Samenvatting van Inhoud voor Viessmann Vitocrossal 200
Pagina 1
VIESMANN Servicehandleiding voor de installateur Vitocrossal 200 type CM2, 400 tot 620 kW HR-gasketel met MatriX-cilinderbrander Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCROSSAL 200 Bewaren a.u.b.! 5683 566 NL 7/2017...
Pagina 2
Hete oppervlakken kunnen brandwonden ver- king van de installatie in gevaar. oorzaken. Defecte onderdelen moeten door originele Het toestel voor onderhouds- en servicewerk- onderdelen van Viessmann worden vervangen. ■ zaamheden uitschakelen en laten afkoelen. ■ Hete oppervlakken aan de verwarmingsketel, de brander, het rookgassysteem en de buizen niet aanraken.
Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedge- keurde onderdelen gebruiken. Veiligheidsinstructies voor de werking van de installatie Wat te doen bij een gaslucht...
Pagina 4
Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Gevaar Gelijktijdige werking van de verwarmingsketel met toestellen met luchtafvoer naar de buiten- lucht kan door terugstroming van rookgas levensgevaarlijke vergiftigingen veroorzaken. Vergrendelingsschakeling inbouwen of door geschikte maatregelen voor voldoende aanvoer van verbrandingslucht zorgen.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Productinformatie Verwijdering van de verpakking ............. Symbolen ....................Gebruik conform de regelgeving ............Installatievoorwaarden ................2. Eerste inbedrijfstelling, Stappen – eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud ....inspectie, onderhoud 3. Regeling Coderingen aan de regeling instellen ............ 33 4.
Productinformatie Verwijdering van de verpakking Verpakkingsafval volgens de wettelijke bepalingen als NL: Verpakkingsafval wordt door de installateur mee- afval verwijderen. genomen/afgevoerd. Symbolen De werkwijze voor eerste inbedrijfstelling, inspectie en Symbool Betekenis onderhoud zijn in het hoofdstuk ”Eerste inbedrijfstel- Verwijzing naar ander document met bijko- ling, inspectie en onderhoud”...
Productinformatie Installatievoorwaarden Installatieruimte uitsluitend gebruiken voor de installa- tie van de HR-ketel. Kwaliteit van de aangezogen verbrandingslucht garan- deren: de verbrandingslucht moet vrij zijn van brandbare, ■ explosieve gassen en dampen. ■ Stofvrij, gemiddelde waarde per dag < 150 µ lucht, richtlijn 89/427/EEG ■...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen – eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina • 1. Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren........10 • 2. Verwarmingsinstallatie met water vullen en ontluchten..........10 •...
Pagina 9
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen – eerste inbedrijfstelling, inspectie… (vervolg) Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina • 39. Instructie van de installatiegebruiker................32 • 40. Bedienings- en servicedocumentatie................32...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren De maximaalthermostaat is vooraf ingesteld op 110 °C ingesteld en kan desgewenst uitsluitend worden aan- gepast door de codeerstekker te verwisselen. Verwarmingsinstallatie met water vullen en ontluchten Vulhoeveelheid, waterhardheid en pH-waarde op Opmerking pagina 60 invullen.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Omzetting op aardgas LL 06. Gascombiregelaar van de flens (niet in losmaken. 07. Diafragma met de rubberkurkpakking eruit nemen. B C D 08. Gascombiregelaar (zonder diafragma en zon- der rubberkurkpakking ) met de erin geplaatste O-ring op de flens bevestigen;...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Omzetting naar vloeibaar gas Inbouw diafragma 07. O-ring , vloeibaar-gasdiafragma en rubbe- rkurkpakking plaatsen. B C D Opmerking Afkanting aan het diafragma voor vloeibaar gas moet naar de gascombiregelaar wijzen. 08. Bouten M5 x 16 kruislings vastdraaien. Aanhaalmoment: 1,5 Nm.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Omzetting naar vloeibaar gas (vervolg) 6. Druk knop S in voor bevestiging. Bij geslaagde Status Service overname verschijnt in het display onder Ser- vice kortstondig ”1”, bij mislukte overname ”0”. 7. Druk knop S in om naar de bedrijfsweergave te gaan.
Pagina 14
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Installatie in bedrijf nemen (vervolg) 2. Bij open werking: 7. Coderingen aan de regeling van de verwarmings- Controleren of de ventilatie van de installatieruimte ketel aanpassen. open is. Montage- en servicehandleiding van de 3. Gasaansluitdruk controleren (gewenste waarde, regeling zie pagina 17).
