3.4
Aandrijvingen
3.4.1
Vacuümturbine
Als alternatief voor de aandrijving met de koppelingsas
(Fig. 3.19) van de vacuümturbine (3.19/1), kan deze
ook hydraulisch worden aangedreven (extra uitvoering).
De turbine van de AMAZONE precisiezaaimachine
bevindt zich ver achter de aankoppelpunten van de
onderste hefarmen waardoor in opgeheven stand de
hoek van de koppelingsas beperkt blijft.
In de standaarduitvoering kunnen maximaal 12 zaai-
aggregaten op de turbine worden aangesloten.
3.4.2
Zaaiaggregaten
De aandrijving van de zaaischijven de van de zaai-
aggregaten door de aandrijftandwielen (3.20/1) loopt
over
•
de kettingaandrijving (3.20/2),
•
de
36-voudig
aandrijfkettingkast (3.20/3). Afhankelijk van de
gebruikte zaaischijf kunnen zaaiafstanden van 2
tot 53,8 cm in de rij worden ingesteld.
•
de koppelingsas (3.20/4) en
•
de secundaire overbrenging (3.20/5). Door aan de
secundaire overbrenging een extra tandwielkast te
koppelen kan in de rij tot 92,3 cm plantafstand
worden gezaaid.
De aandrijflijn van de hoofdaandrijfas voor de zaai-
aggregaten (3.20/6) naar het tandwiel voor de
aandrijving van de zaaischijf wordt door de centrale
aandrijving verzorgt. De centrale aandrijving bestaat
uit twee kettingwielen en een zware rollenketting, die
geheel afgeschermd in de onderste draagarm (3.20/7)
van de parallellogramophanging is ingebouwd.
In de standaard uitvoering kan met de hendel (3.20/8)
de aandrijving van de afzonderlijke zaaiaggregaten wor-
den in- of uitgeschakeld.
3.4.2.1
Breekpenbeveiliging
De geïntegreerde beveiliging van de aandrijving van
de zaai-aggregaten beschermt deze voor beschadiging
door overbelasting. Bij overmatige belasting breekt de
betreffende pen in de breekpencassette (3.21/1) af,
waardoor de aandrijving naar de zaaischijf wordt
onderbroken. De schakelhendel (3.22/2), die door de
breekpen wordt vastgehouden, zwenkt nu omhoog.
mechanisch
instelbare
Productbeschrijving
Fig. 3.19
4
3
8
2
1
6 7
Fig. 3.20
2
Fig. 3.21
29
1
5
9
1
DB 695 03.01