4.0
Ontvangst, aan- en opbouw van
de machine
4.1
Ontvangst van de machine
Bij in ontvangst nemen van de machine controleren of
er transportschade is opgestreden of delen ontbreken!
Alleen onmiddellijke reclame bij de transporteur geeft
recht op schadevergoeding. Controleer of alle onderdelen
die op de vrachtbrief voorkomen aanwezig is.
Voor het in bedrijfstellen alle verpakkingsresten en
ijzerdraad zorgvuldig verwijderen en de machine
doorsmeren (koppelingsassen)!
Bij verplaatsen van de machine over de
grond draaien de zaaischijven van de zaai-
aggregaten
kunstmeststrooier ook de roeras bij stand
"0"van de aandrijfkast.
I
Daarom geen losse delen in de zaadbakjes
of kunstmestbak leggen. De zaaischijven
en de roeras kunnen er door worden
beschadigd.
Niet met de handen in de zaad- of
kunstmestbak komen. Gevaar voor
verwonding
zaaischijven of roeras!
4.2
Aanbouw
-
AMAZONE ED aan de driepuntshefinrichting ach-
ter aan de trekker koppelen.(zie hiervoor hfdst.
2.6.2). De onderste hefarmen met categorie II pen-
nen aan de ED bevestigen.
-
De topstang met cat. II insteekpen bevestigen en
borgen.
I
De lengte van de topstang zo afstellen, dat
de deksels van de zaaibakjes van de zaai-
aggregaten in werkstand op het veld, dus
wanneer de kouters in de grond zijn,
horizontaal staan. Alleen met deze
instelling loopt het kouter zoals
voorgeschreven door de grond en wordt
een gelijkmatige zaadaflegging bereikt.
I
Wanneer de machine aangekoppeld is, de
steunpoten (4.1/1) inklappen en borgen!
De onderste hefarmen van de trekker moeten wor-
den vastgezet met stabilisatiestangen of -kettingen.
In opgeheven stand mogen de heflatten slechts weinig
zijdelings kunnen bewegen, zodat de machine tijdens
het zaaien steeds in het midden achter de trekker
Overname, aanbouw en basisafstelling
en
met
opgebouwde
door
rondraaiende
1
Fig. 4.1
41
1
DB 695 03.01