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Installatie in bedrijf nemen (vervolg) Afb. 7 1. Branderkap eraf halen. 4. Brander starten en CO -gehalte reguleren. 2. Compensatieleiding lostrekken en als afval ver- 5. Verwarmingsketel weer in bedrijf stellen. wijderen. Servicehandleiding MatriX-cilinderbranders 3. De servomotor-schakelnok trap 2 op 30°...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Vermogen reduceren (indien nodig) (vervolg) 7. Druk knop S in om naar de bedrijfsweergave te Status Service gaan. 8. Druk knop R Een nieuwe systeemstart wordt in gang gezet. Afb. 9 Rustdruk en aansluitdruk controleren Afb. 10 Rustdruk 1.
Pagina 17
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Rustdruk en aansluitdruk controleren (vervolg) 2. Aansluitdruk (dynamische druk) meten, zie vol- 3. Meetwaarde in het protocol (op pagina 60) gende tabel. meten. Opmerking 4. Gasafsluitkraan sluiten. De aansluitdruk (stromingsdruk) moet voor aard- gas tussen 50 mbar (1,8 en 5 kPa) liggen en voor 5.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Instelling draaischuifklep controleren Afb. 11 1. Gasafsluitkraan openen. 5. Stand van de draaischuifklep tijdens de startfase controleren. De vensters van de draaischuifklep 2. Stand van de draaischuifklep bij stilstand van de moeten gedurende circa 5 s bijna dicht gaan, de brander controleren.
Pagina 19
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Instelling draaischuifklep controleren (vervolg) Toestand bij levering compensatieleidingen Brander 400 kW Afb. 12 Compensatieleiding tussen LDW2 Plus en stook- ruimte Compensatieleiding tussen LDW1 Minus en Ven- turi Compensatieleiding tussen gascombiregelaar en Venturi Brander 500 kW Afb. 13 Compensatieleiding tussen LDW2 Plus en stook- ruimte Compensatieleiding tussen LDW1 Minus en Ven-...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Instelling draaischuifklep controleren (vervolg) Brander 620 kW Afb. 14 Compensatieleiding tussen LDW2 Plus en stook- ruimte Compensatieleiding tussen LDW1 Minus en Ven- turi Compensatieleiding met T-stuk en injector tussen gascombiregelaar en Venturi -gehalte meten Meting voorbereiden Afb.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud -gehalte meten (vervolg) 3. Gelijktijdig de toetsen S langer dan 2 s indrukken. Op het display verschijnt de volgende weer- gave: Onder status: ”P” (= regelstop) ■ Onder service: Modulatiegraad in % ■ (”100” = 100 % = hoogste vermogen, ”0” = 0 % = laagste vermogen) -meting bij hoogste vermogen 1.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud -gehalte meten (vervolg) 2. CO -gehalte in het rookgaskanaal meten. Nominale vermogen Nominale belasting Toegelaten CO –gehalte (50/30 °C) Aardgas E en LL Vloeibaar gas P in kW in kW in kW in % in % 10,1 ±...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Installatie buiten bedrijf stellen 1. Hoofdschakelaar of netspanning uitschakelen en beveiligen tegen onverhoeds weer inschakelen. Gevaar Netspanning is levensgevaarlijk. Bij onderhoudswerkzaamheden moet de installatie spanningsvrij zijn. 2. Neem de voorplaten, eventueel bovenplaat voor en zijplaat (aan de zijde waar de keteldeur is aange- slagen) eraf.
