Controleren of alle elektrische aansluitingen goed vastzitten
Alle gasvoerende onderdelen bij bedrijfsdruk controleren op lekkage
Gevaar
Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar.
Gasvoerende onderdelen (ook toestelintern) op
gaslekkage controleren.
Voorplaat monteren
Zie pagina 31.
Kwaliteit van de verbranding controleren
De elektronische verbrandingsregeling zorgt automa-
tisch voor een optimale verbrandingskwaliteit. Bij de
eerste inbedrijfstelling of het onderhoud is alleen een
controle van de verbrandingswaarden nodig. Hiervoor
het CO-gehalte en het CO
het protocol op pagina 122 opnemen.
Toegelaten CO-gehalte
Het CO-gehalte moet bij alle gastypes < 1000 ppm
zijn.
Toegelaten CO
of O
-gehalte
2
2
Werking op aardgas
Nominaal vermogen
CO
(kW)
Hoogste vermogen Laagste vermogen
11
7,3 - 10,5
19
7,5 - 10,5
25
7,5 - 10,5
32
7,3 - 10,0
Werking met vloeibaar gas
■
CO
-gehalte: 8,4 - 11,8 %
2
O
-gehalte: 3,1 - 8,1 %
■
2
Als de gemeten CO, CO
- of O
2
desbetreffende bereik ligt, dient u als volgt te werk te
gaan:
Dichtheidscontrole concentrisch systeem uitvoeren,
■
zie pagina 49.
■
Ionisatie-elektrode en aansluitkabel controleren, zie
pagina 52.
- of O
-gehalte meten en in
2
2
-gehalte (%)
2
7,5 - 10,5
7,5 - 10,5
7,5 - 10,5
7,5 - 10,5
-waarde buiten het
2
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Opmerking
Voor de dichtheidscontrole uitsluitend geschikte en
toegestane lekzoekmiddelen (EN 14291) en appara-
tuur gebruiken. Lekzoekmiddelen die ongeschikte stof-
fen bevatten (bijvoorbeeld nitriet en sulfide), kunnen
materiaalschade veroorzaken.
Achtergebleven lekzoekmiddel na de controle verwij-
deren.
Opmerking
Om storingen en schade te vermijden, het toestel met
schone verbrandingslucht gebruiken.
O
-gehalte (%)
2
Hoogste vermogen Laagste vermogen
2,1 - 7,9
2,1 - 7,6
2,1 - 7,6
3,1 - 7,9
Opmerking
De verbrandingsregeling verricht bij de inbedrijfstelling
een automatische kalibratie. De emissiemeting pas
circa 50 s na de branderstart uitvoeren.
2,1 - 7,6
2,1 - 7,6
2,1 - 7,6
2,1 - 7,6
57