Pagina 1
Bedieningshandleiding Precisiezaaimachine ED 01 MG 609 Voor in gebruikname de DB 695 (NL) 03.01 bedieningshandleiding en de Printed in Germany veiligheidsadviezen doorlezen en opvolgen!
Inhoudsopgave Gegevens over de machine ........................9 Toepassing ............................. 9 Fabrikant ............................9 Conformiteitverklaring ........................9 Gegevens bij informatie en bestellingen ..................9 Kenmerking ............................ 9 Technische gegevens ........................10 1.6.1 Gegevens over geluidsontwikkeling ................. 12 Hydraulische aansluitingen voor opklapbare machines ............... 12 Doelgericht gebruik ........................
Pagina 4
Inhoudsopgave Ontvangst, aan- en opbouw van de machine ..................41 Ontvangst van de machine ......................41 Aanbouw ............................41 Koppelingsas met vrijloop ......................42 4.3.1 Het op maat maken en montage van de koppelingsas ............ 42 De turbine aandrijven met verschillende aftakastoerentallen van de trekker ....... 44 4.4.1 Verwisselen van de riemschijf ..................
Pagina 5
Inhoudsopgave 7.4.2 Stand van de afstrijker instellen ..................78 7.4.3 Stand van de reduceerklep instellen ................79 7.4.4 De uitwerper vervangen ....................80 Instellen van de korrelafstanden ....................81 7.5.1 Berekening van het aantal “korrels per hectare” .............. 87 7.5.2 Berekening van het aantal “korrels per hectare”...
Pagina 6
Inhoudsopgave In bedrijfstellen van de rijenkunstmeststrooier ................107 Vullen van de kunstmesttrechter ....................107 Opklappen van de vulzeven ....................... 107 Aandrijving van de doseerrollen ....................107 Instellen van de kunstmestafgifte ....................107 Kunstmeststrooitabel ......................... 108 9.4.1 Instellen van de hendel op de aandrijfkast ..............110 9.4.2 Instellen van de doseerschuiven ..................
Pagina 7
Inhoudsopgave 12.0 Extra uitvoeringen..........................147 12.1 Precisiezaaischijven ........................147 12.1.1 Zaaischijven voor de zaaiaggregaten Classic en Contour ..........147 12.1.2 Zaaischijven voor Contour-zaaiaggregaten ..............147 12.2 Zaaikouter voor bonen ....................... 147 12.3 Veerdrukverstelling voor het zaaiaggregaat, compleet (per kouter) ........... 148 12.4 Universeel kunstmestschijfkouter ....................
De veiligheids- en technische eisen wor- den gemaakt! den pas vervuld, indien bij reparatie uitsluitend originele AMAZONE- onderdelen worden gebruikt. Het gebruik van andere, niet vrijgegeven onderdelen kan de aansprakelijkheid voor de daar uit voortvloeiende gevolgen opheffen. DB 695 03.01...
2,10 1,98 2,19 (met aandrukrol ø 370 mm) Aantal zaaiaggregaten (standaarduitvoering) Aantal zaaiaggregaten (max.) (zie tabel “ mogelijke rijenafstanden voor ED 01”) zonder rijenbemesting met rijenbemesting Rijenafstand [cm] (standaarduitvoering) hydr.aandr Ketting aandrijfkast met Aandrijving en job- 36 instelmogelijkheden (standaard) met extra aandrijfkast 54 stappen...
Pagina 11
2,30 2,18 2,39 met rubber V-drukrol (standaarduitvoering) Aantal zaaiaggregaten (standaarduitvoering) Aantal zaaiaggregaten (max.) (zie tabel “ mogelijke rijenafstanden voor ED 01”) zonder rijenbemesting met rijenbemesting Rijenafstand [cm] (standaarduitvoering) hydr.aandr Ketting aandrijfkast met Aandrijving en job- 36 instelmogelijkheden (standaard) met extra aandrijfkast 54 stappen...
Gegevens over de Machine 1.6.1 Gegevens over geluidsontwikkeling De geluidsemissie bij de bestuurdersplaats bedraagt 76 dB (A), gemeten in het werk met een gesloten cabine op oorhoogte van de trekkerbestuurder met de decibelmeter OPTAC SLM 5. Hydraulische aansluitingen voor opklapbare machines aantal trekker markeurs BS laad-...
Aanspraak op vergoeding van schade, die niet aan de precisiezaaimachine zelf is ontstaan, is uitgesloten. De precisiezaaimachines AMAZONE ED 301, ED 451, Daartoe behoort ook, dat voor schade als gevolg van ED 451-K, ED 601 en ED 601-K zijn uitsluitend be- zaaifouten geen aansprakelijkheid wordt aanvaard.
Pagina 14
Gegevens over de Machine DB 695 03.01...
Veiligheid Veiligheid 2.3.2 LET OP- symbool Betreft veiligheidsaanwijzingen, die door ze niet in Deze bedieningshandleiding bevat belangrijke acht te nemen kunnen leiden tot beschadiging en min- aanwijzingen, die bij de aanbouw, tijdens het zaaienen der goed functioneren van de machine worden het let en bij het onderhoud moeten worden opgevolgd.
Pagina 16
Veiligheid MD 094 MD 095 MD 089 MD 081 MD 083 MD 078 MD 078 MD 086 Pictogramnr. : MD 078 Verklaring: Nooit met de handen in de gevarenzone komen, zolang Fig. 2.1 daar nog delen kunnen bewegen! Personen uit de gevarenzone verwijderen! MD 083 MD 082 MD 082...
Pagina 17
Veiligheid MD 089 MD 083 Pictogramnr.: MD 089 Pictogramnr.: MD 083 Verklaring: Verklaring: Niet onder een opgeheven aggregaat gaat staan (Niet Niet handen zaadbak beveiligde last)! kunstmestvoorraadbak –vulvijzel grijpen. Verwondinggevaar door roterende roeras of vulvijzel! MD 084 MD 093 Pictogramnr.: MD 093 Pictogramnr.: MD 084 Verklaring: Verklaring:...
Pagina 18
Veiligheid Pictogramnr.: MD 095 Verklaring: Voor ingebruikname de bedieningshandleiding en veiligheidsaanwijzingen lezen en in acht nemen! MD 095 DB 695 03.01...
Veiligheid Veilig werken 10. Bij het aan- en afkoppelen van machines of trekker is extra voorzichtigheid geboden Houdt U, naast de adviezen in deze bedieningshand- 11. Bij het aan- en afkoppelen de steunen in de be- leiding, rekening algemene treffende stand brengen (stabiliteit!). veiligheidsvoorschriften voorschriften voorkoming van ongevallen zoals de ARBO-...
Veiligheid 26. Tussen trekker en werktuig mag niemand zich 4. Het aan- en afkoppelen van de koppelingsas mag ophouden, zonder dat het voertuig tegen weg- alleen uitgevoerd worden als de aftakas is rollen met de handrem of stopwiggen is vastgezet. uitgeschakeld, de motor is afgezet en de contactsleutel er uit genomen is.
De originele AMAZONE-onderdelen voldoen aan verouderingsproces waardoor de opslagtijd en de gestelde voorwaarden! de levensduur wordt beperkt. In afwijking hier- van kan de gebruiksduur, in bijzonder in relatie tot de gevarenbelasting, vastgelegd worden.
Productbeschrijving Productbeschrijving De basis uitvoering van de ED precisiezaaimachine is de vierrijige ED 301 met driepunts aanbouwframe en een werkbreedte van 3 m (Fig. 3.1). Voor meer capaciteit worden de precisiezaaimachines ED 451 of ED 451-K (met 4,5 m werkbreedte) of de ED 601 of ED 601-K (6 m werkbreedte) aangeboden.
