Inhoudsopgave
Advertenties
10.5
Bandenspanning
I
De
bandenspanning
controleren.
Af fabriek zijn de banden als volgt op spanning
gezet:
Banden 6.00-16
Banden 10.0/75-15
Terra-banden (extra uitvoering)
10.6
Kettingaandrijving
Bij de ED 301, ED 451, ED 451-K, ED 601 en ED
601-K zijn de kettingaandrijvingen voorzien van
rollenkettingen.
F
Rollenkettingen tijdens langere perioden
van stilstand losmaken, in petroleum rei-
nigen en vervolgens in opgewarmd vet of
olie dompelen. Tijdens het gebruik de
kettingen niet smeren.
I
Kettingaandrijvingen na 10 draaiuren en
vervolgens met intervallen van 100
draaiuren controleren en indien nodig de
kettingen spannen. Kan de ketting niet
meer worden gespannen, dan de ketting
overeenkomstig inkorten.
De
machines
zijn
kettingaandrijvingen uitgerust:
1. Aandrijfketting (10.7/1) van de as van de
loopwielen naar de ingaande as van de
nortonkast.
De ketting meer de veerbelaste kettingspanner
spannen. Voor controle van de spanning op de
ketting beschermkast demonteren.
I
Bij deze ketting en sluitschakel betreft het
een verzwaarde uitvoering met verhoogde
breuklast. Voor vervangen van de
sluitschakel of complete ketting alleen
originele
gebruiken.
regelmatig
1,2 bar.
1,2 bar.
1,2 bar.
met
de
volgende
AMAZONE–onderdelen
Service, reparatie en onderhoud
drie
1
Fig. 10.7
119
DB 695 03.01
Advertenties
Inhoudsopgave