Pagina 24
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Installatie buiten bedrijf stellen (vervolg) 4. Voor het demonteren van zij- en bovenplaat steeds de bout M6 aan de bovenste rail en aan de onder- ste steunen verwijderen. Afb. 21 5. Netsnoer met stekker losmaken, daarna de fÖ...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Keteldeur openen 1. Gasaansluitbuis demonteren. 2. Zes schroeven aan de keteldeur losdraaien. Evt. steekverbindingen van de aansluitkabels losmaken en keteldeur openzwenken. Opgelet De dichtslaande keteldeur kan tot beschadi- gingen en letsel leiden. Keteldeur na het openklappen tegen terug- vallen borgen.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Alle verwarmingswateraansluitingen op dichtheid controleren Gevaar Opmerking Bij werkzaamheden aan onder druk staande Aansluitingen voor regelinrichtingen en minimumdruk- onderdelen bestaat gevaar op verwondingen. bewaking (laagwaterniveaubeveiliging) ook op lekkage Aansluitingen aan de verwarmingswaterzijde controleren. mogen pas worden geopend als de verwar- mingsketel niet langer onder druk staat.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Dichtheid aan de rookgaszijde controleren 1. Rookgasverzamelkast en ketellichaam contro- leren op lekkage. Gevaar Ontsnappend rookgas kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Controleer de pakkingen van de rookgasaf- voerkast en corrigeer deze, indien nodig. Opmerking De pakkingen kunnen bij de werking met volledige belasting met een dauwspiegel worden gecontro- leerd.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Vlambeker controleren (vervolg) Gevaar 1. Schroefverbinding van de gasaansluitbuis los- Bij werken met hogetemperatuur-isolatiestoffen maken. die zirkonium of keramische vezels van alumini- umsilicaat bevatten, kan zich vezelstof ontwikke- 2. Bouten aan de keteldeur losmaken en keteldeur len.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Brander reinigen 2. Venturi-mengbuis van de ventilator los- schroeven. 3. Venturi-mengbuis met gascombiregelaar gasaansluitbuis eraf halen en eventuele aan- sluitkabels eraf trekken. 4. Aansluitkabels A van de ventilator a-Ö a-Ö trekken. Ventilator demonteren. 5. Behuizing en loopwiel van de ventilator met pers- lucht reinigen.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Brander elektrisch aansluiten (vervolg) 1. Branderkabel en KM-BUS-kabel op de branderautomaat steken. 3A/3B 2. Aansluitkabel regeling , ketel-sensorkabels fÖ B, rookgas-sensorkabel B en net- § § snoer fÖ aan de branderzijde in de koppelingen op de houdplaat steken. 3.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Waterkwaliteit controleren De hoeveelheid toegevoegd water, de totale hardheid en de pH-waarde in de tabellen in bijlage op pagina 60 noteren. Eisen aan de waterkwaliteit, zie pagina 62. De pH-waarde moet tussen 8,2 en 9,5 liggen. Veiligheidskleppen op werking controleren Instelling van de temperatuurregelaar controleren bij toepassing van gebouwbeheersysteem (DCC-installatie)
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Instructie van de installatiegebruiker De installateur van de installatie moet de bedienings- Daartoe behoren ook alle als accessoire ingebouwde handleiding overhandigen aan de gebruiker van de componenten, bijv. afstandsbedieningen. Bovendien installatie en de bediening uitleggen. moet de installateur van de installatie wijzen op de ver- eiste onderhoudswerkzaamheden.
Branderautomaat Branderautomaat Indicatie- en bedieningseenheid In de branderautomaat zijn een display en bedienings- eenheid geïntegreerd. In het indicatieveld zijn de bedrijfssituaties, de service- en parametersituaties evenals de storings- en foutmeldingen zichtbaar. Het display bestaat uit viermaal 7-segmentelementen. Status Service Vier toetsen dienen voor de instelling op de verschil- lende bedieningsniveaus.
Pagina 35
Branderautomaat Branderautomaat (vervolg) Status Service Status Service Nabranden Geforceerde ventilatie als Nabeluchting geen vlamvorming waar- genomen werd. Status Service Status Service Veiligheidsuitschakeling bij Wachtprogramma geen vlamonderbreking luchtdruk Status Service Status Service Veiligheidsuitschakeling bij Wachtprogramma geen het bereiken van de max. gasdruk of ketelwatertemperatuur net-onderspanning...
Pagina 36
Branderautomaat Branderautomaat (vervolg) Configuraties: Menu- Beschrijving punt Omschakelen van de bedrijfsweergave van de branderautomaatfase naar andere procesge- gevens Configuratie van bedrijfsparameters van de regelfuncties Onder het menupunt ”5” kan de volgende procesinformatie worden weergegeven: Submenupunt Procesgegevens Eenheid/schaalverdeling Fase Ketelwatertemperatuur °C Rookgastemperatuur °C Ionisatiestroom...
Branderautomaat Branderautomaat (vervolg) 5. / voor het gewenste maximale vermogen. 6. S ter bevestiging. Bij een geslaagde overname verschijnt onder Service ”1”, bij een mislukte Opmerking overname ”0”. Neem het modulatiebereik in acht. Zie pagina 64. 7. S om naar de bedrijfsweergave te gaan. Werkingsparameters terugzetten in de toestand bij levering Werkingsparameters terugzetten naar de toestand bij 5.
