Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stand Van De Reduceerklep Instellen - Amazone ED 01 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

7.4.3

Stand van de reduceerklep instellen

Met de stand van de reduceerklep (7.20/1) wordt de
grootte van de doorstroomopening (7.20/2) tussen het
zaadbakje en het zaaihuis bepaald. Op de fabriek is de
reduceerklep op stand "2" ingesteld. Met deze instel-
ling kunnen onder normale omstandigheden nagenoeg
alle zaadsoorten uit het zaadbakje naar de zaaiorganen
worden toegevoerd, zoals maïs, zonnebloemen,
sojabonen, katoen, erwten, sorghum, brachiara en
watermeloen (zie hiervoor ook hfdst. 7.4).
Reduceerklep stand "1" voor bonen en "3" voor bie-
ten.
F
De reduceerklep is instelbaar van stand 1
- 5. Iedere stand is op de reduceerklep
ingegraveerd (7.20/3).
Is er desondanks nog zaad door het inspectieluikje
(7.20/4) te zien, dan wordt het zaaihuis overmatig ge-
vuld. Hierdoor loopt het zaaihuis over en leidt tot onge-
controleerd uitbrengen van het zaad. Dit kan zich on-
der bepaalde omstandigheden voor doen:
bij zaadsoorten die bijzonder goed door lopen (zeer
glad en regelmatig oppervlak).
bij het zaaien met de ED in combinatie met een
schudegge.
In deze gevallen de opening naar het zaaihuis met
de reduceerklep (7.20/1) als volgt verkleinen:
-
Aanzuigdeksel en zaaischijf verwijderen (zie hier-
voor hfdst. 7.4.1).
-
Boutjes (7.20/5) losdraaien.
-
Doorlaatopening met de reduceerklep verkleinen.
-
Boutjes, waarmee de reduceerklep vast wordt
gezet, aandraaien.
-
Zaaischijf en aanzuigdeksel volgens hfdst. 7.4.1
monteren.
F
Loopt het zaad ondanks de zeer grote
doorlaatopening niet voldoende door, dan
de reduceerklep (7.20/1) geheel naar bo-
ven zetten, tot alleen de omtrek van het
zaaihuis de doorlaatopening begrenst.
In bedrijfstellen
2
Fig. 7.20
79
3
5
1
4
DB 695 03.01

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave