12.8
Aandrijving voor een aftakas met
710 toeren/minuut,
bestelnr.: 425 400
Zie hoofdstuk 4.2 en 8.7
12.9
Aandrijving voor aftakas met 540
toeren/minuut, bestelnr.: 914 260
Zie hoofdstuk 4.2 en 8.7
12.10 Aandrijving voor aftakas met 1000
toeren/minuut, bestelnr. : 914 261
(standaard uitvoering)
Zie hoofdstuk 4.2 en 8.7
12.11 Hydraulisch aangedreven turbine,
bestelnr.: 914 338
I
De hydraulische turbineaandrijving is
geschikt voor trekkers met load-sensing
of een gescheiden hydraulisch systeem.
Alleen met deze trekkers kan op de
kopakker
driepuntshefinrichting worden opgeheven,
zonder de turbineaandrijving uit te
schakelen.
Voor de hydraulische turbineaandrijving moet de
trekker zijn uitgerust met:
•
1 dubbelwerkend stuurventiel of
•
1 enkelwerkend stuurventiel en een drukloze
retour, indien mogelijk rechtstreeks aangesloten
op de olietank van de trekker.
De maximale oliebehoefte van de hydromotor
bedraagt ongeveer 22 l/min.
Om de turbine hydraulisch aan te drijven, de
hydromotor (12.12/1) op de ingaande as van de
turbineaandrijving monteren.
I
Op de ingaande as van het tussendrijfwerk
voor de turbine moeten de standaard
riemschijven (voor aftakasaandrijving met
1000 t/min.) gemonteerd zijn.
de
machine
het
de
Fig. 12.12
Extra uitvoeringen
1
155
DB 695 03.01