INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE Opbergkoker 1 Over deze bedieningshandleiding Aanbouwframe Gebruikte beschrijvingen Universeel bedieningswerktuig 1.1.1 Waarschuwingen en signalen Achterwaartse verlichting en 1.1.2 Verdere aanwijzingen markering 1.1.3 Handelingsinstructies 4.10 Elektronische transmissiebewaking 1.1.4 Opsommingen 4.11 Chassis 1.1.5 Positienummers in afbeeldingen 4.12 Extra markering Tevens geldende documenten 4.13 Segmentverdelerkop Uw mening is belangrijk...
Pagina 4
INHOUDSOPGAVE 6.2.4 ISOBUS-leiding aankoppelen Op de wendakker keren 6.2.5 3-puntsaanbouwframe aankoppelen 6.2.6 Zaaieenheid Avant aankoppelen 8 Machine parkeren 6.2.7 Verlichting aan de zaaieenheid TwinTeC-zaaischijf parkeren monteren Toevoerleidingen van het Machine voorbereiden voor het slangpakket scheiden gebruik Hydraulische slangen loskoppelen 81 6.3.1 Werkstandsensor aanpassen ISOBUS-leiding afkoppelen...
1 | Over deze bedieningshandleiding Over deze bedieningshandleiding CMS-T-00000081-D.1 1.1 Gebruikte beschrijvingen CMS-T-005676-C.1 1.1.1 Waarschuwingen en signalen CMS-T-00002415-A.1 Waarschuwingen zijn gemarkeerd met een verticale balk met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. De signaalwoorden "GEVAAR", "WAARSCHUWING" of "VOORZICHTIG" beschrijven de ernst van het dreigende risico en hebben de volgende betekenis: GEVAAR Verwijst naar een direct gevaar met...
1 | Over deze bedieningshandleiding Gebruikte beschrijvingen 1.1.2 Verdere aanwijzingen CMS-T-00002416-A.1 BELANGRIJK Wijst op een risico voor machineschade. INSTRUCTIE MILIEUBESCHERMING Wijst op een risico voor milieuschade. AANWIJZING Wijst op gebruikstips en informatie voor een optimaal gebruik. 1.1.3 Handelingsinstructies CMS-T-00000473-B.1 Genummerde handelingsinstructies CMS-T-005217-B.1 Handelingen die in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd zijn weergegeven als genummerde...
1 | Over deze bedieningshandleiding Gebruikte beschrijvingen 1.1.3.2 Alternatieve handelingsinstructies CMS-T-00000110-B.1 Alternatieve handelingsinstructies worden ingeleid met het woord "of". Voorbeeld: 1. Bedieningsinstructie 1 alternatieve handelingsinstructie 2. Bedieningsinstructie 2 Handelingsinstructies met slechts één handeling CMS-T-005211-C.1 Handelingsinstructies met slechts één handeling worden niet genummerd maar met een pijl weergegeven.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheid en verantwoordelijkheid CMS-T-00004920-B.1 2.1 Principiële veiligheidsinstructies CMS-T-00004921-B.1 2.1.1 Betekenis van de bedieningshandleiding CMS-T-00006180-A.1 Bedieningshandleiding in acht nemen: De bedieningshandleiding is een belangrijk document en vormt een onderdeel van de machine. Deze is bestemd voor de gebruiker en bevat veiligheidsrelevante gegevens.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2 Veilige bedrijfsorganisatie CMS-T-00002302-C.1 2.1.2.1 Personeelkwalificatie CMS-T-00002306-A.1 2.1.2.1.1 Voorschriften voor alle personen die met de machine werken CMS-T-00002310-A.1 Als de machine op een ondeskundige manier wordt gebruikt, kunnen personen gewond of gedood worden. Om ongevallen door ondeskundig gebruik te vermijden, moet elke persoon die met de machine werkt voldoen aan de volgende minimumeisen:...
Pagina 13
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Landbouwers zijn principieel vertrouwd met het werken met landbouwmachines en instrueren indien nodig landbouwassistenten in het gebruik van de landbouwmachines. Ze kunnen eenvoudige reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan landbouwmachines zelf uitvoeren. Landbouwers kunnen bijvoorbeeld zijn: Landbouwers met een universitair diploma of een opleiding aan een technische hogeschool Landbouwers uit ervaring (bijv.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2.2 Werkplekken en passagiers CMS-T-00002307-B.1 Passagiers Passagiers kunnen door bewegingen van de machine vallen, aangereden en ernstig verwond of gedood worden. Opgeworpen voorwerpen kunnen passagiers raken en verwonden. Laat nooit personen meerijden op de machine.
Pagina 15
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Gevaar door schade aan de machine Schade aan de machine kan de bedrijfsveiligheid van de machine beïnvloeden en ongevallen veroorzaken. Daardoor kunnen ernstige of dodelijke letsels worden veroorzaakt. Wanneer u schade vermoedt of constateert, moet u tractor en machine beveiligen.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2.4.2 Persoonlijke beschermingsuitrusting CMS-T-00002316-B.1 Persoonlijke veiligheidsuitrusting Het dragen van een persoonlijke veiligheidsuitrusting is een belangrijke bouwsteen voor de veiligheid. Ontbrekende of ongeschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting verhoogt het risico op gezondheidsschade en letsels. Tot de persoonlijke veiligheidsuitrusting behoren bijvoorbeeld: werkhandschoenen, veiligheidsschoenen, beschermende kleding, adembescherming, gehoorbescherming,...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2.4.3 Waarschuwingsborden CMS-T-00002317-B.1 Waarschuwingsborden leesbaar houden waarschuwingsborden op de machine wijzen op gevaarlijke punten en zijn een belangrijk bestanddeel van de veiligheidsuitrusting van de machine. Ontbrekende waarschuwingsborden verhogen het risico op zware en dodelijke letsels. Reinig verontreinigde waarschuwingsborden.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.3.2 Gevarenzones CMS-T-00004923-A.1 Gevarenzones aan de machine In de gevarenzones bestaan de volgende belangrijke risico's: De machine en de werktuigen bewegen afhankelijk van het werk. Hydraulisch opgetilde machinedelen kunnen ongemerkt en langzaam dalen. Tractor en machine kunnen onbedoeld wegrollen.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.4 Veilig werken en veilige omgang met de machine CMS-T-00002304-G.1 2.1.4.1 Machines aankoppelen CMS-T-00002320-C.1 Machine aan tractor koppelen Als de machine niet correct met de tractor wordt gekoppeld, ontstaan er gevaren die tot ernstige ongelukken kunnen leiden.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.4.2 Rijveiligheid CMS-T-00002321-D.1 Risico's bij het rijden op straat en op het veld Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machines en gewichten aan voor- of achterzijde beïnvloeden het rijgedrag, de stuureigenschappen en het remvermogen van de tractor.
