Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat gaat gebruiken en houd de handleiding bij de hand voor toekomstig gebruik.
Lees eerst de Veiligheidsinformatie in "Over dit apparaat" met het oog op een veilig en correct gebruik van dit apparaat.
FAX Option Type 3045
Verzending
1
Overige verzendfuncties
2
Ontvangst
3
Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen
4
Een document opslaan
5
Faxen via de computer
6
Bijlage
7
Gebruiksaanwijzing
Faxhandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Ricoh FAX Option Type 3045

  • Pagina 1 FAX Option Type 3045 Gebruiksaanwijzing Faxhandleiding Verzending Overige verzendfuncties Ontvangst Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Een document opslaan Faxen via de computer Bijlage Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat gaat gebruiken en houd de handleiding bij de hand voor toekomstig gebruik.
  • Pagina 2 Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde aanwijzingen en opmerkingen over de bediening en het gebruik van dit product. Lees voor uw eigen veiligheid deze handleiding aandachtig door voordat u het appa- raat gaat gebruiken. Bewaar de handleiding op een handige plaats voor een snelle raadpleging. N.B.
  • Pagina 3 Handleidingen voor dit apparaat Raadpleeg de handleidingen die relevant zijn voor hetgeen u met het apparaat wilt doen. Belangrijk ❒ De media verschillen op basis van de handleiding. ❒ De gedrukte en elektronische versies van een handleiding hebben dezelfde inhoud. ❒...
  • Pagina 4 ❖ Printerhandleiding De functies en bediening voor het afdrukken worden beschreven. ❖ Scannerhandleiding De functies en bediening voor het scannen worden beschreven. ❖ Netwerkhandleiding Hierin wordt uitgelegd hoe het apparaat in een netwerkomgeving moet wor- den geconfigureerd en bediend en hoe de bijgeleverde software moet worden gebruikt.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE Handleidingen voor dit apparaat ................i Gebruik van deze handleiding ................1 Symbolen ........................1 Namen van hoofdfuncties ..................1 Het display lezen....................2 Functies van het display en de toetsen..............3 Functieoverzicht ....................5 1. Verzending Verzendmodi ......................9 Wisselen tussen Geheugenverzending en Directe verzending........ 10 Geheugenverzending....................11 Meerdere originelen verzenden vanaf de glasplaat (Geheugenverzending)..14 Parallelle geheugenverzending ................15...
  • Pagina 6 De lijnpoort wijzigen ....................52 Gelijktijdige broadcast met meerdere lijnpoorten ............. 54 Een bestemming opgeven .................. 55 Verzenden over een faxlijn..................55 Een pauze invoeren....................56 Een toon invoeren ....................57 Verzenden per IP-fax ....................58 Over IP-faxbestemmingen..................61 Naar een e-mailadres verzenden................62 De SMTP-server omzeilen ..................65 Het Adresboek gebruiken om bestemmingen op te geven ........
  • Pagina 7 Polling-Verzending .................... 120 Rapport Polling-verzending wissen................123 Polling-Ontvangst ....................124 Polling-ontvangst reserveringsrapport ..............126 Polling-ontvangst resultaatrapport ................. 127 Sub Transmission Mode ................... 128 Boek fax .........................128 Dubbelzijdige originelen verzenden ...............130 E-mailopties ......................132 Het onderwerp invoeren ..................132 De tekst invoeren....................135 Om een ontvangstbericht verzoeken..............
  • Pagina 8 Afdrukopties....................... 174 Geluidssignaal afdrukken voltooid ................. 174 Geruit merkteken....................174 Centreerteken ......................175 Ontvangsttijd ......................175 Dubbelzijdig afdrukken...................176 Afdrukken met rotatie van 180 graden ..............177 Multi-pagina ontvangst ...................177 Beeldrotatie ......................178 Twee originelen combineren .................. 179 Paginascheiding en lengteverkleining..............180 Afdrukken in omgekeerde volgorde ...............181 Pagina verkleining....................
  • Pagina 9 Geheugenstatus weergeven ................217 Ontvangen en opgeslagen documenten afdrukken/wissen (opgeslagen RX-bestand afdrukken/wissen) ..........219 Ontvangen en opgeslagen documenten afdrukken ..........220 Ontvangen en opgeslagen documenten wissen ............ 221 Een vertrouwelijk document afdrukken............222 Rapport met vertrouwelijk bestand................. 224 Een ontvangen bestand met een geheugenslot afdrukken ......225 Persoonlijke box ....................
  • Pagina 10 Opties specificeren....................264 Het faxdocument op een bepaalde tijd verzenden ..........264 Een afzenderstempel afdrukken................264 Een voorblad bijvoegen ..................264 Dubbelzijdig afdrukken instellen ................265 Een voorbeeld weergeven................... 265 Als bestanden opslaan ..................265 Het faxdocument opslaan in de Document Server ..........266 Verzendingen beheren via het LAN-fax-stuurprogramma........267 Verzendresultaten bevestigen per e-mail...............267 LAN-Fax Resultatenrapport ...................
  • Pagina 11: Gebruik Van Deze Handleiding

    Gebruik van deze handleiding Symbolen In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: verwijst naar belangrijke opmerkingen over veiligheid. Het negeren van deze opmerkingen kan zwaar lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. Zorg ervoor dat u deze opmerkingen leest. Ze zijn te vinden in het gedeelte “Veiligheidsinformatie”...
  • Pagina 12: Het Display Lezen

    Het display lezen In dit hoofdstuk wordt het gebruik van het bedieningspaneel en de op het scherm weergegeven toetsen uitgelegd. Het display leidt u door de bediening en toont u de apparaatstatus, berichten en bestemmingen die in de bestemmingslijsten zijn geregistreerd. Als u tijdens een bewerking op de toets {Fax} of {Instellingen verwijderen} drukt, wordt het stand-by display geopend.
  • Pagina 13: Functies Van Het Display En De Toetsen

    Functies van het display en de toetsen In dit gedeelte worden de toetsfuncties en berichten besproken die op het bedie- ningspaneel worden weergegeven. Belangrijk ❒ Voor het gebruik van de Internetfax- en de IP-faxfunctie zijn de optionele printer- en scannerfuncties vereist. ❖...
  • Pagina 14 Hier worden berichten en de ap- Hier worden verschillende ver- paraatstatus weergegeven. zendfuncties weergegeven. Hier wordt het nummer van een Titelwoordtoetsen worden bestemming weergegeven. Wanneer weergegeven. U kunt van de ene pa- u bestemmingen toevoegt met de cij- gina (display) naar de andere in de fertoetsen, drukt u op [Toev.].
  • Pagina 15: Functieoverzicht

    Functieoverzicht In dit gedeelte worden de verschillende opties uitgelegd die kunnen worden ge- specificeerd in het menu Faxfuncties. Druk op de toets {Gebruikersinstellingen/Teller} om het menu Faxfuncties te ope- nen. Raadpleeg de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer in- formatie over de instellingen. ❖...
  • Pagina 16: E-Mailinstellingen

    ❖ Ontvangstinstell. Functienaam Omschrijving Activeer ontvangstmodus Geef de methode voor het ontvangen van faxdocu- menten aan. Geautoriseerde RX Geef aan of ongewenste faxdocumenten al dan niet moeten worden geweerd. Doorzenden Geef aan of ontvangen faxdocumenten al dan niet moeten worden doorgezonden naar een gepro- grammeerde ontvanger.
  • Pagina 17 ❖ IP-faxinstellingen Functienaam Omschrijving Activeren H.323 Geef op of H.323 wel of niet wordt gebruikt voor IP-Faxverzending. Activeren SIP Geef op of SIP wel of niet wordt gebruikt voor IP-Faxverzending. H.323 instellingen Geef het IPv4-adres of de hostnaam van de gate- keeper op en het alias telefoonnummer.
  • Pagina 18 Functienaam Omschrijving Verzendrapport Om de Verzoekende partij een Rapport doorzend- verzoekresultaten van het verzendstation te kun- nen laten ontvangen, moet de Verzoekende partij het nummer van de aangesloten telefoonlijn op zijn apparaat programmeren. Vertrouwelijk ID programmeren Programmeer een Vertrouwelijk ID om een ver- trouwelijke ontvangst te kunnen afdrukken.
  • Pagina 19: Verzending

    1. Verzending In dit gedeelte worden de basisbewerkingen voor verzenden uitgelegd, zoals het opgeven van een verzendmodus of bestemming. Verzendmodi Er zijn twee soorten verzending: • Geheugenverzending • Directe verzending Belangrijk ❒ We raden aan dat u de ontvangers opbelt en aan hen doorgeeft wanneer u be- langrijke documenten verzendt.
  • Pagina 20: Wisselen Tussen Geheugenverzending En Directe Verzending

    Verzending Verwijzing Pag.15 “Parallelle geheugenverzending” Pag.17 “Gelijktijdige broadcast” Wisselen tussen Geheugenverzending en Directe verzending Controleer het display om te zien welke modus op dat moment actief is. U kunt de verzendmodus wijzigen door op [Directe TX] of [Geheugen TX] te drukken. Opmerking ❒...
  • Pagina 21: Geheugenverzending

    Verzendmodi Geheugenverzending De modus Geheugenverzending heeft standaardfax, Internetfax en IP-fax. Belangrijk ❒ Bij een stroomstoring (de hoofdschakelaar is uitgeschakeld) of wanneer de stekker uit het stopcontact is getrokken (langer dan een uur), worden alle in het geheugen opgeslagen documenten gewist. Zodra de hoofdschakelaar is ingeschakeld, wordt het stroomonderbrekingsrapport afgedrukt zodat u kunt vaststellen welke faxberichten zijn gewist.
  • Pagina 22 Verzending U kunt de bestemming met de cijfertoetsen of een bestemmingstoets in- voeren. Een faxnummer, e-mailadres en IP-faxbestemming kunnen gelijktijdig wor- den opgegeven. Als u zich vergist, drukt u op de toets {Wis/Stop} en voert u het juiste nummer in. Raadpleeg “Een bestemming opgeven via het adresboek”...
  • Pagina 23 Verzendmodi Druk op de toets {Start}. Het apparaat kiest de bestemming. Na het scannen wordt het stand-by dis- play weergegeven. Opmerking ❒ Als het gecombineerde totaalaantal van geprogrammeerde bestemmingen hoger is dan de maximumwaarde, is alleen directe verzending mogelijk. ❒ Raadpleeg “Maximumwaarden” voor informatie over het maximum aan- tal bestemmingen dat u per bestand kunt opgeven.
  • Pagina 24: Meerdere Originelen Verzenden Vanaf De Glasplaat (Geheugenverzending)

    Verzending Meerdere originelen verzenden vanaf de glasplaat (Geheugenverzending) Volg deze stappen om meerdere originelen vanaf de glasplaat te verzenden. Controleer of [Geheugen TX] is geselecteerd. Leg de eerste pagina van het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Geef een bestemming op.
  • Pagina 25: Parallelle Geheugenverzending

    Verzendmodi Parallelle geheugenverzending Met deze functie kan een faxnummer worden gekozen terwijl het origineel wordt gescand. Bij standaard geheugenverzending wordt het origineel opgeslagen in het geheu- gen en wordt daarna het nummer van de bestemming gekozen. Met parallelle geheugenverzending kunt u de verbindingsstatus echter snel bevestigen. Daar- naast scant deze functie het origineel sneller dan de Directe verzending.
  • Pagina 26: Automatisch Opnieuw Kiezen

    Verzending Automatisch opnieuw kiezen Als een faxdocument niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was of als gevolg van een fout tijdens de verzending, dan wordt de lijn na een interval van vijf minuten overgeschakeld op een andere lijn en wordt vijf maal geprobeerd om opnieuw te kiezen.
  • Pagina 27: Dual Access

    Verzendmodi Dual Access Het apparaat kan andere documenten scannen en in het geheugen opslaan terwijl er een faxdocument uit het geheugen wordt verzonden, een document in het geheu- gen wordt ontvangen, of een rapport automatisch wordt afgedrukt. Aangezien het apparaat direct na het voltooien van de verzending van het huidige document start met de verzending van het tweede document, wordt de lijn efficiënter gebruikt.
  • Pagina 28: Als Het Geheugen Vol Raakt Terwijl U Een Origineel Opslaat

    Verzending Verwijzing Pag.54 “Gelijktijdige broadcast met meerdere lijnpoorten” Pag.198 “Lijst met bestanden in het geheugen afdrukken (Lijst verzendbe- standen afdrukken)” Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Als het geheugen vol raakt terwijl u een origineel opslaat Als het geheugen vol raakt terwijl u een origineel opslaat (vrije ruimte is 0%) wordt de melding “...
  • Pagina 29 Verzendmodi Selecteer de gewenste scaninstellingen. U kunt de bestemming met de cijfertoetsen of een bestemmingstoets in- voeren. Als u zich vergist, drukt u op de toets {Wis/Stop} en voert u het juiste nummer in. Raadpleeg “Een bestemming opgeven via het adresboek” om een bestem- ming via het Adresboek te selecteren.
  • Pagina 30: Meerdere Originelen Verzenden Vanaf De Glasplaat (Directe Verzending)

    Verzending Meerdere originelen verzenden vanaf de glasplaat (Directe verzending) Volg deze stappen om meerdere originelen vanaf de glasplaat te verzenden. Controleer of [Directe TX] is geselecteerd. Plaats de eerste pagina met de voorzijde naar beneden op de glasplaat. Geef een bestemming op. Voer de gewenste scaninstellingen door.
  • Pagina 31: De Verzendinstellingen Controleren

    Verzendmodi De verzendinstellingen controleren Op dit scherm kunt u de bestemming, de verzendmodus en andere verzendin- stellingen voorafgaand aan het verzenden controleren. Druk op de toets {Instellingen controleren} en controleer vervolgens de ver- zendinstellingen. Het volgende display wordt getoond. Nadat u de instellingen op het display hebt gecontroleerd, drukt u op de toets {Instellingen controleren}.
  • Pagina 32: Ip-Faxfuncties

