Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Functieverloop en mogelijke storingen
ja
Brander in werking
ja
Automatische kalibrering
van de verbrandingsrege-
ling
Meer gegevens over storingen zie "Storingen verhel-
pen".
Max. vermogen instellen
Voor de verwarming kan het max. verwarmingsver-
mogen worden begrensd. De begrenzing wordt via het
modulatiebereik ingesteld.
Opmerking
Voor het max. verwarmingsvermogen ingesteld kan
worden, wordt het debiet gecontroleerd. Voor vol-
doende warmteafname zorgen.
01. Op
drukken.
02. "Service" selecteren.
03. Wachtwoord "viservice" invoeren.
04. Met
bevestigen.
05. "Systeemconfiguratie" selecteren.
46
nee
Schakelt beneden de inge-
stelde, gewenste ketelwater-
temperatuur uit en start dan
direct opnieuw.
Storing F.62, F.373
nee
Storing F.346, F.375, F.377
(vervolg)
Dichtheid van de rookgasin-
stallatie controleren (rook-
gashercirculatie). Gas-
stroomdruk controleren.
Voor voldoende warmteafna-
me zorgen. Toestel ontgren-
delen.
Afstand van de ionisatie-
elektrode tot de vlambeker
controleren.
Rookgassensor controleren.
Evt. rookgasrecirculatie ver-
helpen.
Toestel ontgrendelen.
06. "Verwarmingsketel" selecteren.
07. Parameter 596.0 "Maximaal vermogen"
08. Controleren of er voldoende debiet wordt gewaar-
borgd. Indien nodig warmteafname verhogen.
Opmerking met "
" bevestigen.
09.
10. Gewenste waarde in % van het nominale vermo-
gen instellen en met
levering 100 %.
11. Servicefuncties beëindigen.
Bedieningshandleiding
bevestigen. Toestand bij