Pagina 21
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Gevaar voor ongevallen bij rijden op de openbare weg door ongecontroleerde zijwaartse bewegingen van de machine Borg de tractortrekstang voor het rijden op de openbare weg. Machine voorbereiden voor het rijden op straat Als de machine niet correct wordt voorbereid voor het rijden op de openbare weg, dan kunnen zware ongevallen het gevolg zijn.
Laat constructieve wijzigingen en uitbreidingen alleen uitvoeren door een gekwalificeerde vakwerkplaats. Opdat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften haar geldigheid behoudt, moet u waarborgen dat het vakbedrijf alleen de door AMAZONE vrijgegeven ombouwcomponenten, reserveonderdelen en accessoires gebruikt. MG6545-NL-II | B.1 | 22.07.2021...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.5.2 Werkzaamheden aan de machine CMS-T-00002323-C.1 Werkzaamheden alleen aan de uitgeschakelde machine Als de machine niet uitgeschakeld is, kunnen delen ervan onverwacht bewegen of kan de machine zich in beweging zetten. Daardoor kunnen ernstige of dodelijke letsels worden veroorzaakt.
Pagina 24
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Reparatiewerkzaamheden Ondeskundige reparatiewerkzaamheden, met name aan veiligheidsrelevante onderdelen, brengen de bedrijfsveiligheid in gevaar. Dit kan ongelukken met ernstig of dodelijk letsel worden veroorzaakt. Tot de veiligheidsrelevante onderdelen behoren bijvoorbeeld hydraulische componenten, elektronische onderdelen, frame, veren, aanhangkoppeling, assen en asophangingen, leidingen en tanks die brandbare stoffen bevatten.
Pagina 25
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Opgetilde machinedelen Opgetilde machinedelen kunnen onbedoeld dalen en personen verpletteren en doden. Blijf nooit onder opgetilde machinedelen staan. Als u aan of onder opgetilde machinecomponenten moet werken, laat u machinedelen neer of beveiligt u opgetilde machinedelen met een mechanische steuninrichting of hydraulische inrichting.
Principiële veiligheidsinstructies 2.1.5.3 Bedrijfsmiddelen CMS-T-00002324-C.1 Ongeschikte bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen die niet beantwoorden aan de eisen van AMAZONE kunnen schade aan de machine en ongevallen veroorzaken. Gebruik alleen bedrijfsmiddelen die voldoen aan de eisen in de technische gegevens. 2.1.5.4 Speciale uitrustingen en reserveonderdelen CMS-T-00002325-B.1...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsroutines 2.2 Veiligheidsroutines CMS-T-00002300-C.1 Tractor en machine beveiligen Indien tractor en machine niet beveiligd zijn tegen ongewenst starten en wegrollen, kunnen de tractor en de machine zich ongecontroleerd in beweging zetten en personen aanrijden, verpletteren of doden. Laat de opgetilde machine of machinedelen zakken.
Pagina 28
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsroutines Veiligheidsinrichtingen in functionerende toestand houden Indien veiligheidsinrichtingen ontbreken, beschadigd, defect of gedemonteerd zijn, kunnen mensen door machinecomponenten ernstig verwond of gedood worden. Controleer de machine minstens eenmaal per dag op schade, correcte montage en goede werking van de veiligheidsinrichtingen.
Pagina 29
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsroutines Opstappen en afstappen Door onvoorzichtig gedrag bij het opstappen en afstappen kunnen personen van de ladder vallen. Personen die niet via de normale klimhulp op de machine klimmen, kunnen uitglijden, vallen en zwaar gewond raken. Gebruik alleen de passende klimhulpen Vuil en bedrijfsmiddelen kunnen voor een gladde ondergrond zorgen en de stabiliteit...
Meer informatie over het correcte gebruik voor bijzondere gevallen kan bij AMAZONE worden opgevraagd. Andere dan de vermelde toegestane toepassingen worden beschouwd als niet toegestaan.
4 | Productbeschrijving Werking van de machine 4.2 Werking van de machine CMS-T-00004333-B.1 CMS-I-00003159 De machine kan alleen in combinatie met een geschikte grondbewerkingsmachine 5 worden ingezet. Met de combinatie kunnen de zaaibedbereiding en het zaaien in één rit worden uitgevoerd.
4 | Productbeschrijving Beschermingsinrichtingen TwinTeC-zaaigoedfixeerder Zaaischijfdrukinstelling hydraulisch Zaaischijfeg Exacteg Exactegopheffing Drukverstelling exacteg hydraulisch Zaaileidingbewaking 4.4 Beschermingsinrichtingen CMS-T-00004322-A.1 4.4.1 Verkeersveiligheidsbalk CMS-T-00000612-C.1 Ter bescherming tegen verwondingen tijdens het transport op straat dekt de verkeersveiligheidsbalk de tanden op de achterste eg af. CMS-I-00000088 MG6545-NL-II | B.1 | 22.07.2021...
