-
Voor het instellen van de gewenste ketting-
overbrenging nu de ketting (7.28/1) om het betref-
fende kettingwiel (7.28/2 tot 7.28/7) van de uit-
gaande as (7.28/8) leggen.
Hierbij de schuifas (7.28/9) zo afstellen, dat de
kettingwielen op de in- en uitgaande as exact in lijn
liggen en de ketting in het midden van de geleide-
baan van de geleiderollen (7.28/10) loopt.
-
De neus van de verstelhefboom (7.28/11) in de
betreffende uitsparing (7.28/12) voor de axiale
borging (7.28/13) steken.
-
Na gebruik de haak (7.27/1) weer in de houder van
de aandrijfkast vastzetten.
Kettingspanner belasten:
-
De afdraaislinger terug draaien in stand zoals op
afbeelding 7.29.
-
De kettingspanner vergrendelen – door het omke-
ren en inhaken van de pal (7.29/1) onder de
verbindingsstang (7.29/2).
-
De afdraaislinger slechts weinig tegen de wijzers
van de klok in verdraaien en met de vrije hand
met de pal (7.30/1) de verbindingsstang (7.30/2)
van de kettingspanner uit de uitsparingen (7.30/3)
drukken.
-
De afdraaislinger langzaam loslaten.
Afdraaislinger stevig vasthouden. Nadat
de verbindingsstang vrij komt uit de uit-
sparingen, staat de volledige veerdruk van
het spanmechanisme op de slinger.
-
Afdraaislinger uit de vierkante pijp nemen en in de
betreffende houder opbergen.
-
Deksel van de aandrijfkast sluiten.
In bedrijfstellen
12
13
9
11
1
10
4
6
8
2
7
3
5
Fig. 7.28
Fig. 7.29
Fig. 7.30
85
1
2
1
3
2
DB 695 03.01