    Verzending IP-faxfuncties Bij de IP-faxfunctie worden documenten tussen twee faxapparaten direct via een TCP/IP-netwerk verzonden of ontvangen. Deze functie heeft de volgende voordelen en is geschikt voor communicatie bin- nen hetzelfde LAN: • Lagere communicatiekosten • Snellere communicatie tussen IP-faxen dan bij standaardfaxen IP-fax gebruikt SIP en H.323 als netwerkprotocol.
  • Pagina 33 IP-faxfuncties Belangrijk ❒ De optionele printer- en scannerfuncties zijn vereist. ❒ Om IP-faxfuncties te kunnen gebruiken, moet dit apparaat op een LAN zijn aangesloten en goed zijn geïnstalleerd onder IP-faxinstellingen in het menu Faxfuncties. ❒ De faxfunctie van dit apparaat kan niet worden gebruikt bij IPv6. ❒...
  • Pagina 34: Terminologie

    Verzending Opmerking ❒ De IP-fax die op dit apparaat wordt ondersteund, is ITU-T Recommendation T.38-compliant. Verwijzing Pag.153 “Soorten ontvangst” Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Terminologie U moet de volgende woorden kennen voordat u IP-fax gaat gebruiken: ❖ H.323 Een protocol voor multimediacommunicatie voor het verzenden of ontvan- gen van bestanden via één-op-één-communicatie over een LAN of via het In- ternet.
  • Pagina 35: Opmerking Over Het Gebruik Van Ip-Fax

    IP-faxfuncties Opmerking over het gebruik van IP-fax De volgende opmerkingen hebben betrekking op het gebruik van IP-fax: • U kunt wellicht niet verzenden naar een netwerk dat met een firewall wordt beveiligd. • U kunt geen telefoon op een LAN gebruiken. •...
  • Pagina 36: Internetfaxfuncties

    Verzending Internetfaxfuncties Dit apparaat converteert gescande documentafbeeldingen naar e-mailopmaak en verzendt de gegevens via het Internet. De door het apparaat verzonden e-mail kan door een andere Internetfax worden ontvangen. In plaats van het kiezen van het telefoonnummer van de bestem- ming, geeft u het desbetreffende e-mailadres op.
  • Pagina 37 Internetfaxfuncties Opmerking ❒ De functie Internetfax die op dit apparaat wordt ondersteund, is compatibel met ITU-T Recommendation T.37. ❒ U kunt vanaf computers e-mailberichten met een aangehechte TIFF-F-afbeel- ding ontvangen. ❒ Via Internetfax worden documenten normaal gesproken via een SMTP-ser- ver verzonden.
  • Pagina 38: Opmerking Over Het Gebruik Van Internetfax

    Verzending Opmerking over het gebruik van Internetfax De volgende opmerkingen hebben betrekking op het gebruik van Internetfax: • Als u de functie Internetfax gebruikt, worden de originelen op A4-formaat ver- zonden. Originelen die groter zijn dan A4, worden verkleind tot A4-formaat. Als het apparaat van de ontvanger de T.37 volledige modus ondersteunt, worden de originelen verzonden met het formaat dat is opgegeven in het Adresboek.
  • Pagina 39: Functies Die Niet Beschikbaar Zijn Bij E-Mailverzending

    Internetfaxfuncties Functies die niet beschikbaar zijn bij e-mailverzending U kunt de volgende functies gebruiken voor het verzenden van standaardfaxen maar niet voor Internetfaxen. • Directe verzending • Vertrouwelijke verzending • ID-verzending • Polling-Verzending • Opvolgend kiezen • Verzending via SUB-code •...
  • Pagina 40: E-Mailonderwerp

    Verzending E-mailonderwerp Als u een e-mail verzendt zonder een onderwerp te vermelden, wordt automa- tisch een onderwerp opgegeven. Onderwerpen verschillen afhankelijk van de instellingen voor Stempel naam afzender. ❖ Als Stempel naam afzender is ingesteld op [Aan]: Van naam afzender (Faxberichtnummer.xxxx) ❖...
  • Pagina 41: T.37 Volledige Modus

    Internetfaxfuncties T.37 volledige modus Dit apparaat is compatibel met T.37 volledige modus. T.37 volledige modus is een internationale standaard voor Internetfaxverzending. (ITU-T Recommenda- tion, RFC2532) Als Internetfaxcommunicatie plaatsvindt tussen apparaten die compatibel zijn met T.37 volledige modus, verzendt de ontvanger de ontvangstbevestiging (ver- zonden) in antwoord op het verzoek om een ontvangstbericht dat met de ver- zonden e-mail was meegestuurd.
  • Pagina 42 Verzending Opmerking ❒ Gegevens over de ontvangstmogelijkheden van de ontvanger handmatig programmeren met Web Image Monitor. ❒ Als u Internetfaxverzending gebruikt, kunt u documenten in één keer naar meerdere bestemmingen verzenden. Als u echter bestemmingen met volledi- ge modus opgeeft, worden de documenten één voor één naar de bestemmin- gen verzonden, want de gegevens over de ontvangstmogelijkheden kunnen immers per bestemming verschillen.
  • Pagina 43: Originelen Plaatsen

    Originelen plaatsen Originelen plaatsen Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. Voor meer informatie over het plaatsen van originelen: • Originelen op de glasplaat leggen Kopieerhandleiding / Document Server-handleiding • Plaatsen van originelen in de ADF Kopieerhandleiding / Document Server-handleiding Merk op dat [Speciaal origineel] van de kopieerfunctie niet in combinatie met de faxfunctie kan worden gebruikt.
  • Pagina 44: Belangrijk

    Verzending Belangrijk ❒ A5-originelen die u op de glasplaat plaatst, worden niet gedetecteerd. Plaats originelen met het formaat A5 in de ADF. ❒ Til de ADF niet omhoog terwijl u deze gebruikt voor het scannen van origi- nelen. Opmerking ❒ Leg de originelen op een stapel als u meerdere originelen wilt scannen via de automatische documentinvoer (ADF).
  • Pagina 45 Originelen plaatsen ❒ Als u de functie Internetfax gebruikt, worden de originelen op A4-formaat verzonden. Originelen die groter zijn dan A4, worden verkleind tot A4-for- maat. Als het apparaat van de ontvanger de T.37 volledige modus onder- steunt, worden de originelen verzonden met het formaat dat is opgegeven in het Adresboek.
  • Pagina 46: Een Scangebied Instellen

    Verzending Een scangebied instellen Normaal gesproken wordt een geplaatst origineel gescand volgens het automa- tisch gedetecteerde formaat. Als u een scangebied aangeeft, wordt het origineel dienovereenkomstig gescand. Originelen kunnen dus zonder extra ruimte of blanco marges worden verzonden. Opmerking ❒ Wanneer u originelen met verschillende formaten in de ADF plaatst, moet u de papiergeleider instellen op het formaat van het grootste origineel.
  • Pagina 47: Standaard

    Originelen plaatsen Druk op [OK]. ” wordt weergegeven boven [Scangebied]. “ Autodetectie Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Standaard Het geplaatste origineel wordt gescand volgens het opgegeven formaat, onge- acht het feitelijke formaat van het document. De volgende formaten kunnen worden opgegeven: A4KL, B4 JISL, A3L, "...
  • Pagina 48: Gebied

    Verzending Kies het gewenste formaat van de originelen die worden verzonden en druk op [OK]. " × 11" verwijst naar LT. 8 " × 14" verwijst naar LG. 11" × 17" verwijst naar DLT. Druk op [OK]. Het geselecteerde formaat wordt boven het gemarkeerde [Scangebied] weergegeven. Als u het geselecteerde scanformaat wilt annuleren, selecteert u [Autodetectie].
  • Pagina 49: Gem. Originele Formaten

    Originelen plaatsen Druk op [Gebied 1] of [Gebied 2]. Druk op [OK]. ” wordt weergegeven boven de gemarkeerde [Scan- “ ” of “ Gebied 1 Gebied 2 gebied]. Als u het geselecteerde scanformaat wilt annuleren, selecteert u [Autodetectie]. Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Verwijzing Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Gem.
  • Pagina 50 Verzending Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen. Druk op [Scangebied]. Druk op [Gem. originele formaten]. Druk op [OK]. “ ” wordt weergegeven boven de gemarkeerde Gem. originele formaten [Scangebied]. Als u Gem. originele formaten wilt annuleren, drukt u op [Autodetectie]. Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}.
  • Pagina 51: Geschikte Origineelformaten

    Originelen plaatsen Geschikte origineelformaten Plaats van het ori- Geschikte origineelformaten Maximaal aan- Dikte van het papier gineel tal vellen Maximaal A3 (297 × 420 mm), Glasplaat 11" × 17" (279 × 432 mm) ADF, enkelzijdig B6 JISKL tot A3L 80 vel 40 - 128 g/m document (maximaal 1200 mm lang)
  • Pagina 52: Wanneer U Een Origineel Op De Glasplaat Legt

    Verzending Wanneer u een origineel op de glasplaat legt Belangrijk ❒ Als u een origineel op de glasplaat plaatst dat groter is dan A3, 11" × 17" wordt een gebied van slechts A3, 11" × 17" gescand. • Maximaal scangebied Het maximale scangebied wordt hieronder weergegeven: 297 ×...
  • Pagina 53: Wanneer U Een Origineel In De Adf Plaatst

    Originelen plaatsen Wanneer u een origineel in de ADF plaatst • Maximaal scangebied Het maximale scangebied wordt hieronder weergegeven: Geheugenverzending: 297 × 1200 mm/11" × 47" (B × L) Directe verzending: 297 × 1200 mm/11" × 47" (B × L) NL AAG019S Het apparaat herkent de papierformaten als volgt: ❖...
  • Pagina 54: Moeilijk Te Detecteren Origineelformaten

    Verzending Moeilijk te detecteren origineelformaten Het apparaat heeft moeite met de detectie van de volgende origineelformaten. (Als dit gebeurt, selecteert het ontvangende apparaat mogelijk het verkeerde formaat afdrukpapier.) • documenten die op de glasplaat worden geplaatst en een ander formaat heb- ben dan de formaten in onderstaande tabel •...
  • Pagina 55: Verzending Met Beeldrotatie

    Originelen plaatsen Verzending met Beeldrotatie " × 11" originelen in de afdrukstand liggend (L). Doorgaans plaatst u A4, 8 " × 11" origineel in de afdrukstand staand plaatst ( K ), wordt Als u een A4, 8 " × 11" liggend de afbeelding 90°...
  • Pagina 56: Scaninstellingen

    Verzending Scaninstellingen U kunt veel verschillende soorten faxdocumenten verzenden. Een aantal daarvan kan soms moeilijk worden gereproduceerd bij de ontvanger. Het apparaat heeft drie in- stellingen waarmee u de kwaliteit van de afdruk kunt aanpassen en verbeteren. ❖ Resolutie: Standaard, Detail, Superfijn (optioneel) ❖...
  • Pagina 57 Scaninstellingen Selecteer de vereiste resolutie en druk op [OK]. Opmerking ❒ Als de optionele geheugenuitbreiding is geïnstalleerd, wordt “Super fijn” weergegeven in het resolutievenster. ❒ Als het ontvangende faxapparaat de gekozen resolutie niet ondersteunt, wordt automatisch overgeschakeld op een resolutie die wel wordt onder- steund.
  • Pagina 58: Type Origineel

    Verzending Type origineel Als het origineel foto’s, afbeeldingen of grafieken bevat met complexe patronen of veel grijstinten, selecteert u het geschikte type origineel voor een zo duidelijk mogelijke afdruk. ❖ Tekst Selecteer [Tekst] om originelen met contrastrijke zwart-witafbeeldingen te verzenden. Gebruik deze instelling ook als het origineel tekst en foto’s bevat, of als u alleen een scherpere tekst wilt verzenden.
  • Pagina 59: Jbig-Verzending

    Scaninstellingen ❒ U kunt het geselecteerde type origineel instellen nadat het apparaat is in- geschakeld of nadat de toets {Instellingen verwijderen} wordt ingedrukt met [Prioriteit origineel type] onder Alg. instellingen/Aanpassen in het menu Faxfuncties. Verwijzing Pag.49 “Beelddichtheid (Contrast)” JBIG-verzending Als u JBIG-compressie (Joint Bi-level Image Experts Group) gebruikt, kunt u ori- ginelen die met [Foto] zijn gescand sneller verzenden dan met andere compres- siemethoden.
  • Pagina 60 Verzending ❖ Handmatige belichting Gebruik handmatige belichting als u de belichting handmatig wilt instellen. U kunt kiezen uit zeven belichtingsniveaus. Als [Automatische Belichting] is geselecteerd, drukt u op [Automatische Belichting] om deze uit te schakelen. Druk op [iLichter] of [Donkerd.j] om de belichting aan te passen. Het vierkant beweegt.
  • Pagina 61: Verschillende Instellingen Kiezen Bij Een Origineel Met Meerdere Pagina's

    Scaninstellingen Verschillende instellingen kiezen bij een origineel met meerdere pagina’s Als u een origineel met meerdere pagina’s wilt verzenden, kunt u voor iedere pagina afzonderlijk de instellingen voor belichting, resolutie en het type origi- neel instellen. Het wordt aangeraden de originelen op de glasplaat te leggen als u bij een origi- neel met meerdere pagina’s met verschillende scaninstellingen werkt.
  • Pagina 62: De Lijnpoort Wijzigen