4 | Productbeschrijving Waarschuwingsborden 4.5 Waarschuwingsborden CMS-T-00004330-B.1 4.5.1 Posities van de waarschuwingsborden CMS-T-00004331-B.1 CMS-I-00003265 4.5.2 Opbouw van de waarschuwingen CMS-T-000141-D.1 Waarschuwingsborden markeren gevaarlijke plaatsen op de machine en waarschuwen voor restgevaren. Op deze plaatsen doen zich permanent of onverwacht gevaarlijke situaties voor. Een waarschuwingsbord bestaat uit 2 vlakken: Veld 1 toont het volgende: Een illustratie van de gevarenzone omgeven...
4 | Productbeschrijving Waarschuwingsborden 4.5.3 Beschrijving van de waarschuwingsborden CMS-T-00004332-B.1 MD 078 Beknellingsgevaar voor vingers of handen Zolang de motor van de tractor of de machine draait, blijft u op afstand van de gevaarlijke plekken. Als u gemarkeerde delen met de hand moet bewegen, let dan op de beknellingsposities.
4 | Productbeschrijving Opbergkoker 4.6 Opbergkoker CMS-T-00001776-B.1 In de opbergkoker bevindt zich het volgende: Documenten Hulpmiddelen CMS-I-00002306 4.7 Aanbouwframe CMS-T-00004327-A.1 De zaaimachine wordt met de opname 1 op het walsframe van de dragermachine 2 bevestigd. Iedere zaaimachine beschikt over 2 opnames. CMS-I-00003160 Bovendien wordt de zaaimachine aan de verdelerkoppen 1 verbonden met het walsframe.
4 | Productbeschrijving Universeel bedieningswerktuig 4.8 Universeel bedieningswerktuig CMS-T-00001735-B.1 Met het universele bedieningswerktuig 1 worden instelwerkzaamheden aan de machine uitgevoerd. Het universele bedieningswerktuig wordt aan het machineframe in een houder bewaard. CMS-I-00001082 4.9 Achterwaartse verlichting en markering CMS-T-00001498-C.1 Waarschuwingsborden Achterlicht, rood Achterlichten, remlichten en richtingaanwijzers Achterlicht, geel CMS-I-00004545...
4 | Productbeschrijving Elektronische transmissiebewaking 4.10 Elektronische transmissiebewaking CMS-T-00004030-A.1 De zaairail bewaakt de aandrijving van de rotorcultivator. Sensoren 1 aan beide hoektransmissies 2 herkennen afwijkingen van de transmissietoerentallen. Als de transmissietoerentallen van elkaar afwijken of de werktuigdragers blokkeren, alarmeert de bedieningscomputer door een indicatie op het display en een akoestisch signaal.
4 | Productbeschrijving Extra markering 4.12 Extra markering CMS-T-00003999-B.1 Kentekenverlichting Kentekenplaathouder CMS-I-00003163 4.13 Segmentverdelerkop CMS-T-00004345-B.1 Het doseergoed wordt in de segmentverdelerkop 1 over alle schijven verdeeld. De verdelerkop beschikt over segmenten 2 , waarop de zaadleidingen 3 aangesloten zijn. CMS-I-00003164 Afhankelijk van de uitrusting is de segmentverdelerkop uitgerust met rijpadsegmenten.
4 | Productbeschrijving TwinTeC-zaaischijf 4.14 TwinTeC-zaaischijf CMS-T-00004346-B.1 De TwinTex-zaaischijf is een dubbele zaaischijf en legt het doseergoed op geploegde of gemulchde grond. De holle schijven 2 vormen de zaaivoor. Het doseergoed wordt tussen de holle schijven geleid en valt in de zaaivoor. De dieptegeleidingsrol 1 leidt de dubbele zaaischijf naar de ingestelde zaaidiepte en zorgt voor een goede plaatsing van het doseergoed.
4 | Productbeschrijving Zaaischijfeg De dieptegeleidingsschijf Control 10 1 heeft een 10 mm breed spoor en wordt op zwaardere grond toegepast. CMS-I-00004585 4.16 Zaaischijfeg CMS-T-00006648-A.1 De egtanden 1 van de zaaischijfeg bedekken het neergelegde doseergoed gelijkmatig met losse aarde. De instelhoek en de hoogte van de egtanden zijn instelbaar.
4 | Productbeschrijving Exacteg 4.17 Exacteg CMS-T-00006330-A.1 De egtanden 2 van de exacteg liggen horizontaal op de grond en bedekken het neergelegde doseergoed gelijkmatig met losse aarde. De stand van de egtanden is instelbaar. De druk op de exacteg bepaalt de bewerkingsintensiteit van de exacteg.
4 | Productbeschrijving Werkverlichting Voor het rijden op de openbare weg zijn alle armen 2 ingeklapt en met een pen 1 geborgd. CMS-I-00003172 4.19 Werkverlichting CMS-T-00004348-B.1 Dankzij de werkschijnwerpers 1 is het bewerkingsgebied ook in het donker goed zichtbaar. De werkschijnwerpers worden via de bedieningsterminal geschakeld.
Modeljaar Bouwjaar CMS-I-00004294 4.21 mySeeder-app CMS-T-00006215-A.1 De AMAZONE mySeeder-app maakt comfortabel omgaan met de machine mogelijk via een mobiel toestel. Via bluetooth kan de machine met een mobiel toestel worden verbonden en gegevens met de mySeeder-app uitwisselen. Met de mySeeder-app kan de machine gekalibreerd of de tank via de doseerder geleegd worden.