Productbeschrijving Profi zaai-aggregaten Classic en Contour 3.1.1 Classic-zaai-aggregaat Met het Classic-zaai-aggregaat (Fig. 3.4) kan na het ploegen maïs, sojabonen, veldbonen, tuinbonen, erwten, katoen, sorghum, etc. worden gezaaid. Voor het zaaien van bonen en erwten kan de basisuitvoering met maximaal 10 zaai-elemeten wor- den uitgerust, welke op gelijke rijenafstand over 3 m worden verdeeld.
Pagina 25
Productbeschrijving De verstelspindel (3.7/1) voor de zaaidiepte kan in verschillende posities tussen de ophangbeugel (3.7/2) en de bevestigingsplaat (3.7/3) worden vastgezet. Hierdoor individuele instelling gewichtsverdeling tussen de voorlopende en achterste drukrol mogelijk voor een optimale aanpassing aan de heersende bodemgesteldheid en grondsoort. Fig.
Productbeschrijving Drukrollen en toestrijkers Voor de uitvoering van de zaai-aggregaten zijn diverse kogelgelagerde farmflex wielen en rubber V-vormige aandrukrollen in diverse afmetingen beschikbaar. Zij zorgen voor het instellen van de zaaidiepte evenals het aandrukken en sluiten (alleen rubber V-drukrollen) van de zaaivoor.
Productbeschrijving Markeurs 3.3.1 Markeurs voor ED 301, ED 451, ED 451- K en ED 601 De precisiezaaimachines ED 301, ED 451, ED 451-K en ED 601 in standaarduitvoering voorzien van markeurs (3.14/1). Naar beneden geklapt (Fig. 3.14) dringen de markeurschijven (3.14/2) altijd in de grond, voor zover de zaaimachine niet is uitgerust met een hydraulische markeurwisselautomaat of met verticaal inklappen van de markeurs (beide extra uitvoering.
Productbeschrijving Komt de markeur in aanraking met een vast obstakel, dan breekt de breekbout (3.17/1) af en wordt bescha- diging van de markeurarm voorkomen. Fig. 3.17 3.3.2 Markeur voor ED 601-K Bij de precisiezaaimachine ED 601-K worden de markeurs in standaarduitvoering verticaal (3.18/1) opgeklapt.
Als alternatief voor de aandrijving met de koppelingsas (Fig. 3.19) van de vacuümturbine (3.19/1), kan deze ook hydraulisch worden aangedreven (extra uitvoering). De turbine van de AMAZONE precisiezaaimachine bevindt zich ver achter de aankoppelpunten van de onderste hefarmen waardoor in opgeheven stand de hoek van de koppelingsas beperkt blijft.
Productbeschrijving Het verenkelen Het zaad wordt door de zaaduitloop (3.22/1) van het zaadbakje naar de zaaischijf (3.23/1) geleid. Het precisiezaai-element werkt volgens het vacuümprincipe. Het vacuüm, dat door de aanzuigturbine wordt opgewekt, zuigt de korrels uit de zaadvoorraad tegen de noppenvormige gaten van de zaaischijf en geleidt het naar de afstrijker (3.22/2) .
Productbeschrijving Rijenkunstmeststrooier Het zwaartepunt van de grote, doorgaande kunstmestbak (3.25/1) ligt dicht achter de trekker. Met het goed bereikbare laadplatform of de overlaadvijzel (3.25/2) kan de kunstmestbak eenvoudig en snel wor- den gevuld. Met de overlaadvijzel en de zwenkbare uitloop (3.25/3) kan de grote voorraadbak in drie tot vier minuten wor- den gevuld.
De slijtvaste kouterpunten kunnen worden omgedraaid wanneer ze voor de helft zijn versleten. Fig. 3.28 De AMAZONE-kunstmestkouters trekken de grond tot de onderzijde van de schaarpunt los op de volledige breedte van het kouter waardoor de kunstmest aan de basis wordt weggelegd.
Productbeschrijving 3.7.4 ED 451-K en ED 601-k, met gescheiden bediening voor opklappen van aggregaten en verdeelblok Voor trekkers met beperkt aantal hydraulische aansluitingen op de trekker. 1 DW 1 DW Fig. 3.34 Fig. 3.34/... 6 - verticaal opklappen markeur links. 7 - kogelkraan voor beveiliging inklappen van de 1 - buitenste aggregaat rechts.
Productbeschrijving 3.7.5 Profi-schakeling met AMASCAN PROFI Alle hydraulische functies worden elektro-hydraulisch met de AMASCAN PROFI (Fig. 3.35) vanuit de trekkercabine bediend.. De Profi-schakeling omvat volgende functies: • afzonderlijk in- en uitklappen van de buitenste aggregaten, • bediening van de markeurs en •...
Productbeschrijving 3.7.5.1 Profi-schakeling ED 451-K en ED 601-K Bediening van buitenste aggregaten en markeurs alleen in combinatie met verticaal opklapbare markeurs. 1 DW 1 EW / 1 T Fig. 3.36 Fig. 3.36 8 - Stelschroef voor keuze hydr. systeem. De instelling is afhankelijk van type hydraulisch 1 - buitenste aggregaat rechts.
Productbeschrijving 3.7.5.2 Profi-S-schakeling voor ED 451-K en ED 601-K Bediening van markeurs en buitenste aggregaten in combinatie met verticaal opklapbare markeurs en bediening van de overlaadvijzel. 1 EW / 1 T Fig. 3.37 Fig. 3.37 6 - verticaal opklappen markeur links. 7 - stuurventiel.
Productbeschrijving Elektrische en elektronische controle mogelijkheden 3.8.1 EF 2 Elektrische functiecontrole De EF 2 (Fig. 3.38) controleert de breekpenbeveiliging van de aandrijving van de zaai-aggregaten. Breekt een pen af, dan wordt de chauffeur optisch en akoestisch gewaarschuwd door de EF 2. Fig.
Aanbouw AMAZONE ED aan de driepuntshefinrichting ach- ter aan de trekker koppelen.(zie hiervoor hfdst. 2.6.2). De onderste hefarmen met categorie II pen- nen aan de ED bevestigen. De topstang met cat. II insteekpen bevestigen en borgen.
Overname, aanbouw en basisafstelling loopt. Hierdoor volgt de machine ook op hellingen de aansluitrij en slingert de machine tijdens het heffen op de kopakker niet heen en weer. Zorg voor voldoende voorasbelasting van de trekker (minstens 20% van het gewicht van de trekker).
Pagina 43
Overname, aanbouw en basisafstelling Bij de eerste keer aanbouwen wordt de ene helft van de koppelingsas op het aftakasprofiel van de trekker gestoken en de andere helft op de aftakasaansluiting van de machine, zonder de koppelingspijpen in elkaar te schuiven. 1.
Overname, aanbouw en basisafstelling De turbine aandrijven met verschillende aftakastoerentallen van de trekker De turbine (4.3/1) wordt met een powerband (4.3/2) en riemschijf (4.3/3) met een koppelingsas indirect door de aftakas van de trekker aangedreven. Door de verschillende diamaters "D" van de riemschijf (4.3/4) kan de ingaande tussenas (4.3/5) met verschillende aftakastoerentallen worden aangedreven zonder dat het toerental van de turbine verandert.
Overname, aanbouw en basisafstelling 4.4.1 Verwisselen van de riemschijf De Riemschijf (4.5/1) is met vier bouten (4.5/2) op de aangedreven ingaande as (4.5/3) van het tussen- drijfwerk bevestigd. De powerband (4.5/4) verbindt de riemschijf en de aandrijfas van de turbine (4.5/5). Met de veerbelaste rol (4.5/6) wordt de riem gespannen.