    Verzending De lijnpoort wijzigen Selecteer een lijnpoort die u voor standaard faxverzending wilt gebruiken. Wanneer de extra G3-interface is geïnstalleerd, kunt u maximaal op drie poorten aansluiten. Belangrijk ❒ Voor deze functie is de optionele extra G3-interface vereist. ❖ G3 G3 wordt geselecteerd na inschakeling of wanneer het apparaat is gereset.
  • Pagina 63 De lijnpoort wijzigen Selecteer de lijn die u wilt gebruiken. Als een optionele extra G3-interface is geïnstalleerd Als u “G3 Auto” selecteert, gebruikt het apparaat een willekeurige beschik- bare lijn. Hierdoor wordt de efficiëntie vergroot. Druk op [Afsluiten]. Het display geeft “stand-by” aan. Opmerking ❒...
  • Pagina 64: Gelijktijdige Broadcast Met Meerdere Lijnpoorten

    Verzending Gelijktijdige broadcast met meerdere lijnpoorten De standaard broadcast-functie verzendt faxberichten één voor één naar ver- schillende bestemmingen, in de volgorde waarin de bestemmingen werden aan- gegeven. Met de functie gelijktijdige broadcast kunnen echter drie faxberichten via verschillende lijnen tegelijkertijd naar meerdere bestemmingen worden ver- zonden.
  • Pagina 65: Een Bestemming Opgeven

    Een bestemming opgeven Een bestemming opgeven In dit gedeelte wordt het opgeven van een bestemming uitgelegd. Er kunnen faxnummers, IP-faxbestemmingen en e-mailadressen worden opge- geven. Opmerking ❒ Op het display ziet u de vrije geheugenruimte voor het opslaan van originelen (in procenten).
  • Pagina 66: Een Pauze Invoeren

    Verzending Verwijzing Pag.52 “De lijnpoort wijzigen” Pag.56 “Een pauze invoeren” Pag.57 “Een toon invoeren” Pag.67 “Het Adresboek gebruiken om bestemmingen op te geven” Pag.74 “Ingevoerde bestemmingen in het Adresboek registreren” Pag.293 “Maximumwaarden” Een pauze invoeren Druk op de toets {Pauze/herh.} wanneer u tijdens het kiezen of opslaan van een nummer een pauze van twee seconden tussen de cijfers wilt aanbrengen.
  • Pagina 67: Een Toon Invoeren

    Een bestemming opgeven Een toon invoeren Met deze functie kan men met een apparaat dat op een pulslijn is aangesloten, toonsignalen laten verzenden (bijvoorbeeld voor speciale diensten op een toon- lijn). Wanneer u op de toets {Toon} drukt, kiest het apparaat het nummer met toonsignalen.
  • Pagina 68: Verzenden Per Ip-Fax

    Verzending Verzenden per IP-fax In dit gedeelte wordt het opgeven van een bestemming via IP-faxverzending uit- gelegd. Bij het gebruik van IP-faxverzending geeft u de IP-faxbestemming op (IPv4- adres, hostnaam of alias telefoonnummer) in plaats van het faxnummer. Druk op om over te schakelen naar IP-faxbestemming.
  • Pagina 69 Een bestemming opgeven Voer de IP-faxbestemming in en druk op [OK]. Als u beide parameters “Activeren H.323” en “Activeren SIP” hebt ingesteld op “Aan” met “IP-faxinstellingen” onder “Faxeigenschappen”, wordt [Protocol] weergegeven. Druk op deze knop om het te gebruiken protocol te selecteren. Als u een verkeerd teken invoert, druk dan op [Backspace] of [All.verwijd.].
  • Pagina 70 Verzending Druk op de toets {Start}. Het apparaat begint het origineel te scannen en slaat dit op in het geheugen. Als het scannen is beëindigd, gaat de Communicatie-indicator branden en be- gint het verzenden. Opmerking ❒ Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen is het mogelijk dat [Handmatig inv.] niet wordt weergegeven, zodat u geen IP-faxbestemming kunt invoeren.
  • Pagina 71: Over Ip-Faxbestemmingen

    Een bestemming opgeven Over IP-faxbestemmingen Afhankelijk van het netwerk waarop dit apparaat is aangesloten of de configu- ratie van dit apparaat, voert u de IP-faxbestemming als volgt in: ❖ Als er geen gatekeeper/SIP-server wordt gebruikt • Van IP-fax naar IP-fax Geef het IPv4-adres of de hostnaam van het ontvangende apparaat op.
  • Pagina 72: Naar Een E-Mailadres Verzenden

    Verzending ❒ Een alias telefoonnummer is een nummer dat in de gatekeeper wordt geregis- treerd en dat alleen beschikbaar is op het netwerk waarop de gatekeeper is aangesloten. ❒ Let op het aantal cijfers van het telefoonnummer dat in de conversietabel van het gateway-/IPv4-adres is ingesteld om fouten tijdens het verzenden te ver- mijden.
  • Pagina 73 Een bestemming opgeven Druk op [Handmatig inv.]. Raadpleeg “Een bestemming opgeven via het adresboek” om een bestem- ming via het Adresboek te selecteren. Geef de bestemming van het e-mailadres op en druk vervolgens op [OK]. Als u een verkeerd teken invoert, druk dan op [Backspace] of [All.verwijd.]. Voer de tekens vervolgens correct in.
  • Pagina 74 Verzending Om een bestemming toe te voegen, drukt u op [Toev.]. U hoeft niet op [Toev.] te drukken wanneer u een bestemming toevoegt met de bestemmingslijst. Geef de volgende bestemming op. Druk op om de bestemming te schakelen tussen faxnummer, e-maila- dres en IP-faxbestemming.
  • Pagina 75: De Smtp-Server Omzeilen

    Een bestemming opgeven ❒ Als “Naam afzender autom. specificeren” is ingesteld op “Aan” in “Sys- teeminstellingen”, wordt de afzender automatisch opgegeven en hoeft u de procedure voor het opgeven van een afzender niet uit te voeren. Als “Aan” is geselecteerd, wordt het opgegeven e-mailadres weergegeven in het veld “Van:”.
  • Pagina 76 Verzending U kunt Internetfaxdocumenten echter rechtstreeks naar hun bestemmingen ver- zenden zonder een SMTP-server te gebruiken. Internetfaxen worden normaal gesproken via de SMTP-server verzonden. Met deze functie wordt het domein- deel van het e-mailadres van het ontvangende apparaat gelezen als het adres van de SMTP-server en gaan de verzendingen om de SMTP-server heen.
  • Pagina 77: Het Adresboek Gebruiken Om Bestemmingen Op Te Geven

    Een bestemming opgeven Druk op [Afsluiten]. Opmerking ❒ Als u bestemmingen rechtstreeks met behulp van de cijfertoetsen opgeeft, kunt u per bestemming aangeven of u al dan niet de SMTP-server gebruikt. ❒ Als u bestemmingen selecteert in de bestemmingslijst, wordt de instelling die in het Adresboek voor de SMTP-server is opgegeven ingeschakeld.
  • Pagina 78: Overschakelen Tussen Titels In Het Adresboek

    Verzending Druk op de bestemmingstoets waaronder de gewenste bestemming is ge- registreerd. Als de gewenste bestemmingstoets niet wordt weergegeven, drukt u op [U] en [T] om door de lijst te bladeren. Als u de selectie wilt annuleren, drukt u nogmaals op de geselecteerde be- stemmingstoets.
  • Pagina 79: Groepsbestemmingen Opgeven

    Een bestemming opgeven Groepsbestemmingen opgeven Als u meerdere bestemmingen tot een groep programmeert, kunt u documenten verzenden naar alle bestemmingen in die groep door slechts een paar toetsen in te drukken. Bestemmingen die in een groep zijn geprogrammeerd, worden aan- gegeven met Belangrijk ❒...
  • Pagina 80: Opvolgend Kiezen

    Verzending Druk op de toets {Start}. Opmerking ❒ Bestemmingen die in groepen zijn geprogrammeerd, kunnen worden ge- controleerd met behulp van “Lijst groepkiesnrs. afdrukken” in “Systeem- instellingen”. ❒ Als voor een bestemming die in de opgegeven groep is opgenomen geen faxnummer, e-mailadres of IP-faxbestemming is geprogrammeerd, wordt het bevestigingsbericht weergegeven.
  • Pagina 81: Opnieuw Kiezen

    Een bestemming opgeven Opmerking ❒ Bij Geheugenverzending en Directe verzending dient u tussen delen van een nummers een pauze in te voeren. Bij Dir. Kiezen en bij Handmatig kie- zen hoeft u geen pauze in te voeren. ❒ De functie Geavanceerde functies die in de bestemmingslijst is geprogram- meerd, is niet beschikbaar.
  • Pagina 82 Verzending Selecteer het faxnummer dat u opnieuw wilt kiezen. Druk op de toets {Start}. Opmerking ❒ Als u een faxnummer opnieuw wilt bellen, dient u geen nummer te bellen voor- dat u op de toets {Pauze/herh.} heeft gedrukt. Als u op de toets {Pauze/herh.} drukt nadat u met de cijfertoetsen nummers heeft ingevoerd, wordt in plaats daarvan een pauze ingevoerd.
  • Pagina 83: Bestemmingen In Het Adresboek Programmeren

    Bestemmingen in het Adresboek programmeren Bestemmingen in het Adresboek programmeren U kunt faxnummers, IP-faxbestemmingen, e-mailadressen en mapbestemmin- gen programmeren met behulp van Adresboekmanagement onder Beheerder- tools in het menu Systeeminstellingen. Druk op de toets {Gebruikersinstellingen/Teller}. Druk op [Systeeminstellingen]. Druk op [Beheerderstoepas.] en vervolgens op [TVolg.]. Druk op [Adresboekmanagement].
  • Pagina 84: Ingevoerde Bestemmingen In Het Adresboek Registreren

    Verzending Ingevoerde bestemmingen in het Adresboek registreren In dit gedeelte wordt het registreren van een direct ingevoerd faxnummer, e- mailadres, IP-faxbestemming en mapbestemming uitgelegd. Bij het registreren van een bestemming die direct is ingevoerd of weergegeven op het scherm Opnieuw kiezen in het Adresboek, wordt [Prog.Best.] weergege- ven in het bestemmingsveld.
  • Pagina 85: Een Bestemming In Het Adresboek Opzoeken

    Een bestemming in het Adresboek opzoeken Een bestemming in het Adresboek opzoeken Gebruik deze functie om een bestemming te zoeken die in de bestemmingslijst of op de LDAP-server is geregistreerd. Opmerking ❒ Als u op [Fax], [E-mail] of [IP-Fax] drukt op het display met zoekresultaten, kunt u schakelen tussen faxbestemming, e-mailbestemming en IP-faxbestemming.
  • Pagina 86: Zoeken Op Bestemmingsnaam

    Verzending Zoeken op bestemmingsnaam Volg deze procedure om een bestemming die in het Adresboek op naam is gere- gistreerd te zoeken. Druk op , het vergrootglaspictogram. Druk op [Geavanceerd zoeken]. Druk op [Zoek op bestem.naam].
  • Pagina 87 Een bestemming in het Adresboek opzoeken Voer de te zoeken bestemmingsnaam in en druk op [OK]. Als u een verkeerde bestemmingsnaam invoert, drukt u op [←] of [→] en [Backspace] of [All.verwijd.] en voert u de bestemmingsnaam opnieuw in. Bevestig de ingevoerde bestemmingsnaam en druk op [OK]. Er wordt een bericht weergegeven dat de voortgang van het zoeken aangeeft.
  • Pagina 88: Zoeken Op Faxnummer

    Verzending Zoeken op faxnummer Volg deze procedure om een bestemming die in het Adresboek op faxnummer is geregistreerd te zoeken. Druk op , het vergrootglaspictogram. Druk op [Geavanceerd zoeken]. Druk op [Faxnummer].
  • Pagina 89 Een bestemming in het Adresboek opzoeken Voer het te zoeken nummer in en druk op [OK]. Als u een verkeerd nummer invoert, drukt u op [←] of [→] en [Wissen] en voer het nummer vervolgens correct in. Bevestig het ingevoerde faxnummer en druk op [OK]. Er wordt een bericht weergegeven dat de voortgang van het zoeken aangeeft.
  • Pagina 90: Zoeken Op E-Mailadres

    Verzending Zoeken op e-mailadres Volg deze stappen om een e-mailadres te gebruiken om te zoeken naar een be- stemming die in de bestemmingslijst is geregistreerd. Druk op , het vergrootglaspictogram. Druk op [Geavanceerd zoeken]. Druk op [E-mailadres].
  • Pagina 91 Een bestemming in het Adresboek opzoeken Voer het te zoeken e-mailadres in en druk op [OK]. Als u het verkeerde e-mailadres hebt opgegeven, drukt u op [←] of [→] en [Backspace] of [All.verwijd.] en geeft u vervolgens het correcte e-mailadres op. Bevestig het ingevoerde e-mailadres en druk op [OK].
  • Pagina 92: Zoeken Op Ip-Faxbestemming

    Verzending Zoeken op IP-faxbestemming Volg deze procedure om een bestemming die in het Adresboek op IP-faxbestem- ming is geregistreerd te zoeken. Druk op , het vergrootglaspictogram. Druk op [Geavanceerd zoeken]. Druk op [IP-Faxbestem. zoeken].
  • Pagina 93 Een bestemming in het Adresboek opzoeken Voer de te zoeken IP-faxbestemming in en druk op [OK]. Als u een verkeerde bestemming hebt ingevoerd, drukt u op [←] of [→] en [Backspace] of [All.verwijd.] en geeft u vervolgens de correcte bestemming op. Bevestig de ingevoerde IP-faxbestemming in en druk op [OK].
  • Pagina 94: Zoeken Op Ldap-Server