5 | Technische gegevens Technische gegevens CMS-T-00004349-B.1 5.1 Afmetingen CMS-T-00004352-B.1 Zaaieenheid Avant 6002-2 Afmetingen Met RoTeC-zaaischijven Met TwinTeC-zaaischijven Transportbreedte 2,9 m Transporthoogte (zaaicombinatie 3,9 m met onderstel en markeur) Totale lengte (zaaicombinatie met 3,8 m onderstel en markeur) Werkbreedte Zwaartepuntafstand...
TwinTeC-zaaischijf 8-12 km/h RoTeC-zaaischijf 6-12 km/h 5.5 Technische gegevens van de tractor CMS-T-00004353-B.1 Type Motorvermogen Zaaieenheid Avant 6002-2 Vanaf 176 kW / 240 pk Elektrische installatie Accuspanning 12 V Contactdoos voor verlichting 7-polig Hydraulisch systeem Maximale bedrijfsdruk 210 bar...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden CMS-T-00004356-B.1 6.1 Vereiste tractoreigenschappen berekenen CMS-T-00003740-A.1 CMS-I-00000581 Berekende Benaming Eenheid Beschrijving waarden Leeggewicht tractor Voorasbelasting van de bedrijfsklare tractor zonder aanbouwmachine of ballastgewichten Achterasbelasting van de bedrijfsklare tractor zonder aanbouwmachine of ballastgewichten Totaalgewicht van frontaanbouwmachine of frontgewicht Toegestaan totaalgewicht van achteraanbouwmachine of achtergewicht Afstand tussen zwaartepunt frontaanbouwmachine of...
Pagina 49
6 | Machine voorbereiden Vereiste tractoreigenschappen berekenen Berekende Benaming Eenheid Beschrijving waarden Afstand tussen midden van de vooras en midden van de trekstangaansluiting Zwaartepuntafstand: afstand tussen zwaartepunt voorste aanbouwmachine of voorste ballastgewicht en midden trekstangaansluiting Wielbasis Afstand tussen midden achteras en midden trekstangaansluiting Zwaartepuntafstand: afstand tussen midden van het trekstangkoppelpunt en het zwaartepunt van de...
6 | Machine voorbereiden Vereiste tractoreigenschappen berekenen 3. Werkelijk totaalgewicht van de combinatie van tractor en machine berekenen. CMS-I-00000515 4. Werkelijke achterasbelasting berekenen. Htat Vtat Htat Htat CMS-I-00000514 5. Draagvermogen voor twee tractorbanden zoeken in de gegevens van de fabrikant. 6.
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 6.2 Machine aankoppelen CMS-T-00004367-B.1 6.2.1 Toevoerleidingen aan het slangpakket koppelen CMS-T-00004439-B.1 Om de transportslang met het slangpakket te verbinden, het verbindingsstuk koppelen met de klem 2 . ME1212 2. Afhankelijk van de uitrusting van de machine de tweede transportslang verbinden met het slangpakket.
Pagina 52
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen Aanduiding Functie Tractorregeleenheid Instelling in Uitklappen bedieningster minal: Dubbelwerken Groen Inklappen Inklappen van de machine Instelling in Vergroten bedieningster Dubbelwerken minal: Groen Verkleinen Zaaischijfdruk Instelling in Optillen bedieningster minal: Dubbelwerken Groen Neerlaten Zaaischijf optillen Vergroten Werkdiepte Dubbelwerken...
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen BELANGRIJK Schade aan de machine door onvoldoende hydraulische olieretourleiding Gebruik voor de drukloze hydraulische olieretourleiding alleen DN16-leidingen. Kies korte retourtrajecten. Sluit de drukloze hydraulische olieretourleiding correct aan. Monteer de meegeleverde koppelmof op de drukloze hydraulische olieretourleiding. 1.
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 6.2.4 ISOBUS-leiding aankoppelen CMS-T-00003611-C.1 1. Stekker 1 van de ISOBUS-leiding aansluiten. 2. ISOBUS-leiding met voldoende bewegingsvrijheid en zonder schurende plekken of klempunten installeren. CMS-I-00004333 6.2.5 3-puntsaanbouwframe aankoppelen CMS-T-00001400-D.1 1. De tractortrekstangen 1 op gelijke hoogte instellen.
Pagina 55
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 2. Grondbewerkingsmachine langzaam optillen. De grondbewerkingsmachine 3 neemt de haken 4 van de zaaieenheid op. De console 1 ligt op het walsframe 2 van de grondbewerkingsmachine. CMS-I-00003131 3. Op alle consoles 2 de schroeven 1 monteren. Consoles zijn verbonden met het walsframe.
Pagina 56
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen WAARSCHUWING De steunen hebben geen vergrendeling Als de machine wordt ingeklapt, vallen de steunen uit de opname. Om te vermijden dat de steunen uit de opname vallen, de steunen demonteren. 9. Grondbewerkingsmachine met gekoppelde zaaieenheid optillen.
Pagina 57
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 17. Toevoerleiding van de job-computer 3 naar de rechter arm 2 aan het frame monteren. 18. Toevoerleiding via het frame 1 naar de interface aan het slangpakket geleiden. CMS-I-00003138 19. Toevoerleiding 1 voor de rotorcultivatorbewaking verbinden.
