramma aan de verwarmingscircuits stondige werking De toekenning van de functie omschakeling werkings- De tapwatercirculatiepomp wordt ingeschakeld door programma voor het betreffende verwarmingscircuit het sluiten van het contact op DE1, DE2 of DE3 via wordt via codeeradres d8 in de groep ”Verwarm.cir- een toets.
Pagina 121
Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Omschakeling werkingsprogramma Codering Ingang DE1 3A:1 Ingang DE2 3b:1 Ingang DE3 3C:1 De toekenning van de functie omschakeling werkings- programma voor het betreffende verwarmingscircuit wordt via codeeradres ”d8” in de groep ”Verwar- mingscircuit” op de regeling van de verwarmingske- tel geselecteerd: Omschakeling werkingsprogramma Codering...
Pagina 122
Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Extern blokkeren en ingang storingsmelding Codering Ingang DE1 3A:4 Ingang DE2 3b:4 Ingang DE3 3C:4 Het effect op de interne circulatiepomp wordt in Het effect op de desbetreffende CV-pomp wordt in codeeradres ”3E” in de groep ”Algemeen” geselec- codeeradres ”d6”...
Pagina 124
Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Temperatuurprofiel 6: Codering ”F1:6” Dagen Afb. 70 Temperatuurprofiel 7: Codering ”F1:15” Dagen Afb. 71 Verhoging van de gereduceerde kamertemperatuur Bij de werking met gereduceerde kamertemperatuur De grenswaarden van de buitentemperatuur voor kan de gewenste gereduceerde kamertemperatuur begin en einde van de temperatuurverhoging kunnen afhankelijk van de buitentemperatuur automatisch wor- met de codeeradressen ”F8”...
Pagina 125
Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Voorbeeld met de instellingen bij levering Buitentemperatuur in °C Afb. 72 Stooklijn voor werking met normale kamertempe- ratuur Stooklijn voor werking met gereduceerde kamer- temperatuur Verkorting opwarmtijd Bij de overgang van werking met gereduceerde kamer- De waarde en de duur voor de extra verhoging van de temperatuur naar werking met normale kamertempera- gewenste ketelwater- resp.
Pagina 126
Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Voorbeeld met de instellingen bij levering Tijd Afb. 73 Begin van de werking met normale kamertempera- Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur tuur volgens codeeradres ”FA”: Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur 50 °C + 20 % = 60 °C volgens de ingestelde stooklijn Periode van werking met gewenste verhoogde ketelwater- resp.
Pagina 127
Functiebeschrijving Elektronische verbrandingsregeling De elektronische verbrandingsregeling werkt op basis Om de verbrandingskwaliteit te controleren, wordt het van het natuurkundige verband tussen de hoogte van -gehalte of het O -gehalte van het rookgas geme- de ionisatiestroom en de luchtfactor . Bij elke gaskwa- λ...
Pagina 128
Aansluit- en bedradingschema Interne aansluitingen Afb. 74 Basisprintplaat Stromingsbewaker X... Elektrische interfaces Ontstekingseenheid § Keteltemperatuursensor Ventilatormotor a-Ö Keteltemperatuursensor A Aansturing ventilatormotor § a-Ö Ionisatie-elektrode Modulatiespoel a:Ö Rookgastemperatuursensor...
Pagina 129
Aansluit- en bedradingschema Externe aansluitingen Afb. 75 A1 Basisprintplaat Aanvoertemperatuursensor open verdeler A2 Schakeladapter Boilertemperatuursensor A3 Optolink (stekker op kabelboom) A4 Branderautomaat CV-pomp of ketelcircuitpomp sÖ A5 Bedieningseenheid Circulatiepomp, naar keuze: A6 Codeerstekker Circulatiepomp ■ A7 Aansluitadapter ■ Externe CV-pomp A8 Communicatiemodule LON of communicatiemo- ■...
Pagina 130
Protocollen Protocol Instel- en meetwaarden Gewenste Eerste inbe- Onderhoud/ Onderhoud/ waarde drijfstelling service service Datum Handtekening Rustdruk mbar 57,5 ≤ 5,75 ≤ Aansluitdruk (stromings- druk) bij aardgas ..mbar Zie tabel aansluitdruk (eerste inbe- bij vloeibaar gas ..mbar drijfstel- ling...) Gastype invoeren Kooldioxidegehalte CO...
Pagina 132
Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Gascategorieën Landen van levering Gascategorieën AE, AT, AM, BA, BG, BY, CH, CZ, DK, EE, ES, FI, GB, 2N3P 2H3P GR, HR, IE, IS, IT, KG, KZ, LI, LT, LU, LV, MT, NO, PT, RO, RS, RU, SE, SI, SK, TR, UA AM, BY, KG, KZ, RU, UA BE, DE, FR 2N3P...
Pagina 133
Afvalverwijdering Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering De producten van Viessmann kunnen gerecycleerd Alle componenten moeten deskundig verwijderd wor- worden. Componenten en bedrijfsstoffen van uw ver- den. warmingsinstallatie horen niet thuis in het huisvuil. Voor de buitenbedrijfstelling de installatie spanningsvrij schakelen en de componenten evt. laten afkoelen.
Pagina 134
Dit product voldoet aan de vereisten van de Rendementsrichtlijn (92/42/EEG) voor HR-ketels. Verklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchV Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, bevestigen dat het product Vitodens 200-W de vol- gens 1e BImSchV 6 vereiste NO -grenswaarden naleeft.
Pagina 135
Index Index Aansluitdruk............35, 36 Keteltemperatuursensor ..........96 Afstandsbediening............126 Korte opvragingen............79 Bedrijfsgegevens opvragen........79 LON................45 Bedrijfstoestanden opvragen........79 – deelnemerscontrole..........46 Bevestigen van een storingsindicatie......84 – deelnemersnummer instellen........45 Bijkomende opwarming tapwater......115 – foutbewaking............46 Boilertemperatuursensor ...........96 Brander demonteren..........38 Brander monteren............41 Membraanexpansievat..........42 Buitentemperatuursensor...........95 Mengklep open/dicht..........
Pagina 136
Vlambeker..............39 Vulwater..............28 Verbergen van een storingsindicatie......84 Verbrandingskamer reinigen........41 Zekering..............98 Verbrandingsregeling..........127 Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail : info-nl@viessmann.com www.viessmann.com...