    Verzending Zoeken op LDAP-server Volg deze stappen om een bestemming die op de LDAP-server is geregistreerd te zoeken. Belangrijk ❒ Om een bestemming vanaf een LDAP-server te zoeken, moet de LDAP-server vooraf zijn geregistreerd. Druk op , het vergrootglaspictogram. Druk op [Zoek LDAP]. Druk op [Selecteer Server].
  • Pagina 95 Een bestemming in het Adresboek opzoeken Voer een gedeeltelijke reeks in voor elke zoekvoorwaarde. De voorwaarden (Naam, E-mailadres, Faxnummer, Bedrijfsnaam en Afde- lingsnaam) zijn in de LDAP-server geprogrammeerd. Als u op een voorwaarde drukt, wordt deze in het invoerveld weergegeven, waar u de noodzakelijke gegevens kunt invoeren.
  • Pagina 96 Verzending Druk op [OK]. Wanneer de zoekopdracht is voltooid, wordt het zoekresultaat weergegeven. Selecteer een bestemming. Als de gewenste bestemming niet wordt weergegeven, drukt u op [U] of [T] om deze weer te geven. Druk op [Detail] voor het weergeven van de gedetailleerde informatie over de geselecteerde bestemming.
  • Pagina 97: Zoeken Op Registratienummer

    Een bestemming in het Adresboek opzoeken Zoeken op registratienummer Volg deze stappen om een bestemming te zoeken door een registratienummer op te geven dat in de bestemmingslijst is geregistreerd. Druk op om de bestemming te schakelen tussen faxnummer, e-maila- dres en IP-faxbestemming. Druk op [Registratienr.].
  • Pagina 98: Direct Kiezen

    Verzending Direct kiezen Met Direct Kiezen-functie kunt u bellen terwijl u via de ingebouwde luidspreker mee kunt luisteren. U kunt zo tijdens het verzenden van een fax de verbinding controleren. Belangrijk ❒ Deze functie is niet beschikbaar voor de optionele extra G3 interface, Internet- fax en IP-fax.
  • Pagina 99: Met Direct Kiezen Bellen Vanaf Een Externe Telefoon

    Direct kiezen Wanneer de verbinding tot stand is gebracht en u een hoge pieptoon hoort, drukt u op de toets {Start}. De verzending begint. Voor het annuleren van een verzending drukt u op {Wis/Stop} en verwijdert u de originelen. Na verzending verschijnt de stand-by display. Opmerking ❒...
  • Pagina 100: Handmatig Kiezen

    Verzending Handmatig kiezen Neem de hoorn van de externe telefoon van de haak en kies het nummer. Wan- neer de verbinding tot stand wordt gebracht en u een hoge pieptoon hoort, drukt u op de {Start}-toets om het faxdocument te verzenden. Indien echter aan de an- dere kant iemand opneemt, kunt u een normaal telefoongesprek voeren.
  • Pagina 101: Geavanceerde Functies

    Geavanceerde functies Geavanceerde functies In dit gedeelte wordt het opgeven van een bestemming via geavanceerde func- ties uitgelegd. SUB-codes instellen voor verzending Volg deze stappen om een document met een SUB-code als vertrouwelijke ver- zending te verzenden. Gewoonlijk kunt u alleen gebruik maken van Vertrouwelijke verzending om do- cumenten te versturen naar faxapparaten van dezelfde fabrikant die zijn uitge- rust met de functie Vertrouwelijke ontvangst.
  • Pagina 102 Verzending Voer een SUB-code in en druk vervolgens op [OK]. Wanneer u zich vergist, drukt u op de toets [Wissen] of op {Wis/Stop} voordat u op [OK] drukt en probeert u het opnieuw. “SUB Code” verschijnt een regel boven [Geav. eigenschap.] in het display. Als een wachtwoord is vereist, drukt u op [Wachtwoord (SID)], geef het wacht- woord op met behulp van de cijfertoetsen en druk vervolgens op [OK].
  • Pagina 103: Een Wachtwoord Instellen

    Geavanceerde functies Een wachtwoord instellen In bepaalde gevallen is het wenselijk om vertrouwelijke faxdocumenten te ver- sturen met de functie SUB-code en daarbij gebruik te maken van een “SID” (ID van de afzender). Wanneer u een Doorzendbox met wachtwoord gebruikt, voert u de SID-code in als wachtwoord.
  • Pagina 104 Verzending Druk op [SEP Code]. Druk op [RX SEP Code]. Voer een SUB-code in en druk vervolgens op [OK]. “SEP Code” verschijnt een regel boven [Geav. eigenschap.] in het display. Wanneer u zich vergist, drukt u op de toets [Wissen] of op {Wis/Stop} voordat u op [OK] drukt en probeert u het opnieuw.
  • Pagina 105: Een Wachtwoord Invoeren

    Geavanceerde functies Druk op [OK]. Het display geeft “stand-by” aan. Druk op de toets {Start}. Opmerking ❒ Zorg ervoor dat het aantal cijfers in de SEP-code overeenkomt met de spe- cificatie van het apparaat vanwaar u ontvangt. Raadpleeg “Maximum- waarden” voor het maximum aantal cijfers voor de SEP-code van dit apparaat.
  • Pagina 106: Doorzendverzoek

    Verzending Doorzendverzoek Met Doorzendverzoek kunnen faxapparaten die zijn uitgerust met deze functie, in- komende documenten automatisch doorzenden naar meerdere faxbestemmingen. Via deze functie kunt u kosten besparen als u hetzelfde document naar meer dan één bestemming buiten uw basisgebied verstuurt. Bovendien kunt u tijd bespa- ren doordat meerdere documenten door middel van één enkele procedure kun- nen worden verzonden.
  • Pagina 107 Geavanceerde functies • Om een Verzendopdracht via IP-fax te versturen, moet het Doorzendsta- tion een faxapparaat van hetzelfde merk zijn dat IP-fax ondersteunt. • Het faxnummer van de verzoekende partij moet in het snelkies- of verkort kiesnummer van het doorzendstation zijn geprogrammeerd. •...
  • Pagina 108 Verzending Als u een ontvangend station wilt opgeven met behulp van verkort kiezen van het verzendstation, selecteert u [qp Verkort kiezen] en geeft u vervol- gens het nummer van de code voor verkort kiezen op. Wanneer u bijvoorbeeld het nummer onder snelkiestoets 12 van het door- zendstation wilt selecteren, voert u de volgende cijfers in: {1} {2}.
  • Pagina 109 Geavanceerde functies Druk op de toets {Start}. Opmerking ❒ Als u een verzendstationgroep opgeeft, telt de groep als één enkele ontvanger. ❒ Als een doorzendverzoek per e-mail is verzonden, stuurt het doorzendsta- tion per e-mail een rapport doorzendverzoekresultaten terug, zodra het doorzenden naar alle ontvangende stations is voltooid.
  • Pagina 110: Met Doorzendverzoeken Ingesteld In Het Menu Systeeminstellingen

    Verzending Met doorzendverzoeken ingesteld in het menu Systeeminstellingen U kunt een bestemmingstoets met doorzendstation en/of ontvangend station programmeren via de functie Doorzendverzoek programmeren/wijzigen/wis- sen in het menu Systeeminstellingen. Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen. Druk op de toets die is geprogrammeerd met Doorzend verzoek. Druk op de toets {Start}.
  • Pagina 111: Een Verzending Annuleren

    Een verzending annuleren Een verzending annuleren In dit gedeelte wordt het annuleren van een faxverzending uitgelegd. Belangrijk ❒ Merk op dat de Communicatie-indicator uitgaat zodra een Internetfax wordt verzonden. Voordat het origineel is gescand Gebruik deze procedure om een verzending te annuleren voordat u op de toets {Start} hebt gedrukt.
  • Pagina 112: Terwijl Het Origineel Wordt Verzonden

    Verzending Terwijl het origineel wordt verzonden Volg deze stappen om een verzending te annuleren terwijl de Communicatie-in- dicator brandt. Druk op de toets {Wis/Stop}. NL ZHPS020E U kunt een geheugenverzending ook annuleren door te drukken op [TX-be- stand wijz./stoppen]. Selecteer het bestand dat u wilt annuleren. Als het gewenste bestand niet wordt weergegeven, drukt u op [UVorige] of [TVolg.] om het bestand te zoeken.
  • Pagina 113 Een verzending annuleren Druk op [Afsluiten]. Het display geeft “stand-by” aan. Opmerking ❒ Als u een document annuleert terwijl het bericht wordt verzonden, wordt de verzending gestopt zodra u klaar bent met de annuleringsprocedure. Het kan zijn dat enkele pagina’s van het document toch zijn verzonden en door de andere partij zijn ontvangen.
  • Pagina 114: Voordat De Verzending Is Gestart

    Verzending Voordat de verzending is gestart Hiermee kunt u een verzending annuleren nadat het origineel is gescand. Deze functie komt van pas wanneer u een verzending wilt annuleren omdat u een fout in de bestemming heeft ontdekt of een fout in de originelen na opslag. Om geheugenverzending te annuleren, zoekt u het te annuleren bestand tussen de bestanden die in het geheugen zijn opgeslagen en verwijdert u dit.
  • Pagina 115 Een verzending annuleren Druk op [Doorzenden stoppen]. Wanneer u nog een bestand wilt annuleren, herhaalt u stap Druk op [Opslaan] om het stoppen met zenden te annuleren. Druk op [Afsluiten]. Het display geeft “stand-by” aan. Opmerking ❒ Raadpleeg “Een bestemming uit een gelijktijdige broadcast verwijderen” om bestemmingen uit een broadcast te verwijderen.
  • Pagina 116: Een Verzending Bevestigen

    Verzending Een verzending bevestigen Druk op [TX-bestand wijz./stoppen]. Druk op [Instellingen control/wijz]. Selecteer een te controleren bestand. Als er meerdere bestemmingen zijn opgegeven, wordt alleen de naam weer- gegeven van de bestemming die u als eerste hebt opgegeven en worden al- leen de nummers weergegeven van de bestemmingen die het door u verzonden document niet hebben ontvangen.
  • Pagina 117: Het Opslagresultaat Controleren (Geheugenopslagrapport)

    Het opslagresultaat controleren (Geheugenopslagrapport) Het opslagresultaat controleren (Geheugenopslagrapport) Dit rapport wordt afgedrukt nadat een origineel in het geheugen is opgeslagen. Dit is handig als u de inhoud en de bestemmingen van opgeslagen originelen wilt controleren. Belangrijk ❒ Als u Parallelle geheugenverzending gebruikt, wordt het rapport geheu- genopslag niet afgedrukt.
  • Pagina 118 Verzending...
  • Pagina 119: Overige Verzendfuncties

    2. Overige verzendfuncties In dit gedeelte worden de functies van [Verzendmodus] en [Sub TX modus] uitge- legd, die u kunt gebruiken voor het toepassen van verzendfuncties. Verzenden op een bepaald tijdstip (Uitgesteld verzenden) Door middel van deze functie kunt u het apparaat instellen om de verzending van uw faxdocument uit te stellen tot een aan te geven later tijdstip.
  • Pagina 120 Overige verzendfuncties Druk op [Uitg. verzenden]. Voer met behulp van de cijfertoetsen (24-uursindeling) de tijd in en druk op [OK]. Druk op [Daltarief] om de economische tijd in te voeren. Bij getallen onder de 10 eerst een 0 invoeren. Wanneer u zich vergist, drukt u op de toets [Wissen] of op {Wis/Stop} voordat u op [OK] drukt en probeert u het opnieuw.
  • Pagina 121: Afzenderinstellingen

    Afzenderinstellingen Afzenderinstellingen Gebruik deze functie om de afzendergegevens in te stellen. Als het e-mailadres van de ontvanger is opgeslagen in de bestemmingslijst, kan de afzender verzendresultaten via e-mail ontvangen. Als u bovendien Stempelnaam afzender inschakelt, wordt de naam van de op- geslagen afzender (gebruikersnaam) weergegeven op het blad, de lijsten en het rapport van de ontvanger.
  • Pagina 122 Overige verzendfuncties Selecteer een afzender. Als een beveiligingscode is ingesteld voor een bestemming, verschijnt het in- voerscherm. Voer de beveiligingscode voor de bestemming in met behulp van de cijfertoetsen en druk op [OK]. Controleer de geselecteerde afzender en druk vervolgens op [OK]. Als u de naam van de afzender wilt afdrukken op het vel van het ontvan- gende apparaat, selecteert u [Aan] voor de functie Stempel naam afzender.
  • Pagina 123 Afzenderinstellingen U kunt verzendresultaten bevestigen via een e-mailmelding door [Ja] te se- lecteren voor de functie E-mail verzendresultaten. Als het e-mailadres van de afzender is geregistreerd, kunt u het verzendresul- taat naar het geregistreerde e-mailadres verzenden. Druk op [OK]. Het display keert terug naar stap De geselecteerde afzendernaam wordt weergegeven boven [Inst.
  • Pagina 124 Overige verzendfuncties Opmerking ❒ Als een gebruiker zich aanmeldt met een gebruikerscode, wordt het ver- zendresultaat via e-mail naar de aangemelde gebruiker verzonden. ❒ U kunt verzendresultaten bevestigen via zowel de functie E-mail verzend- resultaten, die de resultaten per e-mail verstuurt, als het communicatiere- s u lt a a tra p p ort d a t do or h et ap pa raat wordt afgedrukt.
  • Pagina 125: Prioriteitsverzending

    Prioriteitsverzending Prioriteitsverzending Door gebruik te maken van deze functie kunt u uw document laten verzenden voordat andere documenten in de wachtrij worden verzonden. Documenten die u verstuurt met geheugenverzending worden doorgaans ver- zonden in de volgorde waarin ze zijn gescand. Als er dus verschillende docu- menten in de wachtrij in het geheugen worden geplaatst, wordt het volgende document niet meteen verzonden.
  • Pagina 126 Overige verzendfuncties Druk op [Prioriteit verzending] en vervolgens op [OK]. Het display geeft “stand-by” aan. Om de instellingen te controleren, drukt u op [Verzendmodus]. Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Opmerking ❒ Indien er al een document met deze functie is opgeslagen of indien het ap- paraat bezig is een document te verzenden, wordt uw document verzon- den na de verzending van dat document.
  • Pagina 127: Vertrouwelijke Verzending