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen Als de zaaieenheid over een rijpadenmarkeerapparaat beschikt, de toevoerleiding van de zaaieenheid 1 verbinden met de grondbewerkingsmachine. CMS-I-00003123 22. Drukloze retour "rood T" van de zaaieenheid 3 met de grondbewerkingsmachine verbinden. 23. Transportslangen 2 in de houder 1 monteren. CMS-I-00003129 6.2.7 Verlichting aan de zaaieenheid monteren CMS-T-00004441-B.1...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om de verlichtingshouder op de zaaieenheid te monteren, beugelschroef 5 met de bevestigingsbuis 3 verbinden. 6. Moeren 4 met ringen monteren. 7. Elektrische verbinding 2 tot stand brengen. 8. Tweede verlichtingshouder 6 monteren. CMS-I-00003223 9.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 3. Moer vastdraaien. Om de werkstandsensor te configureren, zie bedieningshandleiding ISOBUS "Werkstandsensor configureren". 6.3.2 Verlichting inklappen CMS-T-00004418-A.1 Tijdens het werken moet de verlichting worden ingeklapt. Beide verlichtingspanelen 1 in de parkeerpositie zetten.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. Machine oplichten. 2. Universeel bedieningswerktuig op de instelspindel 1 steken. Om de zaaidiepte te verkleinen, universeel bedieningswerktuig linksom - draaien Om de zaaidiepte te vergroten, universeel bedieningswerktuig rechtsom + CMS-I-00003114 draaien.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. De hendel X naar de dieptegeleidingsschijf of dieptegeleidingsrol toe trekken, omhoog of omlaag bewegen en in de gewenste positie laten vastklikken om de dieptegeleidingsschijf of dieptegeleidingsrol helemaal te verwijderen, de hendel helemaal naar onderen bewegen en in het slobgat 2 naar achteren schuiven tot de dieptegeleidingsschijf of dieptegeleidingsschijf kan worden verwijderd.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Bij machines met comforthydraulica de functie activeren, zie bedieningshandleiding ISOBUS-software "Preselectie voor hydraulische functies". Bij machines met comforthydraulica de waarden voor de zaaischijfdruk instellen, zie bedieningshandleiding ISOBUS-software "Instellingen zaaischijfdruk". Om de zaaischijfdruk te vergroten, Tractorregeleenheid "groen 1"...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 5. Universeel bedieningswerktuig verwijderen en klink 2 in een groef van het raster laten vastklikken. Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld controleren. 6.3.8 Extra zaaischijfdruk aan de TwinTeC-zaaischijf instellen CMS-T-00004371-B.1 AANWIJZING De instelling van de extra zaaischijfdruk...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.10 Zaaischijven mechanisch optillen CMS-T-00006427-A.1 1. Machine oplichten. 2. Universeel bedieningswerktuig op de instelspindel 1 steken. Om de zaaischijf op te tillen, universeel bedieningswerktuig linksom - draaien Staat de wijzer 3 aan het einde van de schaal 4 , dan zijn de zaaischijven volledig opgetild.
Pagina 66
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. Machine oplichten. Om de egtand op de vlakke werkstand te zetten, Pen 2 in weergegeven boring monteren. Egtand ligt tegen de plaat 3 . Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld controleren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. Moer 1 demonteren. 2. Bout 3 demonteren. 3. Eghouder 2 in de gewenste positie brengen. 4. Bout 3 monteren. 5. Moer 1 monteren en vasttrekken. Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld CMS-I-00003182 controleren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.12.2 Stand van de egtanden instellen bij zaaimachines zonder exactegopheffing CMS-T-00006414-A.1 Bij juiste instelling van de exacteg liggen de egtanden horizontaal op de grond en hebben ze een speling van 50-80 mm naar onderen. Voor het instellen wordt de afstand A tussen dragerbuis en bodem ingesteld.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.12.3 Stand van de egtanden instellen bij zaaimachines met exactegopheffing CMS-T-00006331-A.1 Bij juiste instelling van de exacteg liggen de egtanden horizontaal op de grond en hebben ze een speling van 50-80 mm naar onderen. Voor het instellen wordt de afstand A tussen dragerbuis en bodem ingesteld.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. De hendel 1 uit de transportbeveiliging 2 verwijderen en omhoog trekken. CMS-I-00004673 Om de exactegdruk te vergroten, de veerclip 2 demonteren en in een hogere boring onder de aanslag 1 monteren om de exactegdruk te verkleinen, de veerclip 2 demonteren en in een lagere boring onder de aanslag 1 monteren.
Pagina 72
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik De exactegdruk wordt dan hydraulisch samen met de zaaischijfdruk ingesteld. Met grotere zaaischijfdruk wordt tegelijk een grotere exactegdruk ingesteld. 1. De hendel 1 uit de transportbeveiliging 2 verwijderen en omhoog trekken. CMS-I-00004673 Om de minimale druk van de exacteg vast te leggen,...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om de hogere exactegdruk in te stellen, de tractorregeleenheid "groen 1" bedienen om de lagere exactegdruk in te stellen, de tractorregeleenheid "groen 2" bedienen. Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld controleren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.13 Rijpadenmarkeerapparaat aan het machineframe instellen CMS-T-00004373-B.1 6.3.13.1 Rijpadenmarkeerapparaat uitklappen CMS-T-00004374-B.1 1. Pen 1 uit de boring 3 losmaken. 2. Zwenkarm 2 op de werkstand zetten. 3. Zwenkarm 3 in de middelste boring borgen. Om de pen in het verstelsegment te borgen, pen omlaag draaien.
