Inhoudsopgave
Advertenties
2.5
Veilig werken
Houdt U, naast de adviezen in deze bedieningshand-
leiding,
ook
rekening
veiligheidsvoorschriften
voorkoming van ongevallen zoals de ARBO-
wetgeving).
De aangebrachte waarschuwings- en adviestekens
dienen te worden opgevolgd
Bij transport op de openbare wegen, de betreffende
wegenverkeersvoorschriften in acht nemen.
2.5
Veiligheidsadviezen voor de
gebruiker
2.5.1
Algemene veiligheids-voorschriften en
voorschriften ter voorkoming van ongevallen
Grondregels:
Controleer voor ieder gebruik of de
machine aan alle genoemde veilgheids-
en verkeersvoorschriften voldoet.
1. Neemt U naast de aanwijzingen in deze bedie-
ningshandleiding,
veiligheidsvoorschriften en voorschriften ter
voorkoming van ongevallen in acht.
2. De
aangebrachte
adviestekens geven belangrijke aanwijzingen om
de machine zonder gevaar te gebruiken. Het in
acht nemen ervan, dient Uw veiligheid.
3. Bij gebruik van openbare verkeerswegen dienen
de betreffende bepalingen in acht te worden
genomen.
4. Alvorens met de werkzaamheden te beginnen,
dient U zich vertrouwd te maken met de functie
van alle inrichtingen en bedieningsorganen.
Tijdens het werken met de machine is het
daarvoor te laat.
5. De kleding van de gebruiker dient nauw om het
lichaam te sluiten. Loshangende kledingstukken
vermijden.
6. De machine schoonhouden ter voorkoming van
brandgevaar.
7. Voor het wegrijden en voor het in werking zetten,
goed om U heen kijken (kinderen!). Zorg voor
voldoende uitzicht!
8. Het meerijden op de machine op het land of
tijdens het transport is niet toegestaan.
9. Machine
overeenkomstig
aankoppelen en alleen aan de voorgeschreven
inrichtingen vastmaken.
met
de
algemene
en
voorschriften
de
algemeen
geldende
waarschuwings-
de
voorschriften
10. Bij het aan- en afkoppelen van machines of
trekker is extra voorzichtigheid geboden
11. Bij het aan- en afkoppelen de steunen in de be-
treffende stand brengen (stabiliteit!).
ter
12. Gewichten altijd volgens voorschriften aan de
daarvoor bestemde bevestigingspunten aan-
brengen.
13. Toelaatbare
toegestane afmetingen tijdens het transport in
acht nemen.
14. Voor het rijden op de openbare weg, controleren
of alle wettelijk voorgeschreven beschermings-
waarschuwings-, beveiligings- en verlichtings-
inrichtingen aan de machine zijn aangebracht en
zich in de voorgeschreven toestand bevinden.
15. Ontkoppeltouwen van de snelkoppelhaken
moeten loshangen en mogen tijdens het zakken
niet uit zich zelf losgaan.
16. Tijdens het rijden de bestuurders zitplaats niet
verlaten!
17. Rijeigenschappen, stuur- en remvermogen wor-
den door de aangebouwde of aangehangen
werktuigen en contragewichten beïnvloed. Let
daarom op voldoende stuur- en remvermogen.
18. Tijdens het opheffen van een werktuig met de
driepuntshefinrichting wordt de vooras van de
trekker, afhankelijk van het gewicht, ontlast. Zorg
en
er voor, dat de voorgeschreven voorasbelasting
toereikend is (20% van het eigengewicht van de
trekker!).
19. In bochten rekening houden met de uitzwaaiing,
lengte, breedte ,hoogte en massa van het
aangekoppelde werktuig.
20. De machine alleen in bedrijf nemen, als alle
beschermkappen op de juiste plaats en in de
juiste stand zijn gemonteerd.
21. Het is verboden zich in het werkbereik van de
machine op te houden.
22. Verblijf binnen het zwaai- en zwenkbereik van
de machine is verboden.
23. Het hydraulisch opklapframe mag niet bediend
worden, indien personen zich in het zwenkbereik
bevinden.
24. Aan van buitenaf bediende krachtoverbrengingen
(bv. hydraulische) bevinden zich plaatsen waar
men kwetsuren en kneuzingen kan oplopen.
25. Voor het verlaten van de trekker, het werktuig
geheel laten zakken, de motor uitzetten en de
contactsleutel er uit nemen en wachten tot alle
bewegende delen stilstaan.
Veiligheid
asbelasting,
totaalgewicht
DB 695 03.01
19
en
Advertenties
Inhoudsopgave