    Vertrouwelijke verzending Vertrouwelijke verzending U kunt deze functie gebruiken wanneer u wilt dat slechts een beperkt aantal mensen uw documenten leest. Het document wordt aan de kant van de ontvanger opgeslagen en wordt pas af- gedrukt als een ID wordt ingevoerd. GFSINS0N Er zijn twee manieren van vertrouwelijk verzenden: ❖...
  • Pagina 128 Overige verzendfuncties Druk op [Vertrouw. TX]. Voor het gebruik van de functie Standaard-ID, moet [Standaard-ID] worden geselecteerd. Druk vervolgens op [OK]. Om de vertrouwelijke verzending te annuleren, drukt u op [Annuleren]. Het display keert terug naar stap Voor het gebruik van de functie Gewijzigde ID moet [Gewijzigde ID] worden geselecteerd.
  • Pagina 129 Vertrouwelijke verzending Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Opmerking ❒ Wij raden u aan de Vertrouwelijke ID vooraf in dit apparaat te program- meren. ❒ Een ID bestaat uit 4 willekeurige cijfers (behalve 0000). ❒ Als het ontvangende faxapparaat niet van dezelfde fabrikant is, kunt u Vertrouwelijke Verzending met “SUB Code”...
  • Pagina 130: Polling-Verzending

    Overige verzendfuncties Polling-Verzending Gebruik Polling-Verzending als u een origineel wilt opslaan in het geheugen van het apparaat, zodat anderen dat kunnen opvragen. Het document wordt verzonden wanneer de andere partij u belt. Er zijn drie soorten polling-verzending: ❖ Vrije Polling-verzending Hiet is niet noodzakelijk het polling-ID in te voeren tijdens de procedure.
  • Pagina 131 Polling-Verzending Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen. Druk op [Verzendmodus]. Druk op [Polling TX]. Voor het gebruik van Vrije polling-verzending moet [Vrije Polling TX] wor- den geselecteerd. Voor de Verzending met standaard-ID selecteert u [Standaard-ID TX]. Voor Verzending met gewijzigde ID selecteert u [Doorzending Gewijzigde ID]. Geef vervolgens een 4-cijferige ID op met behulp van de cijfertoetsen en [A], [B], [C], [D], [E] en [F].
  • Pagina 132 Overige verzendfuncties Druk op [Eenmalig] of [Opslaan] voor wissen of opslaan van het bericht na verzending. Selecteer [Eenmalig] om het bericht direct na verzending te wissen. Selecteer [Opslaan] voor herhaaldelijk verzenden van het bericht. Om de Polling-Verzending te annuleren, drukt u op [Annuleren]. Het display keert terug naar stap Druk op [OK].
  • Pagina 133: Rapport Polling-Verzending Wissen

    Polling-Verzending Rapport Polling-verzending wissen Met dit rapport kunt u controleren of de Polling-Verzending heeft plaatsgevonden. Als E-mail verzendresultaten onder een snelbedieningstoets is geprogram- meerd, kunt u selecteren of een e-mailrapport moet worden gestuurd na de ver- zending. Belangrijk ❒ Dit rapport wordt niet afgedrukt als de Gebruikersparameters (switch 11, bit 7) in het menu Faxfuncties zodanig zijn ingesteld dat de opgeslagen originelen herhaaldelijk kunnen worden verzonden.
  • Pagina 134: Polling-Ontvangst

    Overige verzendfuncties Polling-Ontvangst Gebruik deze functie voor het afroepen van een document van een ander appa- raat. U kunt ook met slechts één handeling documenten van verschillende apparaten afroepen (gebruik Groepen en Keystroke Programmas om deze functie volledig te benutten). Er zijn twee manieren van Polling ontvangst.
  • Pagina 135 Polling-Ontvangst Druk op [Verzendmodus]. Druk op [Polling RX]. Voor het gebruik van Standaard-ID/Vrije polling-ontvangst, moet [Stnd.ID/Vrije Polling RX] worden geselecteerd. Druk vervolgens op [OK]. Om Polling ontvangst te annuleren, drukt u op [Annuleren]. Het display keert terug naar stap Voor Polling-ontvangst met gewijzigde ID selecteert u [ID gewijzigde Polling Ontvangst].
  • Pagina 136: Polling-Ontvangst Reserveringsrapport

    Overige verzendfuncties Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Opmerking ❒ Een Polling-ID bestaat uit een reeks van vier cijfers (0 t/m 9) of letters (A t/m F), behalve 0000 en FFFF. ❒ Om een document van een Polling-Verzending met standaard-ID of gewij- zigd ID te ontvangen, is het nodig dezelfde Polling-ID op te geven als de ver- zender.
  • Pagina 137: Polling-Ontvangst Resultaatrapport

    Polling-Ontvangst Polling-ontvangst resultaatrapport Dit rapport wordt afgedrukt nadat een Polling ontvangst is voltooid en toont het resultaat. Als E-mail verzendresultaten onder een snelbedieningstoets is geprogram- meerd, kunt u selecteren of een e-mailrapport moet worden gestuurd na de ont- vangst. Opmerking ❒...
  • Pagina 138: Sub Transmission Mode

    Overige verzendfuncties Sub Transmission Mode In dit gedeelte worden de functies van [Sub TX modus] uitgelegd. Boek fax Gebruik deze functie om boekoriginelen te verzenden vanaf de glasplaat. De pagina’s worden in de hieronder getoonde volgorde gescand. Belangrijk ❒ Plaats het orgineel op de glasplaat. U kunt de optionele ADF niet gebruiken. ❒...
  • Pagina 139 Sub Transmission Mode Selecteer [Vanaf pagina 1] of [Vanaf pagina 2] en druk op [OK]. Het geselecteerde formaat van het orgineel wordt weergegeven boven de ge- markeerde [Boekfax]. Selecteer [Vanaf pagina 1] om een boek te versturen vanaf de eerste pagina. Selecteer [Vanaf pagina 2] als u een voorblad wilt versturen als de eerste pagina.
  • Pagina 140: Dubbelzijdige Originelen Verzenden

    Overige verzendfuncties Dubbelzijdige originelen verzenden Gebruik deze functie om dubbelzijdige originelen te verzenden. De voor- en achterzijde van het gescande origineel worden door het ontvangende apparaat in de juiste volgorde op afzonderlijke pagina’s afgedrukt. De afdrukrich- ting van elke tweede pagina kan aan de ontvangende zijde geroteerd zijn. Als u het origineel aan de ontvangende zijde wilt afdrukken in dezelfde afdrukrichting als het origineel, selecteert u “Positie origineel”...
  • Pagina 141 Sub Transmission Mode Druk op [2-zijdig origineel]. Geef de positie van het orgineel op. Controleer de richting van het geplaatste document en druk vervolgens op Controleer of de opgegeven positie van het orgineel overeenkomt met de af- drukrichting van de in de ADF geplaatste originelen. Geef de richting pagina openslaan op via [B/B afdr.] of [B/O afdr.].
  • Pagina 142: E-Mailopties

    Overige verzendfuncties Druk op [OK]. Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Opmerking ❒ U kunt bevestigen of beide zijden correct zijn gescand met behulp van de stempelfunctie. ❒ U kunt een van de snelbedieningstoetsen programmeren voor deze func- tie.
  • Pagina 143 Sub Transmission Mode Druk op [E-mail opties]. Druk op [Wijzigen] voor Onderwerp invoeren. U kunt een onderwerp op twee manieren invoeren: selecteren uit geprogram- meerde onderwerpen of tekens direct invoeren. Als u tekens invoert, gaat u verder met stap Selecteer het onderwerp uit de weergegeven lijst. Het geselecteerde onderwerp wordt weergegeven in de kolom voor handma- tige invoer.
  • Pagina 144 Overige verzendfuncties Druk op [Handmatig inv.]. Als u het onderwerp heeft ingevoerd, drukt u op [OK]. Ingevoerde tekens worden weergegeven in de kolom voor handmatige invoer. U kunt een geprogrammeerd onderwerp toevoegen achter het ingevoerde onderwerp. Selecteer het onderwerp uit de weergegeven onderwerpen. Druk op [OK].
  • Pagina 145: De Tekst Invoeren

    Sub Transmission Mode Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Opmerking ❒ Voor het gemak kunt u veelgebruikte onderwerpen vooraf programmeren in “Programmeer/Wijzig/Verwijder onderwerp” in “Systeeminstellin- gen”. “[Spoed]” en “[Hoog]” zijn standaard geprogrammeerd. ❒ Als u een e-mail verzendt zonder een onderwerp in te stellen, wordt auto- matisch een onderwerp opgegeven.
  • Pagina 146 Overige verzendfuncties Druk op [E-mail opties]. Druk op [Wijzigen] voor Tekst invoeren. Selecteer een tekst en druk vervolgens op [OK]. Druk tweemaal op [OK]. Het display geeft “stand-by” aan. Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Opmerking ❒...
  • Pagina 147: Om Een Ontvangstbericht Verzoeken

    Sub Transmission Mode Om een ontvangstbericht verzoeken U kunt bevestigen dat documenten goed zijn ontvangen met behulp van e-mail of het journaal. De ontvanger stuurt een ontvangstbevestiging terug. Zodra de ontvangstbeves- tiging is ontvangen, wordt “OK” weergegeven in de resultaatkolom van het journaal, zodat de verstuurder van het bericht kan zien dat de verzending is ont- vangen.
  • Pagina 148 Overige verzendfuncties Selecteer [Aan] of [Uit] voor Ontv. bericht. Druk tweemaal op [OK]. Het display geeft “stand-by” aan. Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Opmerking ❒ Als de fax niet op normale wijze wordt ontvangen, wordt “Fout” weerge- geven in de resultaatkolom.
  • Pagina 149: Een E-Mailbestemming Instellen Als Bcc

    Sub Transmission Mode Een e-mailbestemming instellen als bcc E-mail wordt naar alle opgegeven bestemmingen verzonden als bcc. Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen. Geef de afzender op. Zie “Afzenderinstellingen” voor meer informatie over het opgeven van afzenders. Druk op [Sub TX modus]. Druk op [E-mail opties].
  • Pagina 150: Stempel Standaardbericht

    Overige verzendfuncties Stempel standaardbericht Met deze functie kunt u bovenaan de eerste pagina van een verzonden origineel een standaardbericht afdrukken. Er zijn vier typen standaardberichten: “Vertrouwelijk”, “Spoed”, “Telefoneren” en “Kopieën andere afd.”. U kunt ook andere berichten programmeren. Belangrijk ❒ Als deze functie wordt gebruikt, wordt de derde regel van Label invoegen niet afgedrukt.
  • Pagina 151: Een Auto Document Verzenden

    Sub Transmission Mode Druk op [OK]. Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Het apparaat kan slechts één standaardbericht afdrukken. Verwijzing Pag.147 “Label invoegen” Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Een auto document verzenden Als u vaak een bepaald document verzendt (bijvoorbeeld een kaart, een stan- daardbijlage of instructies), kunt u dat document als Auto Document opslaan in het geheugen.
  • Pagina 152 Overige verzendfuncties Selecteer Auto documentbestand en druk op [OK]. De geprogrammeerde Auto Documenten worden in de toetsen weergegeven. Als u alleen een Auto Document verzendt, drukt u op [Opgeslagen bestand TX] en vervolgens op [OK]. De geselecteerde bestandsnaam wordt weergegeven boven de gemarkeerde [Autom.
  • Pagina 153: Documenten Afdrukken Die Als Auto Document Zijn Opgeslagen

    Sub Transmission Mode Documenten afdrukken die als Auto Document zijn opgeslagen Deze functie wordt gebruikt voor het afdrukken van documenten die opgesla- gen zijn als Auto Document. Deze functie is zeer handig, omdat deze kan worden gebruikt voor het controle- ren van de inhoud van opgeslagen bestanden.
  • Pagina 154: Stempel

    Overige verzendfuncties Stempel Als u een faxdocument verzendt met de ADF, kan het apparaat een cirkelvormi- ge markering onderaan het origineel zetten. Als u een dubbelzijdig document verzendt, wordt het document onderaan de voorzijde van de eerste pagina en bovenaan de laatste pagina gemarkeerd. NL ZHPX020E Belangrijk ❒...
  • Pagina 155 Sub Transmission Mode Opmerking ❒ Deze markering geeft aan dat het origineel succesvol in het geheugen is opgeslagen voor geheugenverzending, of dat het succesvol is verzonden bij directe verzending. ❒ Als het stempel lichter wordt, vervangt u het stempelkussen. ❒ Als zich een invoerfout van meerdere pagina’s of een papierstoring voor- doet, worden de originelen niet goed verzonden en worden deze niet ge- stempeld.
  • Pagina 156: Verzendopties

    Overige verzendfuncties Verzendopties In dit hoofdstuk vindt u de verschillende functies die u voor een faxverzending kunt in- of uitschakelen. Als u een bepaalde combinatie van opties vaak gebruikt, kunt u bovendien de standaard begininstelling (aan of uit) van iedere optie wijzigen. Faxkoptekst afdrukken Wanneer de faxkoptekst is ingesteld op “Aan”, wordt de opgeslagen naam afge- drukt op het papier van de ontvanger.
  • Pagina 157: Label Invoegen

    Sub Transmission Mode Druk tweemaal op [OK]. Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Opmerking ❒ U kunt de namen van faxkopteksten registreren via de functie Faxinforma- tie programmeren in het menu Faxfuncties. ❒ U kunt selecteren of datums, faxkoptekstnamen, bestandsnummers of pa- ginanummers al dan niet moeten worden afgedrukt, door de respectieve- lijke gebruikersparameters (switch 18, bit 3, 2, 1, 0) in het menu Faxfuncties te wijzigen.
  • Pagina 158 Overige verzendfuncties Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen. Druk op [Sub TX modus]. Selecteer [Opties]. Druk op [Geprogrammeerde naam] voor Label invoegen. Druk op [Uit] als u geen bestemming wilt invoegen. Druk op [Annuleren] om de instelling van de opties te annuleren. Druk tweemaal op [OK].
  • Pagina 159: Verzenden Van Verkleind Beeld

    Sub Transmission Mode Verzenden van verkleind beeld Met deze functie wordt uw faxdocument in verkleind formaat (93%) verzonden met een blanco marge aan de linkerzijde. Belangrijk ❒ Deze functie is niet beschikbaar met Directe verzending of een opgegeven verzending van een opgeslagen document. ❒...
  • Pagina 160: Auto Verkleinen

    Overige verzendfuncties Auto verkleinen Wanneer deze functie is ingeschakeld, zal het apparaat het document automa- tisch verkleinen als het papier van de ontvanger kleiner is dan het origineelfor- maat dat u verstuurt. Belangrijk ❒ Wanneer u deze functie uitschakelt, wordt het oorspronkelijke beeld niet ver- kleind en kunnen er delen van de tekst of afbeelding bij de ontvangst wegvallen.
  • Pagina 161: Verzending Met Standaard-Id

    Sub Transmission Mode Druk op [Aan] voor Auto verkleinen. Druk op [Uit] als u de functie Auto Verkleinen niet wilt gebruiken. Druk op [Annuleren] om de instelling van de opties te annuleren. Druk tweemaal op [OK]. Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Verzending met standaard-ID Als u deze functie inschakelt, vindt verzending alleen plaats als het Polling-ID van de ontvanger overeenkomt met uw ID.
  • Pagina 162 Overige verzendfuncties Druk op [Aan] voor Standaard-ID verzenden. Druk op [Uit] als u geen ID-verzending wilt gebruiken. Druk op [Annuleren] om de instelling van de opties te annuleren. Druk tweemaal op [OK]. Stel de bestemming in en druk vervolgens op de toets {Start}. Opmerking ❒...
  • Pagina 163: Ontvangst

    3. Ontvangst In dit gedeelte worden ontvangst en de ontvangstfuncties uitgelegd, zoals het afdrukken van ontvangen documenten of het routeren van ontvangen docu- menten naar andere faxapparaten. Soorten ontvangst In dit gedeelte worden de verschillende manieren uitgelegd waarop faxdocu- menten kunnen worden ontvangen. Direct ontvangen Elke pagina van een faxdocument wordt afgedrukt zodra die is ontvangen.
  • Pagina 164: Geheugenontvangst

    Ontvangst ❒ Dit apparaat ondersteunt de resoluties Standaard, Detail, Fijn (met de optionele geheugenuitbreiding) en Superfijn (met de optionele geheugenuitbreiding) voor ontvangst. Indien u niet over de optionele geheugenuitbreidingsmodule be- schikt, worden faxen die zijn verzonden met de resolutie Superfijn op uw appa- raat afgedrukt met de resolutie Detail.
  • Pagina 165: Vervangende Ontvangst

    Soorten ontvangst Opmerking ❒ Normaal gesproken ontvangt dit apparaat documenten via Directe ont- vangst. Geheugenontvangst wordt echter gebruikt wanneer Twee originelen combineren, Multi-pagina ontvangst, Omgekeerde volgorde afdrukken of Dubbelzijdig afdrukken actief is. ❒ Als u Opslaan hebt geselecteerd bij Ontvangst bestand instellingen, wordt het ontvangen document opgeslagen op de harde schijf en wordt het niet afge- drukt.
  • Pagina 166: Onvoorwaardelijk Documenten Ontvangen

    Ontvangst Belangrijk ❒ Er moet voldoende geheugenruimte vrij zijn om faxberichten te ontvangen. ❒ Wanneer de vrije geheugenruimte opraakt tijdens vervangende ontvangst, is verdere ontvangst niet meer mogelijk en wordt de verbinding verbroken. Opmerking ❒ Wanneer een faxdocument wordt ontvangen nadat Opslaan is geselecteerd bij Ontvangst bestand instellingen in het menu Faxfuncties, gaat het indica- tielampje voor ontvangen bestanden branden.
  • Pagina 167: Documenten Ontvangen Die Aan Vooraf Opgegeven Voorwaarden Voldoen

    Soorten ontvangst Documenten ontvangen die aan vooraf opgegeven voorwaarden voldoen Wanneer een van de volgende omstandigheden zich voordoet, ontvangt het ap- paraat alleen de documenten die aan de voorwaarden voldoen die zijn opgege- ven bij de Gebruikersparameters (switch 05, bit 2, 1) in het menu Faxfuncties. Probleem Oorzaak Oplossing...
  • Pagina 168: Ontvangstmodi

    Ontvangst Ontvangstmodi Het apparaat kan binnenkomende oproepen op twee manieren beantwoorden: • Handmatige ontvangst (externe telefoon vereist) • Automatische ontvangst U kunt de ontvangstmodus uitsluitend wijzigen als een standaard-G3-lijn wordt gebruikt. U kunt de ontvangstmodus niet wijzigen wanneer een andere lijn dan de stan- daard-G3-lijn (G3-2 of G3-3) wordt gebruikt.
  • Pagina 169: De Ontvangstmodus Omschakelen

    Ontvangstmodi De ontvangstmodus omschakelen U kunt schakelen tussen ontvangstmodi met behulp van Ontvangstinstellingen in het menu Faxfuncties. Als u een snelbedieningstoets programmeert met Ontvangstmodus omschake- len, kunt u snel de ontvangstmodus omschakelen. Druk op [Activeer RX modus]. Selecteer de ontvangstmodus en druk op [OK]. Het display geeft “stand-by”...
  • Pagina 170: Internetfaxdocumenten Ontvangen

    Ontvangst Internetfaxdocumenten ontvangen U kunt e-maildocumenten per Internetfax ontvangen. E-mail kan op twee manieren worden ontvangen: automatische e-mailontvangst en handmatige e-mailontvangst. Belangrijk ❒ E-mail met andere bijlagen dan TIFF-F-bestanden kunnen niet worden ont- vangen. Afzenders ontvangen een e-mailfoutmelding als hun e-mail bijlagen bevat.
  • Pagina 171: Handmatige E-Mailontvangst

    Internetfaxdocumenten ontvangen Handmatige e-mailontvangst Volg deze stappen om een fax te ontvangen door de e-mailserver handmatig in te schakelen. Belangrijk ❒ Programmeer de functie Handmatige e-mailontvangst vooraf onder een snel- bedieningstoets. Druk op [Handmatige E-mail RX]. Het apparaat controleert op de server of er e-mail is en ontvangt eventuele nieuwe e-mail.
  • Pagina 172: Ontvangen Afbeeldingen

    Ontvangst Ontvangen afbeeldingen Hier is een voorbeeld van een Internetfaxdocument dat vanaf dit apparaat is verzonden en op een computer is ontvangen met behulp van de e-mailapplicatie Outlook Express. De ontvangen afbeelding varieert afhankelijk van de e-mailapplicatie. Belangrijk ❒ Als Internetfax-e-mail naar de computer wordt verzonden, wordt de volgen- de informatie altijd aan de e-mailtekst toegevoegd: “...
  • Pagina 173 Internetfaxdocumenten ontvangen Onderwerp Het bericht wordt in alle e-mail toegevoegd. “xxxx” is de naam van Geeft het onderwerp weer dat is opgege- het apparaat. ven in “E-mail opties” op het tijdstip van verzending. Als er geen onderwerp is op- Bestand in bijlage gegeven, wordt er automatisch een on- Elk document dat door de afzender met derwerp toegewezen in de opmaak die in...
  • Pagina 174: Ontvangstfuncties

    Ontvangst Ontvangstfuncties In dit gedeelte worden handige functies voor het ontvangen van faxdocumenten uitgelegd. Verzendstation Met behulp van Doorzendstations kunt u de standaardfuncties van uw faxappa- raat uitbreiden en complexe netwerken opzetten. Ter verduidelijking van deze functie geven wij hieronder een voorbeeld. GFTRRQ2E In dit hoofdstuk worden de volgende termen gebruikt: ❖...
  • Pagina 175: Multistep Transfer

    Ontvangstfuncties • Het faxnummer van de verzoekende partij moet in de bestemmingslijst van dit apparaat worden geprogrammeerd (Doorzendstation). Het regis- tratienummer moet tussen 00001 en 00100 zijn. • Het faxnummer, e-mailadres of de IP-faxbestemming van de eindontvan- ger moet in de bestemmingslijst van dit apparaat worden geprogram- meerd (Doorzendstation).
  • Pagina 176: Verzenden Van Het Rapport Doorzendresultaten

    Ontvangst Verzenden van het Rapport doorzendresultaten. Dit apparaat vergelijkt het faxnummer van de Verzoekende partij met het num- mer van de Verzoekende partij dat is geprogrammeerd als een bestem- mingstoets. Als de laatste vijf cijfers van het nummer overeenkomen, wordt het rapport verzendresultaten verzonden naar de verzoekende partij.
  • Pagina 177: Rapport Doorzendverzoekresultaten (Doorzendverzoek Via E-Mail)

    Ontvangstfuncties Rapport doorzendverzoekresultaten (doorzendverzoek via e-mail) Wanneer dit apparaat via e-mail een doorzendverzoek ontvangt, wordt het Rap- port verzendresultaten per e-mail naar de ontvangende partij verzonden, nadat alle verzendingen naar de opgegeven Doorzendstations zijn voltooid. Als het e-mailadres van de beheerder is geprogrammeerd, wordt de e-mail met het Doorzend Resultatenrapport naar dat adres gezonden.
  • Pagina 178 Ontvangst Opmerking ❒ Een faxnummer, Internetfaxadres, IP-faxbestemming of mapadres kan wor- den ingesteld als doorzendbestemming. ❒ Als een e-mailadres is geprogrammeerd als de bestemming, worden ontvan- gen documenten als e-mail doorgestuurd. ❒ U dient van te voren de doorzendbestemming op te geven. Doorsturen kan worden ingesteld onder Beheerdertools in het menu Faxfuncties.
  • Pagina 179: Ontvangen Documenten Routeren Met Sub-Code

    Ontvangstfuncties Ontvangen documenten routeren met SUB-code In dit gedeelte wordt het routeren van ontvangen documenten met behulp van SUB-codes beschreven. Als een document is ontvangen, wordt de SUB-code ervan vergeleken met SUB- codes die in Persoonlijke boxen zijn geprogrammeerd. Indien een overeenstem- ming wordt gevonden, wordt het document naar de bestemming gerouteerd waarvan de SUB-code is opgegeven.
  • Pagina 180: Doorzenden Van Ontvangen Documenten

    Ontvangst Doorzenden van Ontvangen documenten Het apparaat kan ontvangen documenten doorzenden met behulp van SUB-codes. Originele documenten die zijn verzonden met een SUB-code die overeenkomt met de voor de Verzendingsbox geprogrammeerde SUB-code worden ontvan- gen en vervolgens doorgezonden naar een geprogrammeerde ontvanger. Belangrijk ❒...
  • Pagina 181: Ontvangen E-Mails Via Smtp Routeren

    Ontvangstfuncties Opmerking ❒ U kunt eveneens ontvangen e-mails naar andere internetfaxapparaten routeren. ❒ Zelfs als op de DNS-server SMTP-ontvangst is ingeschakeld, zullen e-mails ge- stuurd vanaf de SMTP-server, niet worden ontvangen en het apparaat geeft een foutmelding als SMTP-ontvangst niet is ingesteld onder “Systeeminstellin- gen”.
  • Pagina 182 Ontvangst Belangrijk ❒ Voordat u via SMTP ontvangen e-mails routeert, dient u eerst “SMTP RX In- stellingen bestandsbezorging” in te stellen op “Aan” in het menu Faxfuncties. ❒ Het is mogelijk dat deze functie, afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, niet beschikbaar is. De afzender kan verzoeken e-mails naar een ander faxapparaat door te laten zenden, door het volgende e-mailadres op te geven: ❖...
  • Pagina 183: Jbig-Ontvangst

    Ontvangstfuncties JBIG-ontvangst Met behulp van JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) compressie kunt u fo- to’s sneller verzenden dan via andere compressiemethoden. Hiermee kunt u do- cumenten in JBIG-opmaak ontvangen via verzending met JBIG-compressie. Belangrijk ❒ Deze functie is niet bij de functie Internetfax beschikbaar. ❒...
  • Pagina 184: Afdrukopties

    Ontvangst Afdrukopties In dit gedeelte worden handige functies voor het afdrukken van ontvangen do- cumenten uitgelegd. Geluidssignaal afdrukken voltooid Wanneer deze functie is ingeschakeld, geeft het apparaat een geluidssignaal om u te laten weten dat er een ontvangen document wordt afgedrukt. Opmerking ❒...
  • Pagina 185: Centreerteken

    Afdrukopties Centreerteken Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden merktekens halverwege de lin- kerzijde en boven in het midden van elke ontvangen pagina afgedrukt. Dit is handig als u de documenten wilt perforeren om ze te archiveren. Opmerking ❒ Soms staat dit Centreerteken niet helemaal precies in het midden. ❒...
  • Pagina 186: Dubbelzijdig Afdrukken

    Ontvangst Dubbelzijdig afdrukken U kunt een ontvangen document afdrukken op zowel de voorzijde als de achter- zijde van een vel papier. Belangrijk ❒ Om deze functie te kunnen gebruiken, moeten alle pagina’s van het ontvan- gen bericht hetzelfde formaat hebben. Breng de afzender hiervan indien no- dig van tevoren op de hoogte.
  • Pagina 187: Afdrukken Met Rotatie Van 180 Graden

    Afdrukopties Opmerking ❒ U kunt deze functie in- of uitschakelen met Dubbelzijdig afdrukken in het menu Faxfuncties. ❒ Afdrukken kunnen afhankelijk van de instellingen van de afzender verschillen. ❒ U kunt bepalen om alleen documenten van specifieke afzenders op deze wij- ze af te drukken.
  • Pagina 188: Beeldrotatie

