Overige verzendfuncties
Verzendopties
In dit hoofdstuk vindt u de verschillende functies die u voor een faxverzending
kunt in- of uitschakelen.
Als u een bepaalde combinatie van opties vaak gebruikt, kunt u bovendien de
standaard begininstelling (aan of uit) van iedere optie wijzigen.
2
Faxkoptekst afdrukken
Wanneer de faxkoptekst is ingesteld op "Aan", wordt de opgeslagen naam afge-
drukt op het papier van de ontvanger.
In sommige gevallen wilt u misschien een fax zonder koptekst versturen. Hier-
toe schakelt u Faxkoptekst uit.
U kunt twee faxkopteksten opslaan: "Voornaam" en "Achternaam".
Als u bijvoorbeeld de naam van uw afdeling opslaat in de ene en de naam van
uw organisatie in de andere, kunt u de eerste gebruiken als u interne faxen ver-
zendt en de tweede voor externe faxen.
A
Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen.
B
Druk op [Sub TX modus].
C
Selecteer [Opties].
D
Druk op [Aan] voor Faxkoptekst afdrukken.
Druk op [Uit] als u de naam van de afzender niet wilt afdrukken.
Druk op [Annuleren] om de instelling van de opties te annuleren.
146