Inhoudsopgave
Advertenties
94
In bedrijfstellen
7.7
Instellen van de zaaidiepte
I
De zaaidiepte op het veld instellen. Eerst
met de machine in werkstand, controleren
of de deksels van de zaadbakjes
horizontaal staan, wanneer de zaaikouters
in de grond gaan. Alleen met deze instelling
gaat het zaaikouter in de voorgeschreven
stand door de grond en kan het zaad perfect
en
gelijkmatig
Afwijkingen door het verstellen van de
lengte van de topstang corrigeren.
Classic-zaai-aggregaat
Bij het Classic-zaaikouter is de zaaidiepte traploos
instelbaar van 0 tot 8 cm en bij het bonenkouter (extra
uitvoering) van 0 tot 12 cm.
De cijfers (van 0 tot 100) op de schaalverdeling (7.33/1)
geven een bepaalde zaaidiepte aan. De werkdiepte
wordt aan de afleeskant (7.33/2) weergegeven.
De zaaidiepte wordt met de aandrukrol(len) (7.33/3)
als volgt ingesteld:
-
Borgbout (7.33/4) losdraaien.
-
De slinger voor het instellen van de zaaidiepte
(7.33/5) verdraaien en gewenste zaaidiepte
instellen.
-
Borgbout (7.33/4) weer vastmaken.
-
Zaaidiepte controleren.
Contour-zaaiaggregaat
Bij het Contour-zaaikouter kan de zaaidiepte traploos
van 0 tot 12 cm worden ingesteld.
De cijfers (van 0 tot 100) op de schaalverdeling (7.34/1)
geven een bepaalde zaaidiepte aan. De werkdiepte
wordt aan de afleeskant (7.34/2) weergegeven.
De zaaidiepte wordt met de aandrukrol(len) (7.34/3)
als volgt ingesteld:
-
De geveerde beugel (7.34/4), die voorkomt dat de
instelslinger meedraait, omhoog klappen.
-
De slinger voor het instellen van de zaaidiepte
(7.34/5) verdraaien en gewenste zaaidiepte
instellen.
-
De geveerde beugel (7.34/4) naar beneden druk-
ken om de slinger te blokkeren.
-
Zaaidiepte controleren.
DB 695 03.01
worden
afgelegd.
2
4
Fig. 7.33
4
1
2
5
3
Fig. 7.34
5
1
3
Advertenties
Inhoudsopgave