Pagina 75
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 5. Spoorschijf op de gewenste positie plaatsen. 6. Bouten vastdraaien. Met de daarnaast liggende grendelboringen kan de ingestelde spoorbreedte a worden gevarieerd. 7. Pennen 1 en 2 uit de boring losmaken. Om de spoorbreedte van het rijpadenmarkeerapparaat met 20 cm te reduceren,...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.13.4 Rijpadwielbreedte instellen CMS-T-00004379-B.1 6.3.13.4.1 Rijpadsegmenten monteren CMS-T-00004376-B.1 1. De tractorwielbreedte c van het verzorgingsapparaat bepalen. Als er extra rijpadensegmenten vereist zijn, zaaigoedleidingen vervangen door rijpadsegmenten. CMS-I-00003196 3. 4 kartelschroeven 1 losmaken. 4.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 12. Daarnaast liggende bouten aan de tussensegmenten monteren. 13. Transportslang monteren. 14. Slangklem monteren. 15. Deksel monteren. 16. 4 kartelschroeven met de hand aandraaien. Om ervoor te zorgen dat alle rijpaden dezelfde wielbreedte hebben, voor alle rijpaden extra rijpadsegment monteren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.13.4.3 Rijpadsegmenten scheiden CMS-T-00004381-B.1 1. Stekkerverbinding tussen 1 en 4 losmaken. 2. Stekkerverbinding tussen 5 en 6 losmaken. Om ervoor te zorgen dat de schakeling aan het rijpadsegment niet onderbroken is, stekkerverbinding tussen 1 en 6 aansluiten.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.15 Werkbegin met een deelbreedte CMS-T-00004408-A.1 AANWIJZING Sommige rijpadenverdelingen vereisen een eerste rit met de halve werkbreedte. Om een verdelerkop te deactiveren, zie bedieningshandleiding "ISOBUS-software". Zie bedieningshandleiding "fronttank". 6.3.16 Rijenafstand instellen CMS-T-00004489-B.1 Voor grotere rijafstanden, bijv.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het rijden op straat AANWIJZING De afsluitdoppen passen niet in de rijpadsegmenten. Om met permanent gesloten rijpadsegmenten te werken, de gesloten rijpadsegmenten scheiden. 4. Rijpadenschakeling activeren. Om alle rijpadsegmenten te sluiten, rijpadenteller verder schakelen. Om de gewenste rijpadsegmenten permanent te deactiveren, zie pagina "Rijpadsegmenten scheiden".
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het rijden op straat 6.4.2 Verlichting uitklappen CMS-T-00004420-A.1 Om te zorgen dat de verlichting kan worden uitgeklapt, Machine oplichten. 2. Beide verlichtingspanelen 1 uitklappen. CMS-I-00003215 6.4.3 Rijpadenmarkeerapparaat aan het machineframe inklappen CMS-T-00004422-B.1 Om ervoor te zorgen dat de spoorschijf van de bodem loskomt, machine licht optillen.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het rijden op straat 6.4.5 Rijden op de weg met een zaaicombinatie Avant CMS-T-00004497-B.1 BELANGRIJK Zaaicombinatie met het gekoppelde chassis bewegen De zaaicombinatie met het gekoppelde chassis niet star in de 3-puntsaanbouw bewegen. Hydraulische topstang in zweefstand brengen.
6 | Machine voorbereiden Toegestane nuttige last berekenen 6.5 Toegestane nuttige last berekenen CMS-T-00002254-C.1 WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door overschreden nuttige last Als de nuttige last wordt overschreden, kan de machine beschadigd raken of/en een ongecontroleerd rijgedrag van de tractor optreden.
7 | Machine gebruiken Machine gebruiken CMS-T-00004490-B.1 7.1 Machine inzetten CMS-T-00004492-B.1 1. Machine parallel aan de bodem uitlijnen. 2. Machine op het veld laten zakken. 3. Hydraulica van de 3-puntslift op de zweefstand zetten. 4. Tractoraftakas inschakelen. De tractoraftakas alleen in stationair bedrijf of bij laag tractormotortoerental langzaam inkoppelen.
7 | Machine gebruiken Zaaidiepte controleren 7.2 Zaaidiepte controleren CMS-T-00004517-B.1 1. Fijne aarde 1 boven het zaaigoed 2 verwijderen. 2. Zaaidiepte 3 bepalen. 3. Zaaigoed weer bedekken met fijne aarde. 4. Zaaidiepte op meerdere plaatsen controleren. CMS-I-00003257 7.3 Op de wendakker keren CMS-T-00004491-B.1 AANWIJZING Het optillen van de machine zorgt voor de...
8 | Machine parkeren Machine parkeren CMS-T-00004435-B.1 8.1 TwinTeC-zaaischijf parkeren CMS-T-00004436-B.1 1. Machine oplichten. 2. Universeel bedieningswerktuig op de instelspindel 1 steken. Om de TwinTeC-zaaischijf in de parkeerpositie te brengen, de zaaidiepte tot nul verlagen. universeel bedieningswerktuig linksom - draaien. De schaal 3 dient als oriëntatie.
8 | Machine parkeren Voedingsspanning loskoppelen 2. Stekker 1 op de slanghouder inhangen. CMS-I-00004414 8.5 Voedingsspanning loskoppelen CMS-T-00001402-D.1 1. Stekker 1 voor voedingsspanning uittrekken. CMS-I-00001048 2. Stekker 1 op de slanghouder inhangen. CMS-I-00001248 8.6 Zaaicombinatie Avant loskoppelen CMS-T-00004438-B.1 WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk en dodelijk letsel door kantelen van de machine Plaats de machine op een vlakke ondergrond met voldoende draagkracht.
8 | Machine parkeren Zaaieenheid Avant afzonderlijk parkeren WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk en dodelijk letsel door kantelen van de zaaicombinatie Daar de steunen niet voor de gekoppelde zaaicombinatie zijn uitgevoerd, plaatst u de zaaicombinatie niet op de steunen. 1. Topstang 1 ontlasten. 2.
Pagina 90
8 | Machine parkeren Zaaieenheid Avant afzonderlijk parkeren Om de zaaischijfdruk op 0 te zetten, zie hoofdstuk "Zaaischijfdruk hydraulisch instellen" Hoofdstuk "Zaaischijfdruk mechanisch instellen". Om de zaaidiepte op 0 te zetten, zie hoofdstuk "Zaaidiepte aan de TwinTeC- zaaischijf instellen". BELANGRIJK De steunen dienen alleen voor de zaaieenheid.
Pagina 91
8 | Machine parkeren Zaaieenheid Avant afzonderlijk parkeren 9. Drukloze retour "geel T" van de zaaieenheid 3 van de grondbewerkingsmachine losmaken. 10. Transportslangen 2 uit de houder 1 demonteren. CMS-I-00003129 Als de zaaieenheid over een rijpadenmarkeerapparaat beschikt, de tractorregeleenheid "geel 2" van de zaaieenheid 1 van de grondbewerkingsmachine losmaken.
