Storingen oplossen
Storingsmeldingen
Storingsnum-
Gedrag van de installatie
mer op het dis-
play
F.63
Brander op storing
F.65
Brander start opnieuw
F.67
Brander op storing
F.68
Brander op storing
F.69
Brander op storing
F.70
Brander op storing
F.71
Brander op storing
84
(vervolg)
Storingsoorzaak
Rookgastemperatuurbe-
grenzer is geactiveerd.
Vlamsignaal is bij brander-
start niet aanwezig of te
laag.
Ionisatiestroom niet in het
geldige bereik
Vlamsignaal is reeds aan-
wezig bij branderstart.
Ionisatiestroom niet in het
geldige bereik
Interne fout branderauto-
maat
Ventilatortoerental te laag
Maatregel
Niveau van verwarmingsinstallatie
controleren. Installatie ontluchten.
Na afkoelen van de rookgasinstal-
latie toestel ontgrendelen.
Gastoevoer (gasdruk en gasstro-
mingsbewaker) controleren. Gas-
combiregelaar en verbindingska-
bels controleren.
Installatie op condenswaterstuwing
controleren. Condenswaterafvoer
controleren.
Opmerking
Om waterschade te vermijden,
ventilatoreenheid demonteren vóór
de demontage van de brander.
Ionisatie-elektrode en verbindings-
kabel controleren:
Afstand tot de vlambeker (zie pa-
■
gina 52)
vervuiling van de elektrode
■
Ontsteking controleren:
verbindingskabels ontstekings-
■
module en ontstekingselektrode
Ontstekingselektrode afstand en
■
vervuiling Zie pagina 52.
Ontstekingselektrode op gebro-
■
ken keramiek controleren.
Gastoevoer (gasdruk en gasstro-
mingsbewaker) controleren. Ver-
bindingskabels ventilatoreenheid
controleren.
Ionisatie-elektrode controleren:
Afstand tot de vlambeker (zie pa-
■
gina 52)
vervuiling van de elektrode
■
Toestel ontgrendelen.
Ionisatie-elektrode en verbindings-
kabel controleren.
Toestel ontgrendelen.
Ionisatie-elektrode en verbindings-
kabel controleren.
Toestel ontgrendelen.
Toestel ontgrendelen.
Ventilator op blokkering controle-
ren.
Toestel ontgrendelen.