Inhoudsopgave
Advertenties
7.5
Instellen van de korrelafstanden
De afstand van de korrels in de rij kunnen, reke-
ning houdend met het aantal gaten in de zaai-
schijf, worden ingesteld door:
•
de keuze van de kettingoverbrenging van de instel-
bare aandrijving (7.22/1) en
•
de gekozen ingang "X" of "Y" of "Z" (Extra uitvoe-
ring vertragingskast "Z"), waarop de koppelingsas
(7.22/2) op de secundaire overbrenging (7.22/3) is
aangesloten.
Met behulp van de insteltabel voor de ketting-
aandrijving (7.22/4) kunnen de korrelafstanden met
36 kleine intervallen trapsgewijs van 4,1 tot 26,9
cm (Ingang "X" of "Y") worden ingesteld. Met de
ingang "Z" kunnen korrelafstanden tot 46,1 cm wor-
den ingesteld. De instelling geschiedt met behulp
van de tabel voor de vertragingskast "Z".
De korrelafstand is afhankelijk van:
•
het aantal te zaaien planten of korrels per m² (kor-
rels per ha/10 000).
•
de gewenste rijenafstand.
•
het aantal gaten in de zaaischijf.
In bedrijfstellen
2
1
3
4
Fig. 7.22
81
DB 695 03.01
Advertenties
Inhoudsopgave