Verloopdiagram branderautomaat Verloopdiagram branderautomaat Afb. 35 Beschrijving van de toestand: Fase Scher Beschrijving Tijdsduur mweer- gave Systeems- ”A” Systeemstart 10 s tart Ventilatorstart systeemstart maximaal 20 s Geforceerde ventilatie systeemstart 20 s...
Pagina 39
Verloopdiagram branderautomaat Verloopdiagram branderautomaat (vervolg) Fase Scher Beschrijving Tijdsduur mweer- gave Kleptest ”P” Ventilator starten voor kleptest maximaal 20 s Test veiligheidsrelais 0,9 s Relais-/kleptest BV1 Controletijd BV 1 1,1 s Relais-/kleptest BV2 Controletijd BV 1 1,1 s Initialisering startteller 0,1 s Stand-by ”0”...
Storingen oplossen Storingsindicatie Storingsindicatie De storingsindicatie wordt automatisch geactiveerd, 1. Storing verhelpen. Storingscodes en maatregelen, wanneer de branderautomaat op stoorstand gaat. De zie vanaf pagina 41. Maatregelen in aangegeven laatst opgetreden storing wordt weergegeven. Boven- volgorde verrichten. dien brandt de storings-led bij een niet vergrendelde fout of knippert samen met de storingscode bij een 2.
Storingen oplossen Storingscodes Algemeen optredende processtoringen Storingsindicatie op de indicatie- en bedieningseenheid op de brander. Opmerking Maatregelen in aangegeven volgorde uitvoeren. Iedere storingscode wordt in het storingsgeheugen opgeslagen en de tien laatste kunnen worden uitgelezen. Storingscode Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel op het display...
Pagina 42
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel op het display F E5 Branderautomaat op storing Interne fout van de bran- Branderautomaat vervangen. derautomaat en bij de test van de ionisatie-ingang F EE Branderautomaat op storing Interne fout van de terug- Branderautomaat ontgrendelen, melding van de gasbevei- branderautomaat vervangen.
Pagina 43
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel op het display F F4 Geen vlamvorming tijdens Verkeerd gastype inge- Gastype instellen (zie vanaf pagi- beveiligingstijd, ionisatievlam- steld na 11) bewaker meldt geen signaal. F F4 Geen vlamvorming tijdens Gascombiregelaar opent Aansluitkabel controleren, gascom- beveiligingstijd, ionisatievlam-...
Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel op het display F F9 Geen terugmelding van de Ventilator defect, externe Kabel ” A” controleren, externe a-Ö ventilator stroomtoevoer van de stroomtoevoer controleren, kabel ventilator niet aangesloten of ventilator vervangen, vreemd of defect, kabel ”...
Onderdelenlijsten Overzicht van de modules Voor de bestelling van onderdelen zijn de volgende gegevens vereist: ■ Serienummer (zie typeplaatje ■ Module (uit deze onderdelenlijst) Positienummer van het onderdeel in de module (uit ■ deze onderdelenlijst) 0001 0002 Afb. 36 Typeplaatje 0001 Module ketel 0002 Module isolatie 0003 Module leidingpakket...
Pagina 47
Onderdelenlijsten Module ketel (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Rookgasdeksel met pakking 0002 Geurafsluiter 0003 Dompelhuls G 1/2 l = 150 mm met klemmen 0004 Rookgastemperatuursensor D = 3 x 37 0005 Manchet rookgassysteem 0006 Keteldeur 0007 Bout 12 H11 x 85 x 80 0008 Stelschroeven 0009...
Functies Luchtdrukbewaker Functie ventilatordrukbewaking (LDW1) Als de ruststandcontrole na circa 5 minuten niet suc- ■ cesvol was. ■ Wanneer in de voorventilatiefase de luchtdruk buiten het toegelaten bereik ligt (tolerantieperiode circa 5 minuten). ■ Wanneer in de regelwerking de luchtdrukbewaker uitvalt of de luchtdruk buiten het toegelaten bereik ligt.