Overname, aanbouw en basisafstelling Montage geschiedt in omgekeerde volgorde Bij het vervangen van de riemschijf moet ook een powerband met de juiste lengte worden gemonteerd. Veer op de voorgeschreven lengte “l” voorspannen en beschermkap monteren! Machine pas in bedrijf stellen, wanneer alle beschermkappen weer volgens voorschrift zijn gemonteerd! Hydraulische aansluitingen...
Overname, aanbouw en basisafstelling 4.5.2.1 Opklapbare machines met Profi- bediening De Profi-bediening is alleen geschikt voor trekkers met Load-sensing of een gescheiden oliecircuit. De trekker moet zijn uitgerust met: • 1 enkelwerkend stuurventiel voor aansluiting van de persleiding (4.8/1). • 1 drukloze, vrije retour voor aansluiten van de retouleiding (4.8/2).
Overname, aanbouw en basisafstelling Afkoppelen Bij het aan- en afkoppelen de machine op een vlakke, hrizontale onderdgrond wegzetten. Machine uitsluitend leeg wegzetten. Voor het afkoppelen de steunpoot (4.9/1) van de machine uittrekken en met de veerbelaste overslagpen (4.9/2) borgen! Fig. 4.9 Indien aanwezig, voor het afkoppelen de kogelkranen van de overlaadvijzel (4.10/1) en voor de bediening van de markeurs...
Markeurs Markeurs Tijdens het rijden op de openbare weg en op veldwegen, de markeurs in de transportstand vergrendelen. Het gebied tussen de markeurarmen en het machineframe kan tijdens het in- en uitklappen gevaar voor verwondingen opleveren. Nooit in de gevarenzone grijpen, zolang de delen nog in beweging zijn! Nooit onder een omhoog staande, onvergrendelde markeur gaan staan!
Markeurs 5.2.1 Instellen van de markeurs De markeurschijven zo instellen, dat ze op • lichte grond ongeveer evenwijdig aan de rijrichting staan • zware grond op grip staan, zodat ze agressiever werken en een duidelijk herkenbaar spoor achterlaten. Door de klembout (5.1/3) los te draaien, kan de stand van de markeurschijf door verdraaien van de schijf worden veranderd.
Markeurs 5.2.2 Instelling van de lengte van de markeurs Voor het instellen van de markeurlengte, beide markeurs uitklappen. Afhankelijk van de spoorbreedte van de trekker, de werkbreedte, de rijenafstand en het aantal rijen, zijn verschillende afstellingen van de markeur mogelijk, d.w.z.
Markeurs 5.2.3 Berekening van de markeurlengte 5.2.3.1 Berekening van de markeurlengte bij afstelling midden trekkerspoor (fig. 5.8) De markeurafstelmaat A, gemeten vanaf het midden van de machine tot op de plaats waar de markeurschijf op de grond komt, komt overeen met de werkbreedte van de precisiezaaimachine.
Markeurs 5.2.3.2 Berekening van de markeurlengte voor het markeren van een trekkerspoor. a) Gemeten vanuit het midden van de machine (fig. 5.9) Met behulp van de volgende formules kan de juiste afstelling van de markeurs bij symmetrische opstelling van de zaaikouters ten opzichte van het midden van de machine worden berekend: Trekkerspoorbreedte Markeurafstelmaat A = Werkbreedte B -...
De weg naar het veld – transport op openbare wegen De weg naar het veld – transport Maatgevend zijn de actuele bepalingen van de verkeersvoorschriften in het betreffende land. De op openbare wegen verantwoording voor de aanpassing van de verlichting en markeringsborden aan de locale Let op de volgende adviezen.
De machine klaarmaken voor vervoer op de weg De machine klaarmaken voor vervoer op de weg ED 301, 451 en 601 De afzonderlijke aggregaten in de hoogste transportstand (hfdst. 8.1) brengen en bor- gen. De markeurs zoals in fig. 6.2 in transportstand zetten en met klapstekker borgen.
Pagina 57
De machine klaarmaken voor vervoer op de weg ED 601-K De afzonderlijke zaaiaggregaten in transportstand (hfdst. 8.1) brengen en borgen. Voor reduceren transportbreedte tot 3,05 m (ontheffing aanvragen) de telescopische armen van de markeurs geheel in elkaar schuiven indien de markeurs zijn afgesteld op het markeren van het midden van de trekker.
De machine klaarmaken voor vervoer op de weg 6.1.1 Aandrukrollen met nalopende toestrijkers Tijdens het vervoer op de weg moeten de nalopende toestrijkers in de transportstand worden opgeklapt. Trekveer (6.8/1) loshaken. Veerbelaste borgpen verwijderen. Pen (6.8/2) er uit trekken. Toestrijker (6.8/3) naar boven zwenken en in deze transportstand vergrendelen door de pen (6.8/2) in het gat te steken.
In bedrijfstellen In bedrijfstellen en werken met de precisiezaaimachine Machine in de werkstand brengen Tijdens het opklappen en laten zakken van de buitenste zaaiaggregaten mag zich nie- mand binnen het zwaaibereik van de zaaiaggregaten bevinden. Persoen uit de gevarenzone verwijderen (gevaar voor verwondingen!).
In bedrijfstellen De transportvergrendeling (7.3/1) ED 451-K of (7.4/1) ED 601-K van de buitenste zaaiaggregaten ontkoppelen. 7.1.2.1 ED 451-K Serie en ED 601-K Serie Markeurs transportvergrendeling ontgrendelen en naar beneden klappen (alleen ED 451-K). Kogelkraan voor het inklappen van de markeurs openen.
In bedrijfstellen 7.1.2.3 ED 451-K en ED 601-K met gescheiden opklapmogelijkheid van de zaaiaggregaten Markeurs uit de transportbeveiliging ontgrendelen en naar beneden klappen.n (alleen ED 451-K). Kogelkraan voor het inklappen van de markeurs openen. De te markeren zijde met het stuurventiel van de trekker wisselen.
In bedrijfstellen 7.1.3 Zaaiaggregaten laten zakken en aan- drijving inschakelen De transportbeveiliging (7.7/1) ontgrendelen door het ontspannen van de bladveer. Zaaiaggregaat zover optillen, tot de vergrendelpen (7.7/2) automatisch uit de uitsparing (7.7/3) glijdt. Zaaiaggregaat langzaam laten zakken. Aandrijving inschakelen. Hiervoor de hendel met de handgreep (7.7/4) uit de on- derste uitsparing (7.7/5) geleiden en zover naar beneden drukken tot de pen (7.7/6) in de bo-...
In bedrijfstellen Rijenafstand instellen De afstand in de rij van de zaaiaggregaten kan vanaf 27 cm (voor Classic-zaaiaggregaat met 32 liter zaad- bakje) of vanaf 45 cm (voor Contour-aggregaat) als volgt traploos worden ingesteld: Inbusbouten van stofbeschermkap (7.9/1) van het zaai-element (7.9/2) van de secundaire aandrijving (7.9/3) losdraaien.
In bedrijfstellen 7.2.1.2 Contour zaaiaggregaten Tabel 7.2: “Mogelijke rijenafstanden ED01 Contour zaaiaggregaten” Mogelijke rijenafstand ED 01 Contour zaaiaggregaat aantal zaaiaggregaten rijen- werk- transport- Aantal rijenkunstmestrooier met zaadbakje afstand breedte breedte rijen mogelijk [cm] 32 l 45 l ED 301 2 re / 2 li...
In bedrijfstellen Hydraulische spoorbreedteverstelling bij de ED 601-K Met de hydraulische spoorbreedteverstelling (7.9/1) bij de ED 601-K kunnen spoorbreedten voor de loopwielen worden ingesteld. Afhankelijk van de rijenafstand en de bandbreedte kan de spoorbreedte van de loopwielen afzonderlijk wor- den ingesteld, zodat de wielen altijd tussen de rijen lo- pen.
In bedrijfstellen Zaaien van verschillende zaadsoorten Voor het precisiezaaien van verschillende soorten zaad, zijn diverse makkelijk verwisselbare zaaischijven (extra uitvoering) beschikbaar. De verschillende precisiezaai- schijven herkent men aan de kleur, het aantal en de doorsnede van de gaten. De keuze voor de betreffende zaaischijf wordt bepaald door de zaadsoort, het duizend korrel gewicht evenals de vereiste stand van de afstrijker en de reduceerklep.
Pagina 75
In bedrijfstellen De aangegeven waarden in de tabel zijn slechts richtwaarden, die door de betref- fende vorm van de korrel kan moeten worden aangepast. Voorbeeld: Zaadsoort: Maïssoort Felix Duizend-korrel-gewicht: 210 g Uit de tabel: Precisiezaaischijf: groen met 30 gaten Stand van de afstrijker : “1”...
In bedrijfstellen 7.4.1 Verwisselen van de zaaischijven 7.4.1.1 Classic zaaiaggregaat Zaai-element opklappen (zie hiervoor hfdst. 8.1) of complete maïs zaaimachine opheffen. Bij het opheffen van de complete machine er voor zorgen, dat deze niet ongewild kan zakken! Achterste bout (7.13/1) van de schaarhouder los- draaien en het zaaikouter (7.13/2) naar beneden klappen.
In bedrijfstellen 7.4.1.2 Contour zaaiaggregaat Zaaiaggregaat opklappen (zie hiervoor hfdst. 8.1) of complete maïs zaaimachine optillen. Zorg er voor, dat de opgeheven machine niet onverwachts kan zakken! Achterste bout (7.16/1) van de schaarhouder los- draaien en kouter (7.16/2) naar beneden zwenken. Kunststof moer (7.16/3) losdraaien en aanzuig- deksel (7.17/1) tezamen met de zaaischijf (7.17/2) opzij wegnemen.
In bedrijfstellen 7.4.2 Stand van de afstrijker instellen De gegroefde afstrijker (7.19/1) is samengesteld uit een 3 traps gegroefd kunststofdeel en kan in 5 posities ten opzichte van de noppengaten op de zaaischijf worden ingesteld. Pos. 1 De stand waarin deze moeten worden ingesteld wordt in hoofdzaak bepaald door het duizend-korrel-gewicht van de zaadsoort en staat in de tabel 7.3 “Overzicht zaaischijven en afstrijker positie”...
In bedrijfstellen 7.4.3 Stand van de reduceerklep instellen Met de stand van de reduceerklep (7.20/1) wordt de grootte van de doorstroomopening (7.20/2) tussen het zaadbakje en het zaaihuis bepaald. Op de fabriek is de reduceerklep op stand “2” ingesteld. Met deze instel- ling kunnen onder normale omstandigheden nagenoeg alle zaadsoorten uit het zaadbakje naar de zaaiorganen worden toegevoerd, zoals maïs, zonnebloemen,...
In bedrijfstellen 7.4.4 De uitwerper vervangen Moeren (7.21/1) van de bouten (7.21/2) losdraaien. Bouten (7.21/2) met imbussleutel borgen. De afstrijker (7.21/3) compleet met bouten en ve- ren (7.21111/4) weghalen. Afstrijker vervangen en op de juiste wijze weer monteren. Fig. 7.21 DB 695 03.01...
In bedrijfstellen Instellen van de korrelafstanden De afstand van de korrels in de rij kunnen, reke- ning houdend met het aantal gaten in de zaai- schijf, worden ingesteld door: • de keuze van de kettingoverbrenging van de instel- bare aandrijving (7.22/1) en •...
Pagina 82
In bedrijfstellen Uitvoering: Eerst de korrelafstand “a” in [cm] uit de gege- vens “korrels (planten) per m²” voor de gewenste rijenafstand “R” als volgt berekenen: Korrelaf- x 100 stand a [cm] Korrels per m² x rijenafstand R [m] In de tabel voor de instelling van de ketting- aandrijving (7.22/4) –...
Pagina 83
In bedrijfstellen De gekozen korrelafstand als volgt instellen: Deksel van de aandrijfkast opklappen en met het klemmetje vastzetten (7.23/1). Afdraaislinger (7.23/2) uit de houder (7.23/3) (ED 301, 451 en 601) of (7.24/1) (ED 601 en 601-K) nemen en in vierkante pijp (7.23/4) steken. Fig.
Pagina 84
In bedrijfstellen Kettingspanner ontlasten: De afdraaislinger (7.25/1) tegen de wijzers van de klok in verdraaien tot de verbindingsstang (7.25/2) van het ketting spanmechanisme rechts en links in de uitsparingen (7.25/3) wordt opgevangen. Afdraaislinger stevig vasthouden. Voor dat de verbindingsstang in de uitsparing valt, staat de volledige veerdruk van de com- plete kettingspanner op de slinger.
Pagina 85
In bedrijfstellen Voor het instellen van de gewenste ketting- overbrenging nu de ketting (7.28/1) om het betref- fende kettingwiel (7.28/2 tot 7.28/7) van de uit- gaande as (7.28/8) leggen. Hierbij de schuifas (7.28/9) zo afstellen, dat de kettingwielen op de in- en uitgaande as exact in lijn liggen en de ketting in het midden van de geleide- baan van de geleiderollen (7.28/10) loopt.
Pagina 86
In bedrijfstellen De koppelingsas (7.31/1) op de voorgeschreven ingang “X” of “Y” of. “Z” (7.32/Z) (Extra uitvoering) van de secundaire aandrijving steken. Ingestelde korrelafstand controleren. Zie hiervoor hfdst. 7.7.1. Fig. 7.31 Fig. 7.32 DB 695 03.01...
In bedrijfstellen 7.5.1 Berekening van het aantal “korrels per hectare” Het aantal “korrels per hectare” is afhankelijk van: • de gekozen rijenafstand R en • de gewenste korrelafstanden a (plantenafstanden) in de rij. Bij reeds bekende korrelafstand a en rijenafstand R het aantal “korrels per hectare”...
In bedrijfstellen Overzichtstabel aantal korrels / ha – zaaischijf met 15 cellen Korrel- Korrels/m Korrels/ha bij afstand tussen de rijen R afstand [cm] 100 cm 80 cm 75 cm 60 cm 50 cm 45 cm 30 cm 12,2 81967 102459 136612 163934 182149...
In bedrijfstellen Overzichtstabel aantal korrels / ha – zaaischijf met 30 cellen Korrel- Korrels/m Korrels/ha bij afstand tussen de rijen R afstand 100 cm 80 cm 60 cm 50 cm 45 cm 30 cm 75 cm [cm] 16,4 163934 204918 218579 273224 327869...
In bedrijfstellen Overzichtstabel aantal korrels / ha – zaaischijf met 45 cellen Korrel- Korrels/m Korrels/ha bij afstand tussen de rijen R afstand [cm] 100 cm 80 cm 75 cm 60 cm 50 cm 45 cm 30 cm 24,4 243902 304878 325203 406504 487805...
In bedrijfstellen Overzichtstabel aantal korrels / ha – zaaischijf met 60 cellen Korrel- Korrels/m Korrels/ha bij afstand tussen de rijen R afstand [cm] 100 cm 80 cm 60 cm 50 cm 45 cm 30 cm 75 cm 32,8 327869 409836 546448 655738 728597...
In bedrijfstellen Overzichtstabel aantal korrels / ha – zaaischijf met 90 cellen korrel- korrels/ha bij afstand tussen de rijen R korrels/m afstand [cm] 100 cm 80 cm 75 cm 60 cm 50 cm 45 cm 30 cm 48,8 487805 609756 650407 813008 975610...
In bedrijfstellen Zaadbakjes vullen (aanwijzingen voor het zaaien) Geen vochtig of plakkerig zaad gebruiken. Het ontsmetten van zaadsoorten met b.v. ”Mesorol”, moet zeer zorgvuldig worden uitgevoerd. Om brugvorming te voorkomen, er op let- ten, dat de glijdeigenschappen zoveel mogelijk behouden blijven. Het zaad tijdig ontsmetten (1 dag voor het zaaien), zo dat het zaad droog kan worden gezaaid.
In bedrijfstellen Instellen van de zaaidiepte De zaaidiepte op het veld instellen. Eerst met de machine in werkstand, controleren of de deksels van de zaadbakjes horizontaal staan, wanneer de zaaikouters in de grond gaan. Alleen met deze instelling gaat het zaaikouter in de voorgeschreven stand door de grond en kan het zaad perfect gelijkmatig worden...
In bedrijfstellen 7.7.1 Zaaidiepte en zaaiafstand controleren De ingestelde zaaidiepte controleren, om- dat de drukrollen, afhankelijk van grond- gesteldheid, meer of minder in de grond worden gedrukt. Hiervoor enkele meters zaaien. door de gezaaide korrels voorzichtig bloot te leg- gen de zaaidiepte en zaaiafstand controleren. De Multi-tester (extra uitvoering) (fig.
In bedrijfstellen 7.7.3 Wisselende, ongelijkmatige zaaidiepte door zeer grof zaadbed In een zaadbed met veel kluiten kan men geen constante zaaidiepte bereiken. Hier is het nuttig een kluitenruimer te monte- ren. De kluitenruimer (7.38/1) is in de hoogte verstelbaar door de pen (7.38/2) in de verschillende gaten (7.38/3) te steken.
In bedrijfstellen Zaaiaggregaten belasten ontlasten (verstellen van de veerdruk) Met de veerdrukverstelling kunnen de zaai-elementen extra worden belast of ontlast. Dit is zeer aan te beve- len bij mulchzaaien, zware grond of grote zaaidiepte. De gewenste zaaidiepte wordt niet bereikt. 1.
In bedrijfstellen 7.8.2 Contour zaaiaggregaat 7.8.2.1 Zaaiaggregaat belasten De belasting van de zaaiaggregaten kan in drie stappen worden veranderd. De spanbeugel stevig vasthouden. Bij het inhaken in de spannok werkt de volledige veerdruk op de spanbeugel. De spanbeugel (7.40/1 of 7.41/1) van de veerdrukvers- telling bevindt zich in de bovenste stand (niet getekent).
In bedrijfstellen 7.8.2.3 Gewichtsverdeling op de drukrollen aanpassen Voor een goede aanpassing aan de bodemgesteldheid en de toestand van het zaadbed kan de gewichts- verdeling tussen de voorste (7.42/1) en de achterste (7.42/2) drukrol worden ingesteld. Af fabriek is de gewichtsverdeling tussen de beide drukrollen op 50/50 ingesteld.
In bedrijfstellen Zaaivoor sluiten 7.9.1 Farmflex wielen in combinatie met voorlopende toestrijkers De toestrijkers (7.43/1 of 7.44/1) moeten vlak over de grond lopen en dienen er voor, de zaaivoor met losse grond te bedekken. 7.9.1.1 Classic zaaiaggregaat De druk op de toestrijkers kan in drie stappen worden ingesteld.
In bedrijfstellen Werking: Instelhendel (7.45/4) naar beneden – de aandruk- rollen lopen parallel. Instelhendel (7.45/4) naar boven – versterkte be- weging van de grond in de zaaivoor. Leiden de hier beschreven instel- mogelijkheden van de V-vormige rubber aandrukrollen niet tot het gewenste resul- taat, dan kan altijd nog de druk op de rollen worden verhoogd, zie hiervoor hfdst.
In bedrijfstellen 2. De gewichtsverdeling op “voor 30% en achter 70%” veranderen, waardoor de drukrollen (7.47/1) zwaarder worden belast De instelhendel voor de zaaidiepte (7.47/2) in de betreffende gaten II en III van de coulisse (7.47/3) en de montageplaat (7.47/4) bevestigen. Fig.
In bedrijfstellen 7.10 Vacuüm instellen Verschillende uitvoering van de machine en de vereiste aftakastoerentallen voor het instellen van Door de turbine opgewekt vacuüm is afhankelijk van de benodigde onderdruk het aftakastoerental van de trekker. Het noodzakelijk aftakastoerental van de trekker is wederom afhankelijk a) Standaarduitvoering van de machine voor aan- van de uitvoering van de machine.
Na het zaaien Na het zaaien Zaaiaggregaten omhoog zetten Veerbelaste hendel (8.1/1) zoals afgebeeld span- nen. Zaaiaggregaat aan de achterzijde opheffen, tot de bout (8.1/2) uit zichzelf in de sleuf (8.1/3) inhaakt. Fig. 8.1 Zaadbak leegmaken Veerbelaste klep (8.2/1) openen en de zaadbak leeg maken.
In bedrijfstellen van de rijenkunstmeststrooier bedrijfstellen rijenkunstmeststrooier Vullen van de kunstmesttrechter Voor dat de kunstmesttrechter wordt gevuld, de precisiezaaimachine aan de trekker koppelen. Deksel van de voorraadbak (9.1/1) openen en in geopende stand met de vergrendeling (9.1/2) volgens Fig. 9.1 vastzetten, zodat deze tijdens het vullen niet door wind of andere invloeden kan dicht- klappen.
In bedrijfstellen van de rijenkunstmeststrooier Kunstmeststrooitabel De gegevens in de strooitabel gelden als richtwaarden. Door andere korrelgrootte, korrelvorm en soortelijk gewicht kunnen De in de kunstmeststrooitabel aangegeven afwijkingen voorkomen. Een afdraaiproef instellingen hebben betrekking op is daarom altijd aan te bevelen. werkbreedten van 3,0 m, 4,5 m en 6,0 m.
Pagina 109
In bedrijfstellen van de rijenkunstmeststrooier Wijkt het aantal uitlopen en/of de werkbreedte van de aangegeven waarden af, dan het aangegeven getal voor de stand van de instelhendel van de aandrijfkast voor de gewenste kunstmestafgifte [kg/ha] met behulp van de volgende formule berekenen. Voorbeeld: Soort kunstmest: Diammonfosfaat...
In bedrijfstellen van de rijenkunstmeststrooier 9.4.1 Instellen van de hendel op de aandrijfkast De te strooien hoeveelheid kunstmest wordt het de verstelbare hendel op de aandrijfkast (9.3/1) ingesteld. Hoe hoger het getal op de schaalverdeling (9.3/2), hoe groter de uitgebrachte hoeveelheid kunstmest. Aandrijfkast als volgt instellen: Draaiknop (9.3/3) linksom losdraaien.
In bedrijfstellen van de rijenkunstmeststrooier Afdraaiproef ter controle van de ingestelde kunstmestafgifte Voor de afdraaiproef wordt de as (9.5/1) van de loopwielen met behulp van de afdraaislinger (9.5/2) met de klok mee rondgedraaid om zo de rit over de akker na te bootsen. opgevangen kunstmest (van...
Pagina 112
In bedrijfstellen van de rijenkunstmeststrooier Tabel 9.2: Aantal singelomwentelingen voor de afdraaiproef Singelomwentelingen aan het wiel Workbreedte 3,0 m 4,5 m 6,0 m Banden 6.00-16 1/10 ha 159,0 1/40 ha 39,8 10.0/75-15 1/10 ha 147,0 98,0 1/40 ha 36,8 24,5 31x15,5x15 1/10 ha 136,0...
In bedrijfstellen van de rijenkunstmeststrooier Instellen van de kunstmestkouters De kunstmestkouters (9.7/1) zijn met ophangbeugels (9.7/2) aan de profielbuis (9.7/3) bevestigd. Af fabriek zijn de kunstmestkouter op een afstand van 6 cm van het zaaikouter bevestigd. De onderlinge afstand kan, zoals bij de zaaiaggregaten (hfdst.
In bedrijfstellen van de rijenkunstmeststrooier Transport van de kunstmest naar de buitenste kouters bij de ED 451, ED 451-K en ED 601-K De kunstmest wordt met perslucht naar de buitenste kouters getransporteerd. De kunstmest komt bij de ED 451 en ED 451-K in de betreffende injecteur (9.8/ 1) en wordt door de luchtstroom uit de drukzijde van de turbine (9.8/2) naar de buitenste kunstmestkouters getransporteerd.
In bedrijfstellen van de rijenkunstmeststrooier Werkbreedte verkleinen door opheffen buitenste aggregaten bij de ED 451-K en ED 601-K met rijenkunstmeststrooier Buitenste zaaiaggregaten opheffen. Hierbij wordt de aandrijving naar de betreffende zaaischijven au- tomatisch onderbroken. De doseerschuiven (9.10/1) van de buitenste kunstmestkouters dicht zetten.
Pagina 116
In bedrijfstellen van de rijenkunstmeststrooier DB 695 03.01...
Service, reparatie en onderhoud 10.0 Service, reparatie en onderhoud Bij service, reparatie en onderhoud rekening houden met hfdst. 3.4. De machine grondig schoonmaken voor dat de machine lange tijd stil staat. Vooral achtergebleven kunstmest zorgt voor versterkte roestvorming. 10.1 Boutverbindingen Alle boutverbindingen aan de machine na de eerste 2 draaiuren en vervolgens alle Fig.
Service, reparatie en onderhoud Powerband als volgt spannen: Contramoer (10.4/1) en stelmoer van de spanbout losdraaien. Lengte van de trekveer volgens aanwijzing op de sticker instellen en beide moeten weer vastdraaien. Powerband na 10 draaiuren en vervolgens met intervallen van 50 uur controleren en indien nodig naspannen.
Voor controle van de spanning op de ketting beschermkast demonteren. Bij deze ketting en sluitschakel betreft het een verzwaarde uitvoering met verhoogde breuklast. Voor vervangen van de sluitschakel of complete ketting alleen originele AMAZONE–onderdelen Fig. 10.7 gebruiken. DB 695 03.01...
Pagina 120
Indien sluitschakel of complete ketting vervangen moet worden, uitsluitend originele AMAZONE-onderdelen gebruiken. Fig. 10.8 3. Aanwijzing voor de demontage van de geleider- ollen Indien de geleiderollen (10.9/1) van de kettingspanner gedemonteerd zijn, bij montage er op letten, dat de geleiding (10.9/2) van de geleiderollen in lijn staat...
Pagina 121
Service, reparatie en onderhoud Bovendien zijn de AMAZONE ED 301, 451 of 451-K met rijenkunstmeststrooier nog met de volgende aandrijfketting voor de rijenstrooier uitgerust: 5. Aandrijfketting (10.11/1) van de as (10.11/2) van de loopwielen naar de traploos instelbare aandrijfkast van de kunstmestafgifte.
Pagina 122
Service, reparatie en onderhoud Als extra is de ED 601-K nog voorzien van volgende aandrijfkettingen: 6. Aandrijfketting (10.12/1) van uitgaande as (10.12/2) van het linker aandrijfwiel naar een tussenas (10.12/3). Fig. 10.12 7. Aandrijfketting (10.13/1) van de tussenas (10.12/3) naar de instelbare aandrijfkast (10.13/2) voor het instellen van de afstand in de rij.
Pagina 123
Service, reparatie en onderhoud 8. Aandrijfketting (10.14/1) van de uitgaande as (10.14/2) van het rechter aandrijfwiel naar een tussenas (10.15/2). Fig. 10.14 9. Aandrijfketting (10.15/1) van de tussenas (10.15/2) naar de oliebadaandrijfkast (10.15/3) voor het instellen van de kunstmestafgifte. Fig. 10.15 DB 695 03.01...
Service, reparatie en onderhoud 10.7 Precisie zaaischijven en aanzuiggedeelte De zaaischijven (10.16/1) en het aanzuigdeksel (10.16/2) zijn uit twee verschillende hoogwaardige soorten kunststof vervaardigd. De afdichting van het zaaihuis (10.16/3) bestaat uit kunststof. Het niervormige aanzuiggedeelte vormt de afdichting tussen zaaischijf en aanzuigdeksel (10.16/4) en de afdichting van het zaaihuis tussen zaaischijf en zaaihuis.
Service, reparatie en onderhoud 10.9 Oliepeil in de traploze aandrijfkast voor de kunstmestafgifte Het oliepeil via het peilglas (10.18/1) op de aandrijfkast controleren. Bij een correcte vulling staat het oliepeil tot aan de streep. De olie hoeft niet ververst te worden. Olie bijvullen, deksel (10.18/2) losschroeven en met Fig.
Service, reparatie en onderhoud 10.11 Turbinewiel van de vacuümpomp reinigen Door het aanzuigen van ontsmettingsmiddel kan het stof zich onder bepaalde omstandigheden op de schoepen van het turbinewiel afzetten. Dit kan onbalans van het turbinewiel veroorzaken. Indien onbalans wordt geconstateerd, de turbine laten draaien en met een waterstraal in een van de vrije aanzuigopeningen spuiten.
Elektrische of elektronische controlesystemen Elektrische of elektronische controlesystemen 11.1 EF 2 - de elektrische functiecontrole van de overbelastingsbeveiliging op de zaaiaggregaten 1. Uitvoering 1 voor max. 6 rijen, bestelnr.: 915 365 2. Uitvoering 2 voor max. 12 rijen, bestelnr.: 915 370 Fig.
Elektrische of elektronische controlesystemen 11.1.1 Afwisselend gebruik van de ED met 4, 5 of 6 zaaiaggregaten Blokstekker en contrastekker (Fig. 11.4/1) van elkaar trekken. Luchtslang van het betreffende zaaiaggregaat losmaken. Zaaiaggregaten demonteren van het frame van de precisiezaaimachine. Fig. 11.4 afgenomen zaaiaggregaat blinde...
Bij het bestellen van onderdelen het serienummer van de AMASCAN of AMASCAN Profi opgeven. 11.2.2 Veiligheid De veiligheidstechnische eisen worden pas dan vervuld, indien bij reparatie uitsluitend originele AMAZONE- Deze bedieningshandleiding bevat belangrijke onderdelen worden gebruik. Bij het aanwijzingen, die bij de montage, bediening en gebruik imitatieonderdelen onderhoud moeten worden opgevolgd.
AMASCAN en AMASCAN Profi 2. Kwalificatie van de bedienende persoon verbinding vast geïnstalleerde buitenantenne. AMASCAN of AMASCAN PROFI mag uitsluitend door personen worden bediend, die er mee vertrouwd De zender zover mogelijk van de machine elektronica zijn en op de hoogte zijn van de daaraan verbonden inbouwen.
AMASCAN en AMASCAN Profi 11.2.3 Productbeschrijving AMASCAN of AMASCAN PROFI is een aflees- en controlecomputer voor precisiezaaimachines met maximaal 12 zaaiaggregaten. De microprocessor – het hart van het apparaat - is voorzien van een werkgeheugen en een lithium batterij. Alle ingevoerde en berekende gegevens blijven, stroomvoorziening uitgeschakeld, nog ongeveer 10 jaar in het geheugen...
Pagina 132
AMASCAN en AMASCAN Profi AMASCAN en haar functies: Functiecontrole afzonderlijke zaai- aggregaten. Voor controle van de zaaiaggregaten levert iedere zaadkorrel een impuls, nadat deze is losgekomen van de zaaischijf en de optische sensor (Fig. 11.7/6 of Fig. 11.7/10) (Infrarood-lichtbundel) is gepasseerd.
Pagina 133
AMASCAN en AMASCAN Profi In de werkstand van de precisiezaaimachine worden op het 6-cijfirig display (Fig. 11.8/1) aangegeven: • rechts – het momentane aantal [korrels/ha]/1000 (Fig. 11.8/2). • links (Fig. 11.8/3) verspringt het display (cijfers 1, 2, 3, enz.) automatisch na 5 seconden. Het nummer van het betreffende te controleren zaaiaggregaat wordt aangegeven.
Pagina 134
AMASCAN en AMASCAN Profi Tabel 11.1: Toetsenbord Toets Functie Toets Functie Invoertoets voor verhogen van de AMASCAN „AAN“ aangegeven waarde Invoertoets voor verlagen van de AMASCAN „UIT“ ingevoerde waarde Weergave na uitvoeren van de startfunctie Met deze toets alle ingevoerde gegevens van bewerkte oppervlakte in [ha] opslaan Weergave van de bewerkte totale...
AMASCAN en AMASCAN Profi 11.2.4 In bedrijfstellen 11.2.5 Bedieningsvolgorde en beschrijving van het toetsenbord De machinestekker van de aan de trekker gekoppelde precisiezaaimachine aan AMASCAN Voor controle aangesloten of AMASCAN PROFI koppelen. precisiezaaimachine heeft AMASCAN of AMASCAN PROFI voor aanvang van de werkzaamheden de Voor begin van de werkzaamheden de specifieke specifieke machinegegevens nodig (waarden): machinegegevens met de betreffende toetsen...
AMASCAN en AMASCAN Profi Bedieningsvolgorde a) De ijkwaarde "Imp./100 m" is bekend: 1. Apparaat IN / UIT schakelen Imp. Bij stilstaande trekker toets indrukken. 100m Door indrukken van toets AMASCAN of De bekende ijkwaarde "Imp./100m" met de AMASCAN PROFI toets toetsen invoeren.
Pagina 137
AMASCAN en AMASCAN Profi b) De waarde "Imp./100 m" is onbekend: nogmaals indrukken en de opgeslagen Op het perceel een meettraject van exact 100 m waarde controleren. Het display moet nu de uitzetten en het begin en eindpunt duidelijk berekende waarde (Imp./100 m) weergeven. markeren De berekenende ijkwaarde in Tabel 11.2 invullen.
Pagina 138
AMASCAN en AMASCAN Profi 3. Werkbreedte 4. Gezaaide hoeveelheid Voor het berekenen van de bewerkte oppervlakte heeft de AMASCAN of AMASCAN Profi gegevens waarde voor gewenste nodig over de werkbreedte. De werkbreedte als volgt hoeveelheid zaad bij stilstaand voertuig invoeren: invoeren.
Pagina 139
AMASCAN en AMASCAN Profi 5. Aantal zaaiaggregaten invoeren 6. Met zaaien beginnen Voor begin werkzaamheden De ingevoerde waarde mag niet groter “startfunctie” uitvoeren. Hiervoor toets zijn dan het getal "12" (maximaal 12 “Eingabe” indrukken, vasthouden en gelijktijdig zaaiaggregaten). toets “C” indrukken indrukken.
AMASCAN en AMASCAN Profi 11.2.6 Weergave en functies tijdens het Controlefunctie afzonderlijke zaaien zaaiaggregaten tijdens zaaien uitschakelen Werkstand Met de witte besturingstoetsen controlefunctie afzonderlijke zaaiaggregaten tijdens het zaaien worden in- of uitgeschakeld. Door eenmaal op toetsen wordt telkens een aggregaat uitgeschakeld. Wordt een van deze toetsen twee keer ingedrukt, dan wordt de Verklaring van de weergave van de werkstand controle van 2 zaaiaggregaten uitgeschakeld.
AMASCAN en AMASCAN Profi 2. Hectareteller voor totaal bewerkte oppervlakte, Beschrijving van de functietoetsen bijv. per seizoen Met de functietoetsen Na indrukken van toets wordt de bewerkte totale oppervlakte [ha] weergegeven (bijv 1051.0 voor 1051 ha), die na de laatste keer wissen van de opgeslagen totaal bewerkte oppervlakte nadien werden bewerkt (bijv in een seizoen).
Pagina 142
AMASCAN en AMASCAN Profi 4. Gewerkte tijd 6. Rijsnelheid Na indrukken van de toets wordt de gewerkte Na indrukken van de toets wordt de tijd in [h] aangegeven (bijv. 1:15:51 voor 1 uur 15 momentane rijsnelheid in [km/h] aangegeven (bijv. min.
AMASCAN en AMASCAN Profi 11.2.7 Montagehandleiding 11.2.7.1 Console en AMASCAN of AMASCAN Profi Basisconsole (Fig. 11.9/1) binnen handbereik en gezichtsveld rechts van de bestuurder trillingsvrij en elektrisch geleidend in de cabine monteren. De afstand van de AMASCAN tot een eventueel aanwezig zendapparaat en antenne moet minstens 1 m bedragen.
AMASCAN en AMASCAN Profi 11.2.8 Onderhoud 11.2.8.1 Computer computer onderhoudsvrij. computer gedurende de winter in een verwarmde ruimte opslaan en beschermen tegen vocht. 11.2.8.2 Sensoren De optische sensoren regelmatig met een zacht borsteltje schoonmaken. Indien het vuil in droge toestand niet verwijderd kan worden, de optische sensor met schoon water reinigen.
Pagina 145
AMASCAN en AMASCAN Profi Storing Oorzaak Oplossing De rijsnelheid wordt niet aangegeven Invoer "Impulse/100 m" ontbreekt Aantal "Impulse/100 m" invoeren Sensor "X" geeft geen impulsen aan Afstand tussen sensor "X" en de de computer door, het cirkeltje op het impulsmagneet op 3 tot 4 mm display knippert niet tijdens het rijden afstellen.
Pagina 146
AMASCAN en AMASCAN Profi DB 695 03.01...
12.0 Extra uitvoeringen Alle in dit hoofdstuk genoemde delen en componenten behoren niet tot de standaarduitvoering, kunnen ech- ter met de AMAZONE-ED worden geleverd of nabesteld en nadien worden gemonteerd. De noodzakelijke montageboorgaten zijn reeds op de basismachine aanwezig. 12.1 Precisiezaaischijven 12.1.1...