    Ontvangst Opmerking ❒ Raadpleeg “Maximumwaarden” voor het maximum aantal exemplaren dat voor elk document kan worden gemaakt. ❒ Wanneer u de instelling Meerdere exemplaren gebruikt met specifieke afzen- ders, is het maximale aantal 10. ❒ U kunt deze functie in- of uitschakelen met Aantal afdrukken ontvangstbe- stand in het menu Faxfuncties.
  • Pagina 189: Twee Originelen Combineren

    Afdrukopties Twee originelen combineren Bij de achtereenvolgende ontvangst van twee documenten van hetzelfde for- maat en met dezelfde afdrukrichting, worden deze op één vel afgedrukt als u deze functie inschakelt. Dit kan bijdragen aan papierbesparing. • Twee A5K documenten worden naast elkaar afgedrukt op één A4L. •...
  • Pagina 190: Paginascheiding En Lengteverkleining

    Ontvangst Paginascheiding en lengteverkleining Als de lengte van een ontvangen document langer is dan het in het apparaat ge- plaatste papier, kan iedere pagina van het document worden gesplitst en op meerdere vellen worden afgedrukt, of worden verkleind en afgedrukt op één enkel vel.
  • Pagina 191: Afdrukken In Omgekeerde Volgorde

    Afdrukopties Afdrukken in omgekeerde volgorde Normaliter worden pagina’s van het ontvangen document afgedrukt en in de lade opgestapeld in dezelfde volgorde als ze worden ontvangen. Wanneer u deze functie inschakelt, begint het apparaat met het afdrukken van de laatst ont- vangen pagina van het document.
  • Pagina 192: Pagina Verkleining

    Ontvangst Pagina verkleining Als u een document ontvangt dat langer is dan het papier in de lade, drukt het apparaat dit gewoonlijk af op twee pagina’s. Als u deze functie aanzet, worden de lengte en de breedte van de ontvangen afbeelding dusdanig verkleind, dat de afbeelding op een enkele pagina past.
  • Pagina 193: Als Het Juiste Papierformaat Niet Beschikbaar Is

    Afdrukopties Als het juiste papierformaat niet beschikbaar is Als er in het apparaat geen papier is geplaatst dat overeenkomt met het formaat van een ontvangen document, kiest het apparaat een papierformaat op basis van het papier dat beschikbaar is. Paginaverkleining Verkleining in sub-scanrichting Marge paginasplitsing 20 mm (0,79")
  • Pagina 194: Prioriteitsladen Instellen

    Ontvangst Prioriteitsladen instellen Als papier van hetzelfde formaat in meerdere lades is geplaatst, kunt u het ap- paraat de ene lade laten gebruiken voor de ene functie en de andere lade voor een andere functie. U kunt bijvoorbeeld wit A4-papier plaatsen in lade 1 om kopieën te maken en geel A4-papier in lade 2 om ontvangen faxberichten af te drukken.
  • Pagina 195: Inkomende Documenten Afdrukken Op Papier Uit De Handinvoerlade

    Afdrukopties Inkomende documenten afdrukken op papier uit de handinvoerlade U kunt documenten van opgegeven afzenders afdrukken op papier uit de han- dinvoer. Als volgt instellen: • Programmeer een Speciale afzender en selecteer de Handinvoer als papierlade. • In “Speciale afzender programmeren” in het menu Faxfuncties schakelt u de “Speciale RX-functie”...
  • Pagina 196: Waar Inkomende Documenten Worden Afgeleverd - Opvangbak

    Ontvangst Waar inkomende documenten worden afgeleverd - opvangbak U kunt de opvangbak of de uitvoerstand opgeven, zodat ontvangen documen- ten kunnen worden gescheiden. De lade voor lijnen aangeven Gebruik deze functies om de opvangbak voor elke lijnpoort op te geven. U kunt voor iedere poort de papierlade opgeven (telefoon, Internetfax of IP-fax).
  • Pagina 197: Informatie M.b.t. De Communicatie Wijzigen/Bevestigen

    4. Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen In dit gedeelte worden de functies van [Informatie] en [TX-bestand wijz./stoppen] uitgelegd, die u kunt gebruiken ter bevestiging van communicatieresultaten op het scherm of in de afgedrukte rapporten. De instellingen van bestanden in het geheugen wijzigen Nadat u op de toets {Start} heeft gedrukt (na het scannen van de originelen), kunt u de bestemming en de instellingen van geheugenverzending controleren...
  • Pagina 198: Een Bestemming Uit Een Gelijktijdige Broadcast Verwijderen

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Een bestemming uit een gelijktijdige broadcast verwijderen U kunt geselecteerde broadcastingbestemmingen verwijderen. Belangrijk ❒ Als u een bestemming wist die tevens de enige bestemming voor een verzen- ding is, dan wordt de verzending geannuleerd. Druk op [TX-bestand wijz./stoppen]. Druk op [Instellingen control/wijz].
  • Pagina 199 De instellingen van bestanden in het geheugen wijzigen Druk op [Wijzigen] om de gewenste bestemming te verwijderen. Druk op om de bestemming te schakelen tussen faxnummer, e-maila- dres en IP-faxbestemming. Druk op [Wissen] om de bestemming te wissen. Wanneer u op [Wissen] drukt, wist u het faxnummer of het IP-faxadres cijfer voor cijfer.
  • Pagina 200: Een Bestemming Toevoegen

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Een bestemming toevoegen U kunt een bestemming toevoegen voor broadcasting. Belangrijk ❒ U kunt geen bestemming met behulp van een bestemmingslijst toevoegen. Druk op [TX-bestand wijz./stoppen]. Druk op [Instellingen control/wijz]. Selecteer het bestand waaraan u een bestemming wilt toevoegen.
  • Pagina 201 De instellingen van bestanden in het geheugen wijzigen Druk op [Toev.]. Druk op om de bestemming te schakelen tussen faxnummer, e-maila- dres en IP-faxbestemming. U kunt de bestemming met cijfertoetsen of softkeys (toetsen op het scherm) invoeren. Druk voor het toevoegen van een e-mailadres op [Handmatig inv.] en geef de bestemming op.
  • Pagina 202: De Verzendtijd Wijzigen

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen De verzendtijd wijzigen U kunt de ingestelde verzendtijd wijzigen met Uitgesteld verzenden. U kunt de verzendtijd ook wissen. Als de verzendtijd wordt gewist, wordt het bestand onmiddellijk verzonden. Druk op [TX-bestand wijz./stoppen]. Druk op [Instellingen control/wijz]. Selecteer het bestand waarvoor u de verzendtijd wilt wijzigen of annuleren.
  • Pagina 203 De instellingen van bestanden in het geheugen wijzigen Druk op [Wijzig TX tijd]. Druk op [Wissen], voer vervolgens de nieuwe verzendtijd in via de cijfer- toetsen of selecteer [Daltarief] en druk op [OK]. Als u [Daltarief] selecteert, worden de daluren ingevoerd die u in het menu Faxfuncties hebt opgegeven.
  • Pagina 204: Smtp-Serverinstelling Wijzigen

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen SMTP-serverinstelling wijzigen U kunt de instelling voor het al dan niet omzeilen van de SMTP-server wijzigen. Druk op [TX-bestand wijz./stoppen]. Druk op [Instellingen control/wijz]. Selecteer een bestand waarvan u de SMTP-serverinstelling wilt wijzigen.
  • Pagina 205 De instellingen van bestanden in het geheugen wijzigen Druk op [Wijzigen]. Druk op [SMTP]. Selecteer [Ja] of [Nee] en druk op [Afsluiten]. Druk op [Afsluiten]. Herhaal vanaf stap om de SMTP-serverinstellingen van andere ontvangers te wijzigen. Druk op [Afsluiten]. Het display geeft “stand-by” aan.
  • Pagina 206: Een Bestand Vanuit Het Geheugen Afdrukken

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Een bestand vanuit het geheugen afdrukken Als u de inhoud van een in het geheugen opgeslagen maar nog niet verzonden bestand wilt controleren, kunt u dit als volgt afdrukken. Druk op [TX-bestand wijz./stoppen]. Druk op [Bestand afdrukken]. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken.
  • Pagina 207 Een bestand vanuit het geheugen afdrukken Druk op de toets {Start}. Om het afdrukken te annuleren nadat u op de toets {Start} heeft gedrukt, drukt u op [Stoppen met afdrukken]. Het display keert terug naar stap Herhaal vanaf stap als u nog een bestand wilt afdrukken. Druk op [Afsluiten].
  • Pagina 208: Lijst Met Bestanden In Het Geheugen Afdrukken (Lijst Verzendbestanden Afdrukken)

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Lijst met bestanden in het geheugen afdrukken (Lijst verzendbestanden afdrukken) Druk deze lijst af als u wilt zien welke bestanden in het geheugen zijn opgesla- gen en wat de bijbehorende bestandsnummers zijn. Het kan nuttig zijn de be- standsnummers te kennen (bijvoorbeeld voor het wissen van bestanden).
  • Pagina 209: Een Bestand Opnieuw Verzenden

    Een bestand opnieuw verzenden Een bestand opnieuw verzenden Het apparaat slaat documenten op die niet verzonden konden worden via Ge- heugenverzending. Gebruik deze procedure om deze documenten opnieuw te verzenden. Belangrijk ❒ Stel “Documenten die niet konden worden verzonden opslaan in het geheu- gen”...
  • Pagina 210 Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Selecteer het bestand dat u opnieuw wilt verzenden. “ ” wordt weergegeven voor bestanden die niet verzonden kon- TX mislukt den worden. Als er meerdere bestemmingen zijn opgegeven, wordt alleen de naam weer- gegeven van de bestemming die u als eerste hebt opgegeven en worden al- leen de nummers weergegeven van de bestemmingen die het door u verzonden document niet hebben ontvangen.
  • Pagina 211: Verzendresultaten Controleren (Status Verzendbestand)

    Verzendresultaten controleren (status verzendbestand) Verzendresultaten controleren (status verzendbestand) U kunt verzending bevestigen per display, rapport of e-mail. Bevestigen op display Volg deze stappen om de verzendresultaten weer te geven. Druk op [Informatie]. Selecteer [TX-bestandsstatus]. Controleer de verzendresultaten. Verzendresultaten worden weergegeven vanaf het laatste resultaat in groe- pen van zes.
  • Pagina 212: Bevestigen Per Rapport

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Opmerking ❒ Alleen de verzendresultaten van de laatste communicaties worden weer- gegeven. Raadpleeg “Maximumwaarden” voor het maximum aantal com- municatieresultaten dat u op dit apparaat kunt controleren. ❒ U kunt verzonden faxdocumenten en hun lijsten bekijken via Web Image Monitor op een netwerkcomputer.
  • Pagina 213: Bevestiging Per E-Mail

    Verzendresultaten controleren (status verzendbestand) Verwijzing Pag.204 “Communicatieresultatenrapport (verzenden vanuit het geheugen)” Pag.205 “Resultatenrapport directe verzending (Directe verzending)” Pag.206 “Communicatiefoutrapport” Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Bevestiging per e-mail Via de functie E-mail verzendresultaten kunt u rapporten per e-mail naar een computer verzenden en deze vervolgens bevestigen op de computer. U kunt kiezen uit de volgende opties: •...
  • Pagina 214: Bevestiging Per Rapport En E-Mail

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Bevestiging per rapport en e-mail U kunt verzendresultaten bevestigen via zowel de functie E-mail verzendresul- taten, die de resultaten per e-mail verstuurt, als het Communicatieresultatenrap- port dat door het apparaat wordt afgedrukt. In de Gebruikersparameters (switch 10, bit 6) in het menu Faxfuncties kunt u aangeven of u beide samen wilt gebruiken.
  • Pagina 215: Resultatenrapport Directe Verzending (Directe Verzending)

    Verzendresultaten controleren (status verzendbestand) Resultatenrapport directe verzending (Directe verzending) Als u dit rapport inschakelt, wordt er na iedere directe verzending een rapport afgedrukt, zodat u kunt controleren of de verzending al dan niet is geslaagd. Als het apparaat is ingesteld om dit rapport niet af te drukken en het faxdocu- ment niet succesvol kon worden verzonden, wordt het Foutrapport afgedrukt.
  • Pagina 216: Communicatiefoutrapport

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Communicatiefoutrapport Dit rapport wordt afgedrukt als een document niet met succes via Geheugenver- zending kon worden gezonden. Als het apparaat is ingesteld voor het afdrukken van een communicatieresul- taatrapport, dan wordt dit rapport niet afgedrukt. U kunt dit rapport gebruiken om te controleren welke verzendingen zijn mislukt, zodat u deze opnieuw kunt verzenden.
  • Pagina 217: Ontvangstresultaten Controleren (Status Ontvangstbestand)

    Ontvangstresultaten controleren (Status ontvangstbestand) Ontvangstresultaten controleren (Status ontvangstbestand) Bevestig het ontvangstresultaat op het scherm of in een rapport. Bevestigen op display Volg deze stappen om de ontvangstresultaten weer te geven. Druk op [Informatie]. Druk op [Status RX-bestand]. Controleer de ontvangstresultaten. Ontvangstresultaten worden weergegeven vanaf het laatste resultaat in groe- pen van zes.
  • Pagina 218: Bevestigen Per Rapport

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Opmerking ❒ Alleen de ontvangstresultaten van de laatste communicaties worden weer- gegeven. Raadpleeg “Maximumwaarden” voor het maximum aantal com- municatieresultaten dat u op dit apparaat kunt controleren. ❒ U kunt ontvangen faxdocumenten en hun lijsten bekijken via Web Image Monitor op een netwerkcomputer.
  • Pagina 219: Journaal Afdrukken

    Journaal afdrukken Journaal afdrukken U kunt het journaal handmatig afdrukken. Belangrijk ❒ De inhoud van een automatisch afgedrukt journaal wordt na het afdrukken gewist. Bewaar het journaal als u het berichtenverkeer wilt bijhouden. Het journaal afdrukken Selecteer de afdrukmethode om het journaal handmatig af te drukken: “Alles”, “Afdrukken per bestandsnr.”...
  • Pagina 220: Alle