Aansluitschema's Aansluitschema netfiltereenheid Afb. 47 Netfilter Naar de ventilator a-Ö Relais Netaansluiting 230 V~/50 Hz fÖ Rookgastemperatuursensor Regeling fÖ Keteltemperatuursensor Rookgasklep aan branderautomaat a-Ö Luchtdrukbewaker 2 Opmerking De netaansluitkabel moet gezekerd zijn. De max. zekeringwaarde bedraagt 16 A. De netaansluiting (230 V~/50 Hz) moet via een vaste aansluiting plaatsvinden.
Protocol Waterkwaliteit Meterstand Vulwater en bijvulwater Totaal watervolume Totale hardheid pH-waarde Datum Voedingswater Ketelwater Instel- en meetwaarden Instel- en meetwaarden Eerste inbedrijfstel- Onderhoud/service ling Rustdruk mbar Aansluitdruk (dynamische druk) bij aardgas E mbar bij aardgas LL mbar bij vloeibaar gas P mbar Gastype aankruisen.
Pagina 61
Protocol Instel- en meetwaarden (vervolg) Instel- en meetwaarden Eerste inbedrijfstel- Onderhoud/service ling Koolmonoxidegehalte gemeten ingesteld Rookgastemperatuur gemeten °C (bruto) ingesteld °C Ionisatiestroom bij hoogste nominale ver- μ ■ mogen bij laagste nominale ver- μ ■ mogen Opvoerdruk gemeten ingesteld...
Pagina 62
Eisen aan de waterkwaliteit Eisen aan de waterkwaliteit Opmerking Voorkomen van schade door ketelsteenvorming Onze garantie is niet van toepassing als niet aan de hierna genoemde vereisten wordt voldaan. Er moet worden voorkomen dat zich te veel ketelsteen De garantie geldt niet voor waterschade en schade als (calciumcarbonaat) op de verwarmingsoppervlakken gevolg van ketelsteenvorming.
Eisen aan de waterkwaliteit (vervolg) De inbedrijfstelling van een installatie moet trapsge- Gesloten installaties, bijv. met expansievaten, bieden ■ wijs bij een hoog verwarmingswaterdebiet plaatsvin- bij de juiste grootte en systeemdruk een goede den, beginnend met het laagste vermogen van de bescherming tegen het binnendringen van zuurstof uit ketel.
Technische gegevens Technische gegevens Gasketel, categorie II 2N3P Verwarmingsketel Nominaal vermogen P bij aardgas = 50/30 °C 80 tot 400 100 tot 500 124 tot 620 = 80/60 °C 74 tot 370 92 tot 460 115 tot 575 bij vloeibaar gas = 50/30 °C 100 tot 400 125 tot 500...
Bij afwijkende deellast (afhankelijk van het gebruik van de brander) moet het rookgasdebiet opnieuw worden berekend. Bij gebruik van de Vitocrossal 200 op vochtbestendige schoorstenen mag de opvoerdruk max. 0 Pa bedragen. Richtwaarden van de metingen van het geluidsdrukniveau zijn niet gegarandeerd, aangezien deze metingen altijd van de desbetreffende installatie afhangen.
Pagina 66
Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Afmetingen gasdiafragma (aardgas E en vloeibaar gas P) Afb. 48 Nominale vermogen Nominale belasting Afmeting a (50/30 °C) Aardgas E (G20) Vloeibaar gas P (G31) in kW in kW in mm in mm 17,8 14,0 22,0 14,8 24,0...
Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering De producten van Viessmann kunnen gerecycleerd worden. Componenten en bedrijfsstoffen van uw ver- warmingsinstallatie horen niet thuis in het huisvuil. Voor de buitenbedrijfstelling de installatie spanningsvrij schakelen en de componenten evt. laten afkoelen.
Schriftelijke verklaringen EU-conformiteitsverklaring Vitocrossal 200, type CM2, 400 tot en met 620 (370 tot en met 575) kW met ketelcircuitregeling Vitotronic en MatriX-cilinderbrander Wij, Viessmann Werke GmbH & Co. KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het vol- gende product in overeenstemming is met de bepalingen van de volgende richtlijnen en verordeningen:...
Schriftelijke verklaringen Verklaring van de fabrikant Wij, Viessmann Werke GmbH & Co. KG, D-35107 Allendorf, bevestigen dat het product Vitocrossal 200, Typ CM2 aan de volgens 1e BImSchV vereiste voorwaarden voldoet: ■ -grenswaarden volgens § 6 (1). ■ Rookgasverlies van maximaal 9% volgens § 10 (1).