Verzending
D
Druk op de toets {Start}.
Opmerking
❒ Bestemmingen die in groepen zijn geprogrammeerd, kunnen worden ge-
1
controleerd met behulp van "Lijst groepkiesnrs. afdrukken" in "Systeem-
instellingen".
❒ Als voor een bestemming die in de opgegeven groep is opgenomen geen
faxnummer, e-mailadres of IP-faxbestemming is geprogrammeerd, wordt
het bevestigingsbericht weergegeven. Druk op [Selecteer] om bestemmin-
gen op te geven waarvoor het faxnummer, het e-mailadres of de IP-faxbe-
stemming is geprogrammeerd. Druk op [Annuleren] om de bestemming te
wijzigen. Selecteer de volgorde van prioriteit bij het opgeven van een alter-
natieve bestemming als er geen bestemming van het opgegeven type is. In
de Gebruikersparameters (switch 32, bit 0) in het menu Faxfuncties kunt u
deze instellingen opgeven.
❒ Om bestemmingen in een groep te annuleren, drukt u op [UVorige] en
[TVolg.], zodat de gewenste bestemming wordt weergegeven. Druk ver-
volgens op de toets {Wis/Stop}. U kunt een verzending ook annuleren door
op de gemarkeerde bestemmingstoets te drukken, die daardoor wordt ge-
deselecteerd.
Verwijzing
Pag.293 "Maximumwaarden"
Bedieningshandleiding Standaardinstellingen
Opvolgend kiezen
Hiermee kunt u telefoonnummers samenstellen uit verschillende gedeelten,
waarvan sommige gedeelten kunnen zijn opgeslagen onder bestemmingstoet-
sen en sommige worden ingevoerd via de cijfertoetsen.
Om bijvoorbeeld "01133-1-555333" te kiezen met een bestemmingstoets die is
geprogrammeerd als "01133", doet u het volgende:
Belangrijk
❒ U kunt deze functie niet bij internetfax-verzenden gebruiken.
A
Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen.
B
Druk op de bestemmingstoets die geprogrammeerd is als "01133".
C
Druk op de toets {Pauze/herh.}.
D
Via de cijfertoetsen voert u {1}, {5}, {5}, {5}, {3}, {3} en {3} in.
E
Druk op de toets {Start}.
70