4.4.1
Verwisselen van de riemschijf
De Riemschijf (4.5/1) is met vier bouten (4.5/2) op de
aangedreven ingaande as (4.5/3) van het tussen-
drijfwerk bevestigd. De powerband (4.5/4) verbindt de
riemschijf en de aandrijfas van de turbine (4.5/5). Met
de veerbelaste rol (4.5/6) wordt de riem gespannen.
I
De spanning op de riem is afhankelijk van
de lengte "l" van de veer (4.6/1). De
veerlengte "l" wordt wederom bepaald door
de diameter "d" van de riemschijf. De juiste
voorspanning op de riem wordt bereikt bij
een veerlengte van :
•
l = 240-
mm bij riemschijf-
10
doorsnede d = 178 mm.
•
l = 260-
5
mm bij riemschijf-
doorsnede d = 255 mm.
•
l = 260-
5
mm bij riemschijf-
doorsnede d = 330 mm.
Riemschijf wordt als volgt vervangen:
•
ED met vacuümturbine:
-
Drie bouten losdraaien en beschermkap
wegnemen.
-
Riem ontspannen en de powerband afnemen.
-
Bouten losdraaien en riemschijf vervangen.
•
ED met druk- en vacuümturbine:
-
De 4 bouten van de klemplaat (4.7/1) van de
persluchtturbine losmaken en de klemplaat
verwijderen.
-
3-delige beschermkap (4.7/2) na het losdraaien
van de boutverbindingen, wegnemen.
-
Riem ontspannen en de powerband afnemen.
-
Bouten (4.5/2) losdraaien en de riemschijf
vervangen.
Overname, aanbouw en basisafstelling
5
Fig. 4.5
1
Fig. 4.6
1
2
Fig. 4.7
4
6
2
45
1
3
DB 695 03.01