Pagina 92
8 | Machine parkeren Zaaieenheid Avant afzonderlijk parkeren 13. Toevoerleiding van de job-computer 3 van het middenframe 2 demonteren. 14. Toevoerleiding van de job-computer naar de interface van het slangpakket 1 demonteren. 15. Alle elektrische en hydraulische toevoerleidingen van de zaaieenheid van de rotorcultivator losmaken.
Pagina 93
8 | Machine parkeren Zaaieenheid Avant afzonderlijk parkeren 20. Moeren 3 demonteren. 21. Schijven 2 demonteren. 22. Beugelschroef 1 demonteren. 23. De verbinding aan alle verdelerkophouders losmaken. CMS-I-00003139 24. Toevoerleiding 1 voor de rotorcultivatorbewaking losmaken. CMS-I-00003128 Om de machine op een vlakke en stevige ondergrond te parkeren, Grondbewerkingsmachine langzaam neerlaten.
8 | Machine parkeren Verlichting op grondbewerkingsmachine monteren 26. Tractor met de gekoppelde grondbewerkingsmachine 1 langzaam vooruit bewegen. CMS-I-00003130 8.8 Verlichting op grondbewerkingsmachine monteren CMS-T-00004442-B.1 AANWIJZING Voor het rijden op de weg met de grondbewerkingsmachine moet de verlichting van de zaaieenheid op de grondbewerkingsmachine worden gemonteerd.
Pagina 95
8 | Machine parkeren Verlichting op grondbewerkingsmachine monteren Om de verlichtingshouder op de grondbewerkingsmachine te monteren, tegenhouder 4 met het walsframe verbinden. 6. Schroeven 3 met ringen en moeren 2 monteren. 7. Elektrische verbinding 5 tot stand brengen. 8. Tweede verlichtingshouder 6 monteren. CMS-I-00003222 9.
9 | Machine in stand houden Machine in stand houden CMS-T-00004443-B.1 9.1 Machine onderhouden CMS-T-00004446-B.1 9.1.1 Onderhoudsschema na het eerste gebruik Hydraulische slangen controleren zie pagina 98 als afsluiting van het seizoen Dieptegeleidingsschijven en dieptegeleidingsrollen zie pagina 94 controleren dagelijks Topstangpen en trekstangpen controleren zie pagina 97 elke 10 bedrijfsuren / dagelijks...
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.2 TwinTec-holle-schijven controleren CMS-T-00004452-B.1 INTERVAL elke 50 bedrijfsuren wekelijks 1. Diameter holle schijven bepalen. Wanneer de diameter van de holle schijven kleiner is dan 300 mm: Holle schijven vervangen. 3. Bouten 2 demonteren. 4.
Pagina 98
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 3. Bouten 8 demonteren. 4. Holle schijf 7 demonteren. 100 Nm 5. Afdichtring 5 demonteren. 6. Centrale bouten 6 demonteren. 17 Nm AANWIJZING De centrale schroeven hebben verschillende schroefdraad: CMS-I-00003234 De rechter centrale bout heeft rechtse schroefdraad De linker centrale bout heeft linkse schroefdraad...
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 1. Machine oplichten. Om de afstand van de dieptegeleidingsrollen- afstrijkers te controleren, rol 2 draaien. Als de afstand te groot is, Moer 3 losmaken. 4. Dieptegeleidingsrollen-afstrijker 1 afstellen. 5. Moer vastdraaien. CMS-I-00003180 Om de afstand te controleren, rol opnieuw draaien.
Pagina 101
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden Om de beschadigde dieptegeleidingsschijf of dieptegeleidingsrol van de zaaischijf te verwijderen, stevig tegen de dieptegeleidingsschijf of dieptegeleidingsrol drukken, de hendel 2 helemaal naar onderen bewegen en in het slobgat 3 naar achteren schuiven tot de dieptegeleidingsschijf of dieptegeleidingsrol kan worden verwijderd.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.7 Snijschijven controleren CMS-T-00006335-A.1 INTERVAL elke 50 bedrijfsuren wekelijks 1. Diameter van de snijschijven bepalen. Als de diameter van een snijschijf kleiner is dan 289 mm, snijschijf vervangen. Om de snijschijf te vervangen, schroeven 1 aan de voorkant van de snijschijf demonteren.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.9 Segmentverdelerkop reinigen CMS-T-00004448-C.1 INTERVAL elke 10 bedrijfsuren dagelijks AANWIJZING De segmentverdelerkop moet vrij van stof, afzettingen en vreemde objecten zijn. In zeer stofrijke gebruiksomstandigheden het inspectie-interval verkorten. 1. 4 kartelschroeven 1 losmaken. 2.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.11 Hydraulische slangen controleren CMS-T-00002331-B.1 INTERVAL na het eerste gebruik elke 50 bedrijfsuren wekelijks 1. Hydraulische slangen controleren op beschadigingen zoals schuurplekken, sneden, scheuren en vervormingen. 2. Hydraulische slangen controleren op lekkages. Hydraulische slangen mogen maximaal 6 jaar oud zijn.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.12 Transporttraject reinigen CMS-T-00006621-A.1 INTERVAL elke 100 bedrijfsuren als afsluiting van het seizoen 1. 4 kartelschroeven 4 losmaken. 2. Deksel 1 afnemen. Om de afzettingen te verwijderen, een waterstraal in de zaaigoedleidingen 3 en de ribbelbuis 2 leiden.
