7.0
In bedrijfstellen en werken met
de precisiezaaimachine
7.1
Machine in de werkstand brengen
Tijdens het opklappen en laten zakken van
de buitenste zaaiaggregaten mag zich nie-
mand binnen het zwaaibereik van de
zaaiaggregaten bevinden. Persoen uit de
gevarenzone verwijderen (gevaar voor
verwondingen!).
Nooit onder een opgeklapte markeur, die
niet is beveiligd, gaan staan!
7.1.1
Niet opklapbare machines ED 301, ED
451 en ED 601
-
Markeur uit de transportstand ontgrendelen en naar
beneden klappen (Fig. 7.1).
-
Werkdiepte van de markeurschijf controleren (zie
hiervoor hfdst. 5.2.1).
7.1.2
Opklapbare machines
Tijdens het uit- en inklappen van de
buitenste zaaiaggregaten mag zich nie-
mand binnen het zwenkbereik van de
elementen ophouden (beknellinggevaar!).
Wanneer het stuurventiel van de trekker
wordt losgelaten of de toets van de Profi-
bediening, stopt het in- of uitklappen
onmiddellijk
F
Wanneer de buitenste zaaiaggregaten vol-
ledig zijn uitgeklapt, worden ze automa-
tisch vergrendeld.
-
Bij de ED 601-K de beide kogelkranen (7.2/1) van
de transportvergrendeling voor de hydraulische
spoorbreedteverstelling openen.
I
ED 601-K machines pas op de grond
neerzetten, nadat de hydraulische
spoorbreedte-verstelling op de breedste
stand staat.
In bedrijfstellen
Fig. 7.1
1
Fig. 7.2
59
DB 695 03.01