Extra uitvoeringen 12.3 Veerdrukverstelling voor het zaaiaggregaat, compleet (per kouter) bestelnr.: 911 546 Met de veerdrukverstelling kunnen de zaaiaggregaten extra worden belast of ontlast. Bijzonder aan te bevelen bij mulchzaaien, zware grondsoort of grote zaaidiepte. 1. De ingestelde zaaidiepte wordt niet bereikt In dit geval heeft het zaaiaggregaat niet voldoende gewicht om het zaad op de gewenste zaaidiepte (indringing van het zaaikouter in de grond) in de grond...
Extra uitvoeringen 12.4 Universeel kunstmestschijfkouter Bij nalevering wordt het normale kunstmestkouter vervangen door set (12.2/1) bestaande uit een kunstmestkouter met ruimschijf. Benodigd zijn voor • een 4-rijige machine •• 2 rechter en 2 linker kunstmestkoutersets. • een 6-rijige machine •• 2 rechter en 2 linker kunstmestkoutersets en ••...
Extra uitvoeringen 12.5 Steen- en kluitenruimer 12.5.1 Steen- en kluitenruimer (Fig. 12.3) voor Classic-zaaiaggregaat, bestelnr.: 910 218 Geveerde uitvoering voor extreme omstandigheden ( niet voor ED 451-K met rijenkunstmeststrooier). Fig. 12.3 12.5.2 Kluitenruimer (Fig. 12.4) voor Classic- zaaiaggregaat, bestelnr.: 916 171 Bij achteraf monteren van de kluitenruimer de kouterpunt zoals in fig 12.5 aangegeven, inkorten.
Extra uitvoeringen 12.6 Hydraulische schakelautomaat met aansluitset voor markeurs, bestelnr.: 913 175 (Alleen voor ED 301, ED 451 en ED 451-K. Bij de ED 451 en ED 451-K alleen voor het markeren van spoor in het trekkerspoor, niet in het midden van de trekker) De hydrauliekslang voor de hydraulische cilinder (12.8/1) enkelwerkend...
Extra uitvoeringen Stuurventiel van de trekker op “heffen” zetten. De beide markeurarmen staan omhoog. Maïszaaimachine opheffen (zoals tijdens het keren op de kopakker). Controleren of de beide markeurs voldoende bodemvrijheid hebben, indien nodig de lengte van de ketting aan de markeurpijp veranderen. 12.6.2 Nastellen van de hydraulische schakelautomaat...
Extra uitvoeringen 12.7 Hydraulisch, verticaal opklappen van de markeurs Het verticaal opklappen van de markeurs (12.11/1) dient tevens • voor het rechtop zetten van de markeurs en • voor het wisselen van de markeurs op de kopakker. Door het rechtop zetten van de markeurs wordt de totale breedte van deze grote zaaimachine, bepaald door het ver uitsteken van de markeurs, in enkele ogenblikken tot de machinebreedte teruggebracht.
Extra uitvoeringen 12.8 Aandrijving voor een aftakas met 710 toeren/minuut, bestelnr.: 425 400 Zie hoofdstuk 4.2 en 8.7 12.9 Aandrijving voor aftakas met 540 toeren/minuut, bestelnr.: 914 260 Zie hoofdstuk 4.2 en 8.7 12.10 Aandrijving voor aftakas met 1000 toeren/minuut, bestelnr. : 914 261 (standaard uitvoering) Zie hoofdstuk 4.2 en 8.7 12.11 Hydraulisch aangedreven turbine,...
Pagina 156
Extra uitvoeringen Benodigd vacuüm instellen Het vacuüm is afhankelijk van het toerental van de turbine. Het toerental waarmee de turbine wordt aangedreven wordt verdraaien van het handwiel (12.13/1) op het stroomregelventiel ingesteld. De hoogte van het vacuüm is afhankelijk van •...
Extra uitvoeringen 12.12 4 of 6 geveerde (trekker) spoorwissers Set geveerde wielspoorwissers (4 stuks), bestelnr.: 917 963 Set geveerde wielspoorwissers (6 stuks), bestelnr.: 922 233 De opgave van de wielspoorwissers (12.15/1) is niet alleen het losmaken van de grond, doch in de eerste plaats het toedekken van de trekkersporen.
Pagina 158
Extra uitvoeringen Fig. 12.18 tot Fig. 12.20 6 geveerde sporenwissers – montagevariant trekkerwiel ED 451-K Fig. 12.18 Fig. 12.19 Fig. 12.20 DB 695 03.01...
Pagina 159
Extra uitvoeringen Fig. 12.21 tot Fig. 12.23 6 geveerde sporenwissers – montagevariant trekkerwiel ED 601-K Fig. 12.21 Fig. 12.22 Fig. 12.23 DB 695 03.01...
Extra uitvoeringen 12.13 Terra-banden 31 x 15,5/15, bestelnr.: 366 800 Profiel XT II 792 mm ø, 368 mm breed De terra-band is bijzonder geschikt voor lichte grond, omdat het gewicht van de machine over een groot draagvlak wordt verdeeld. Aanbevolen bandenspanning 1,2 bar. 12.14 Wielschrapers, compleet (set), bestelnr.: 913553 (niet voor ED 601-K)
Extra uitvoeringen 12.15 Opstap voor beladen kunstmestbak, bestelnr.: 913 408 Vanaf 75 cm rijenafstand kan voor het gemakkelijker vullen van de kunstmestbak aan de achterzijde van de precisiezaaimachine een opstap met twee treden (12.24/1) worden bevestigd. Het laadplatform dient alleen voor het vullen van de machine.
Extra uitvoeringen 12.17 Kunstmest overlaadvijzel voor ED Kunstmest overlaadvijzel (Fig. 12.26) • voor ED 301, ED 451 en ED 451-K, bestelnr.: 913 407. • voor ED 601, bestelnr.: 916 375. • voor ED 601-K, bestelnr.: 916 696. Overlaadvijzel met 350 l opzetrand voor stofvrij laden van kunstmest (Fig.
Extra uitvoeringen 12.17.1 Hydrauliekslangen aansluiten Het hydraulisch systeem staat onder hoge druk! Bij het aansluiten van hydraulische cilinders en hydromotoren rekening houden voorgeschreven aansluiting van de hydrauliekslangen! Tijdens aansluiten hydrauliekslangen op het hydraulisch systeem van de trekker moet de hydrauliek van trekker en werktuig drukloos zijn! 12.17.2 Bedrijfsklaar maken...
Extra uitvoeringen 12.17.3 Schoonmaken en onderhoud Overlaadvijzel na gebruik met water schoonmaken en droge machine invetten. Uitvoering: 1. Onderste bodemklep wegnemen (Fig. 12.29) Vleugelmoeren (12.29/1) losdraaien. Bodemklep (12.29/2) verdraaien en wegnemen. 2. Op de vijzelbuis kloppen zodat de achtergebleven kunstmest langs onder eruit valt. 3.
Fig. 12.31 12.20 Precisiezaaimachine in combinatie met aftakasaangedreven grondbewerkingsmachines Bij het gebruik van een ED 01 in combinatie met een rotoregge of schudegge moeten bij montage rekening worden gehouden met de volgende punten: 1. Het grondbewerkingswerktuig moet zijn uitgerust met een doorgaande aftakasaandrijving.
Pagina 166
Extra uitvoeringen 4. Voor montage van de ED aan het Amazonesysteem “Huckepack” is een speciale set “hefarmpennen voor Huckepack” noodzakelijk (bestelnr.: 914476). Deze hefarmpennen (12.32/2) in de ingelaste hulzen van de onderste hefarmbokken van de ED (12.32/3) steken. Fig. 12.32 DB 695 03.01...