9 | Machine in stand houden Machine smeren 9.2 Machine smeren CMS-T-00004453-B.1 BELANGRIJK Machineschade door ondeskundige smering Smeer de machine in overeenstemming met het smeerschema op de gemarkeerde smeerpunten. Om te vermijden dat er vuil in de smeerpunten wordt geperst, moet u de smeernippels en de vetspuit zorgvuldig reinigen.
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3 Storingen oplossen CMS-T-00004444-B.1 Storing Oorzaak Oplossing Verlichting voor het rijden op de Lampen of voedingskabel Lamp vervangen. openbare weg heeft een storing. beschadigd. Voedingskabel vervangen. Bedieningsterminal meldt De toerentalsensor meldt bij zie pagina 104 toerentalfout lopende machine een toerentalfout.
Pagina 109
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen Storing Oorzaak Oplossing TwinTeC-zaaischijf verspreidt geen De zaaigoedleiding is licht verstopt. Machine opheffen. zaaigoed Zaaigoedleiding van onderen reinigen. De zaaigoedleiding is sterk zie pagina 108 verstopt. MG6545-NL-II | B.1 | 22.07.2021...
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3.1 Bedieningsterminal meldt toerentalfout CMS-T-00004518-A.1 De toerentalsensor meldt bij lopende machine een toerentalfout. 1. Toerentalsensor demonteren. 2. Magnetisch sensorvlak van spaanders bevrijden. 3. Toerentalsensor monteren. 9.3.2 TwinTec-zaaischijf fixeert zaaigoed niet voldoende in de voor CMS-T-00006593-A.1 Als de zaaigoedfixeerder versleten is, wordt het zaaigoed niet in de voor gefixeerd.
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3.3 TwinTec-zaaischijf leidt zaaigoed niet zuiver in de voor CMS-T-00006594-A.1 Als de geleidingsverlenging versleten is, dan wordt het zaaigoed niet in de voor geleid. 1. Slang 6 demonteren. 6 Nm 2. Bout 7 demonteren. 3.
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3.5 Exacteg bedekt zaaigoed niet voldoende met fijne aarde CMS-T-00006600-A.1 Bij zaaimachines zonder exactegopheffing is de overbelastingsbeveiliging geactiveerd. Om de exacteg juist te positioneren, Machine oplichten. 2. Resten van de gebroken breekbout 1 verwijderen.
9 | Machine in stand houden Machine reinigen 9.3.8 TwinTeC-zaaischijf verspreidt geen zaaigoed CMS-T-00006601-A.1 De zaaigoedleiding is sterk verstopt. Als de blokkering van onderen niet kan worden verwijderd, Slang 4 demonteren. 6 Nm 2. Bout 5 demonteren. 3. Zaaigoedleiding 1 demonteren. 4.
10 | Machine laden Machine laden CMS-T-00004493-B.1 10.1 Machine vastsjorren CMS-T-00004859-B.1 De machine heeft 3 sjorpunten voor sjormiddelen. WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ondeskundig aangebrachte sjormiddelen Als de sjormiddelen op niet gemarkeerde sjorpunten worden bevestigd, kan de machine tijdens het sjorren beschadigd worden en de veiligheid in het gedrang komen.
10 | Machine laden Machine heffen 10.2 Machine heffen CMS-T-00004154-B.1 De machine heeft 3 aanslagpunten voor hijsmiddelen. CMS-I-00003268 WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ondeskundig aangebrachte hijsmiddelen Als de hijsmiddelen op niet gemarkeerde plaatsen worden bevestigd, kan de machine tijdens het heffen beschadigd worden en de veiligheid in het gedrang komen.
12 | Indexen Indexen 12.1 Verklarende woordenlijst CMS-T-00000513-B.1 Bedrijfsmiddel Bedrijfsmiddelen dragen bij tot de bedrijfsklare toestand. Tot de bedrijfsmiddelen behoren bijvoorbeeld reinigingsmiddelen en smeermiddelen zoals smeerolie, smeervetten of poetsmiddelen. Machine Aangebouwde machines zijn accessoires van de tractor. Aangebouwde machines worden in deze bedieningshandleiding echter consequent machine genoemd.
12 | Indexen Index 12.2 Index 3-puntsaanbouwframe Egtanden aankoppelen Stand instellen, zaaimachines met exactegopheffing Stand instellen, zaaimachines zonder exactegopheffing Aanbouwcategorieën Aanbouwframe Zie ook exacteg Aanhaalmomenten Elektronische transmissiebewaking aankoppelen Enkele zaaischijf zie ook RoTec-zaaischijf ISOBUS-leiding aankoppelen Exacteg Aankoppelen Druk hydraulisch instellen Toevoerleidingen aan het slangpakket Druk mechanisch instellen In werkstand zetten...
Pagina 121
12 | Indexen Index Topstangpen controleren Trekstangpen controleren TwinTeC-aandrukrol controleren Machine aankoppelen TwinTeC-dieptegeleidingsrollen-afstrijker Zaaieenheid Avant aankoppelen controleren Machine inklappen TwinTeC-holle-schijf-afstand controleren TwinTec-holle-schijven controleren Machine in stand houden Machine smeren Opbergkoker Storingen oplossen Optimale werksnelheid Machine koppelen Verlichting aan de zaaieenheid monteren Verlichting op grondbewerkingsmachine monteren Productbeschrijving...
Pagina 122
12 | Indexen Index Zaaidiepte instellen Holle-schijf-afstand controleren Zaaischijfdruk hydraulisch instellen Holle schijven controleren Zaaischijfdruk mechanisch instellen Typeplaatje aan de machine Segmentverdelerkop Beschrijving Verkeersveiligheidsbalk reinigen aanbrengen Snijschijven Beschrijving controleren (RoTeC-zaaischijf) verwijderen vervangen (RoTeC-zaaischijf) Verlichting Speciale uitrusting aan zaaieenheid monteren Storingen oplossen Verlichting en markeringen Achter Verlichting inklappen...