2.5.4
Hydraulische installatie
1. Let op! De hydraulische installatie staat onder
hoge druk!
2. Bij het aansluiten van hydraulische cilinders en
motoren dient men te letten op de voorgeschreven
aansluitingen van de hydraulische slangen.
3. Bij het aansluiten van de hogedrukslangen aan
de trekkerhydrauliek dient men er op te letten,
dat hydrauliek zowel van de trekker als van de
machine, niet onder druk staat.
4. Bij hydraulische functionele verbindingen tussen
trekker en werktuig dienen de koppelingsdelen
te worden gemerkt, waardoor bedieningsfouten
worden uitgesloten. Bij het verwisselen van de
aansluitingen, die een tegenovergestelde functie
hebben (bv. heffen i.p.v. zakken) bestaat er
gevaar voor ongelukken.
5. De hydraulische slangen voor het in bedrijfstellen
van de machine, vervolgens tenminste een keer
per jaar, door een vakman op arbeidstechnische
veiligheid laten controleren! De te vervangen
slangen moeten voldoen aan de technische
specificaties van de machinefabrikant.
6. Tijdens het opsporen van lekkages, wegens het
gevaar
voor
hulpmiddelen gebruiken.
7. Onder hoge druk uittredende vloeistoffen (hy-
draulische olie) kunnen in de huid doordringen
en zware verwondingen veroorzaken. Bij letsel
onmiddellijk een arts raadplegen. Gevaar voor
infectie!
8. Voor werkzaamheden aan de hydraulische
installatie, de machine op de grond zetten, het
systeem drukloos maken en de motor afzetten.
9. De gebruiksduur van slangleidingen mag zes jaar,
inclusief een eventuele opslagtijd van ten hoogste
twee jaar niet overschrijden. Ook bij doelmatige
opslag en toelaatbare belasting ondergaan de
slangen en de slangverbindingen een natuurlijk
verouderingsproces waardoor de opslagtijd en
de levensduur wordt beperkt. In afwijking hier-
van kan de gebruiksduur, in bijzonder in relatie
tot de gevarenbelasting, vastgelegd worden. Voor
slangen en slangleidingen uit thermoplastisch
materiaal kunnen andere richtwaarden van
toepassing zijn.
verwondingen,
geschikte
2.6.5
Algemene veiligheidsvoorschriften en
voorschriften ter voorkoming van
ongevallen bij onderhoud, reparatie
en service
1. Service-, reparatie-, en onderhoudswerkzaam-
heden, alsmede het opheffen van storingen
uitsluitend en alleen met afgezette en stilstaande
motor uitvoeren. Contactsleutel eruit halen!
2. Moeren en bouten regelmatig controleren en zo
nodig natrekken.
3. Tijdens onderhoudswerkzaamheden aan machines
in opgeheven stand , deze altijd beveiligen met
geschikte ondersteuning elementen.
4. Draag handschoenen en gebruik het juiste
gereedschap tijdens het vervangen van scherpe
onderdelen.
5. Oliën , vetten en filter op de voorgeschreven wijze
afvoeren.
6. Voor het werken aan elektrische installaties, altijd
de stroomtoevoer uitschakelen.
7. Bij elektrische laswerkzaamheden aan de trekker
en aangekoppelde machine, kabels van de dynamo
en de accu van de trekker losmaken.
8. Let op bij het wisselen van de wielen, dat de
machine veilig is opgekrikt en niet kan wegrollen
(stopwiggen).
9. Reparaties aan banden mogen alleen door
vakmensen en met de geschikte gereedschappen
uitgevoerd worden.
10. Het monteren van banden vereist vakkennis en
speciaal gereedschap.
11. Bij te hoge bandenspanning bestaat gevaar voor
explosie.
12. Bandenspanning regelmatig controleren.
13. De vervangende onderdelen moeten tenminste
voldoen aan de door de fabrikant gestelde eisen!
De originele AMAZONE-onderdelen voldoen aan
de gestelde voorwaarden!
21
Veiligheid
DB 695 03.01