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Alle Hiermee worden de resultaten van communicaties afgedrukt in de volgorde waarin ze worden gemaakt. Druk op [Informatie]. Druk op [Journaal afdrukken]. Selecteer [Alles]. Druk op de toets {Start}. Om het afdrukken van een bestand te annuleren, drukt u op [Stoppen met af- drukken].
  • Pagina 221: Afdrukken Per Bestandsnummer

    Journaal afdrukken Afdrukken per bestandsnummer. Hiermee worden alleen de resultaten afgedrukt van de communicaties die zijn opgegeven met bestandsnummer. Druk op [Informatie]. Druk op [Journaal afdrukken]. Selecteer [Afdrukken per bestandsnr.]. Voer een 4-cijferig bestandsnummer in. Wanneer u zich vergist, drukt u op de toets [Wissen] of op {Wis/Stop} en pro- beert u het opnieuw.
  • Pagina 222: Afdruk Per Gebruiker

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Afdruk per gebruiker Voor het afdrukken van de communicatieresultaten per gebruiker. Druk op [Informatie]. Druk op [Journaal afdrukken]. Selecteer [Adruk per gebruiker]. Selecteer een gebruiker. Druk op [Annuleren] als de gebruiker niet is opgeslagen. Het display keert te- rug naar stap Druk op [Wissen] om terug te keren naar het vorige scherm als een verkeerde gebruikersnaam is geselecteerd.
  • Pagina 223: Journaal

    Journaal afdrukken Druk op de toets {Start}. Om het afdrukken van een bestand te annuleren, drukt u op [Stoppen met af- drukken]. Het display keert terug naar stap Druk tweemaal op [Afsluiten]. Het display geeft “stand-by” aan. Journaal In dit gedeelte worden de items uitgelegd die in het journaal worden afgedrukt. Afdrukdatum De datum Toont de datum en tijd waarop het rap-...
  • Pagina 224 Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Ontvanger • Voor internetfaxverzendingen en -ont- vangsten • Voor faxbestemmingen Achter , “T” voor uitgaande e- Toont de naam (voor weergave) die mails of “R” voor binnenkomende e- door de ontvanger is geprogram- mails verschijnt de communicatiemo- meerd.
  • Pagina 225: Journaal Verzenden Via E-Mail

    Journaal afdrukken Gebruikersnaam Bestandsnummer Geeft de naam van de afzender weer. Toont de bestandsbeheernummers. Opmerking ❒ Raadpleeg uw systeembeheerder als u een faxnummer of een naam die in de bestemmingslijst is geprogrammeerd, prioriteit wilt geven. Journaal verzenden via e-mail Via deze functie kunt u het journaal naar het e-mailadres van de beheerder ver- zenden.
  • Pagina 226: Journaal Via E-Mail

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Journaal via e-mail Als de instelling zodanig is gemaakt dat het journaal als e-mail wordt gestuurd, wordt het gestuurd naar een e-mailadres van een beheerder. Opmerking ❒ In de Gebruikersparameters (switch 21, bit 4) in het menu Faxfuncties kunt u instellen dat het journaal moet worden verzonden.
  • Pagina 227: Geheugenstatus Weergeven

    Geheugenstatus weergeven Geheugenstatus weergeven Via deze functie kunt u een samenvatting weergeven van het huidige geheugen- gebruik. Weergegeven worden het percentage vrije geheugenruimte, het aantal ontvangen vertrouwelijke documenten, het aantal te verzenden bestanden, het aantal bestan- den met geheugenslot en het aantal af te drukken ontvangen documenten. Druk op [Informatie].
  • Pagina 228 Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Verwijzing Pag.141 “Een auto document verzenden” Pag.164 “Verzendstation” Pag.219 “Ontvangen en opgeslagen documenten afdrukken/wissen (op- geslagen RX-bestand afdrukken/wissen)” Pag.228 “Afdrukken van documenten uit de Persoonlijke box” Pag.231 “Documenten opslaan in informatieboxen”...
  • Pagina 229: Ontvangen En Opgeslagen Documenten Afdrukken/Wissen (Opgeslagen Rx-Bestand Afdrukken/Wissen)

    Ontvangen en opgeslagen documenten afdrukken/wissen (opgeslagen RX-bestand afdrukken/wissen) Ontvangen en opgeslagen documenten afdrukken/wissen (opgeslagen RX-bestand afdrukken/wissen) U kunt documenten afdrukken die zijn ontvangen en opgeslagen op de harde schijf. U kunt tevens ongewenste documenten wissen. Belangrijk ❒ De optionele printer- en scannerfuncties zijn vereist. ❒...
  • Pagina 230: Ontvangen En Opgeslagen Documenten Afdrukken

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Ontvangen en opgeslagen documenten afdrukken Met behulp van de onderstaande instructies kunt u documenten afdrukken die op de harde schijf zijn opgeslagen. Druk op [Informatie]. Druk op [Opgeslagen RX bestand afdrukken/verwijderen]. Selecteer het af te drukken bestand en druk op [Afdrukken]. Druk op [Annuleren] voor het annuleren van het afdrukken.
  • Pagina 231: Ontvangen En Opgeslagen Documenten Wissen

    Ontvangen en opgeslagen documenten afdrukken/wissen (opgeslagen RX-bestand afdrukken/wissen) Verwijzing Pag.293 “Maximumwaarden” Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Ontvangen en opgeslagen documenten wissen Met behulp van de onderstaande instructies kunt u documenten wissen die op de harde schijf zijn opgeslagen. Druk op [Informatie]. Druk op [Opgeslagen RX bestand afdrukken/verwijderen]. Selecteer het te wissen bestand en druk op [Verwijderen].
  • Pagina 232: Een Vertrouwelijk Document Afdrukken

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Een vertrouwelijk document afdrukken Met deze functie kunt u voorkomen dat onbevoegde gebruikers uw documen- ten lezen. Indien iemand u een document stuurt met vertrouwelijke verzending, wordt dit document in het geheugen opgeslagen maar niet automatisch afgedrukt. Om het document af te kunnen drukken, moet u de Vertrouwelijk-ID invoeren.
  • Pagina 233 Een vertrouwelijk document afdrukken Voer met behulp van de cijfertoetsen een 4-cijferige Vertrouwelijke ID in en druk op {Start}. Druk op [Afsluiten]. Het display geeft “stand-by” aan. Opmerking ❒ De Vertrouwelijke ID kan afwijken afhankelijk van de specificaties van de afzender.
  • Pagina 234: Rapport Met Vertrouwelijk Bestand

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Rapport met vertrouwelijk bestand Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt dit rapport afgedrukt zodra uw apparaat een vertrouwelijk document ontvangt. Opmerking ❒ In de Gebruikersparameters (switch 04, bit 0) in het menu Faxfuncties kunt u deze functie in- of uitschakelen.
  • Pagina 235: Een Ontvangen Bestand Met Een Geheugenslot Afdrukken

    Een ontvangen bestand met een geheugenslot afdrukken Een ontvangen bestand met een geheugenslot afdrukken Dit is een beveiligingsfunctie waarmee wordt voorkomen dat onbevoegde gebrui- kers uw documenten lezen. Indien Geheugenslot is ingeschakeld, worden alle ont- vangen documenten opgeslagen in het geheugen en niet automatisch afgedrukt. Om documenten af te drukken, moet u de Geheugenslot-ID invoeren.
  • Pagina 236 Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Voer met behulp van de cijfertoetsen een 4-cijferige Geheugenslot-ID in en druk op {Start}. Wanneer u zich vergist, drukt u op de toets [Wissen] of op {Wis/Stop} en pro- beert u het opnieuw. Druk op [Annuleren] voor het annuleren van het afdrukken. Indien de Geheugenslot-ID niet overeenkomt, verschijnt het bericht “...
  • Pagina 237: Persoonlijke Box

    Persoonlijke box Persoonlijke box U kunt vertrouwelijke documenten in persoonlijke boxen ontvangen. Belangrijk ❒ Stel voordat u deze functie gebruikt de Persoonlijke box eerst in. Verwijzing Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Persoonlijke box Met behulp van deze functie kunt u het apparaat zodanig instellen dat inkomen- de documenten die zijn gericht aan bepaalde personen, worden opgeslagen in het geheugen en niet direct worden afgedrukt.
  • Pagina 238: Afdrukken Van Documenten Uit De Persoonlijke Box

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Belangrijk ❒ Indien de hoofdschakelaar ongeveer 1 uur lang is uitgeschakeld, worden alle documenten gewist die in persoonlijke boxen zijn ontvangen. In dat geval wordt het Rapport Stroomuitval afgedrukt, zodat u kunt zien welke docu- menten werden gewist.
  • Pagina 239 Persoonlijke box Selecteer de box met het document dat u wilt afdrukken. Als de box reeds met een wachtwoord is beveiligd, voert u het wachtwoord in en drukt u op [OK]. Wanneer u zich vergist, drukt u op de toets [Wissen] of op {Wis/Stop} voordat u op [OK] drukt en probeert u het opnieuw.
  • Pagina 240: Informatieboxen

    Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Informatieboxen In deze sectie wordt beschreven hoe u informatieboxen kunt gebruiken. Belangrijk ❒ Stel voordat u deze functie gebruikt de Informatiebox eerst in. Verwijzing Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Informatieboxen Gebruik de functie Informatiebox om het apparaat in te stellen als Document Server.
  • Pagina 241: Documenten Opslaan In Informatieboxen

    Informatieboxen Belangrijk ❒ Indien de hoofdschakelaar ongeveer 1 uur lang is uitgeschakeld, worden alle documenten gewist die in informatieboxen zijn ontvangen. In dat geval wordt het Rapport Stroomuitval afgedrukt, zodat u kunt zien welke docu- menten werden gewist. Zie Problemen oplossen voor meer informatie. Verwijzing Pag.93 “SEP-codes instellen voor ontvangst”...
  • Pagina 242 Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Als de box reeds met een wachtwoord is beveiligd, voert u het wachtwoord in en drukt u op [OK]. Wanneer u zich vergist, drukt u op de toets [Wissen] of op {Wis/Stop} voordat u op [OK] drukt en probeert u het opnieuw. Om het invoeren van een wachtwoord te annuleren, drukt u op [Annuleren].
  • Pagina 243: Documenten Uit Een Informatiebox Afdrukken

    Informatieboxen Druk op [Afsluiten]. Het display geeft “stand-by” aan. Opmerking ❒ In één Informatiebox wordt één bericht opgeslagen. ❒ Het opgeslagen bericht wordt niet automatisch gewist. Raadpleeg “Docu- menten in een informatiebox wissen” als u een opgeslagen bestand wilt wissen. Verwijzing Pag.235 “Documenten uit een informatiebox wissen”...
  • Pagina 244 Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Als de box reeds met een wachtwoord is beveiligd, voert u het wachtwoord in en drukt u op [OK]. Wanneer u zich vergist, drukt u op de toets [Wissen] of op {Wis/Stop} voordat u op [OK] drukt en probeert u het opnieuw. Om het invoeren van een wachtwoord te annuleren, drukt u op [Annuleren].
  • Pagina 245: Documenten Uit Een Informatiebox Wissen

    Informatieboxen Documenten uit een informatiebox wissen Voer de volgende stappen uit om een in een Informatiebox opgeslagen bestand te wissen. Druk op [Informatie]. Druk op [Informatie boxbestand opslaan/verwijderen/afdrukken.]. Druk op [Bestand verwijderen]. Selecteer de box waarin het bericht dat u wilt afdrukken, is opgeslagen. Als de box reeds met een wachtwoord is beveiligd, voert u het wachtwoord in en drukt u op [OK].
  • Pagina 246 Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen Druk op [Verwijderen]. Voor het stoppen van het wissen, drukt u op [Niet verwijderen]. Het display keert terug naar stap Druk op [Afsluiten]. Herhaal vanaf stap om nog een in een andere box opgeslagen bestand te wissen.
  • Pagina 247: Een Document Opslaan

    5. Een document opslaan In dit gedeelte wordt het opslaan en beheren van documenten in de Document Server uitgelegd. Een opgeslagen bestand verzenden In dit gedeelte wordt het opslaan en beheren van faxdocumenten in de Docu- ment Server uitgelegd In de Document Server kunnen documenten uit verschillende toepassingen worden opgeslagen.
  • Pagina 248: Een Document Opslaan

    Een document opslaan ❒ U kunt via de Document Server geen ontvangen en opgeslagen documenten bekijken. ❒ Met behulp van de DeskTopBinder of Web Image Monitor kunnen documen- ten die zijn opgeslagen in de Document Server worden gedownload en op de computer worden beheerd.
  • Pagina 249 Een opgeslagen bestand verzenden Druk op [Bestand opslaan]. Selecteer [Opslaan & verzenden] of [Alleen opslaan]. Selecteer [Opslaan & verzenden] om documenten te verzenden nadat ze zijn op- geslagen. Selecteer [Alleen opslaan] voor het opslaan van documenten. Als [Alleen opslaan] is geselecteerd, wordt “pppppppppp” weergegeven. Druk op [Inst.
  • Pagina 250: Een Gebruikersnaam Programmeren

    Een document opslaan Druk op de toets {Start}. Opmerking ❒ U kunt bestandsnamen en gebruikersnamen wijzigen. Verwijzing Pag.240 “Een gebruikersnaam programmeren” Pag.241 “Instellen van een bestandsnaam” Pag.241 “Een wachtwoord instellen” Pag.248 “Informatie wijzigen van opgeslagen documenten” Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Een gebruikersnaam programmeren Stel een gebruikersnaam in die afwijkt van de gebruikersnamen die in de gebrui- kerscode zijn geprogrammeerd.
  • Pagina 251: Instellen Van Een Bestandsnaam

    Een opgeslagen bestand verzenden Instellen van een bestandsnaam Druk op [Bestandsnaam]. Voer de bestandsnaam in en druk op [OK]. Druk op [OK]. Verwijzing Over dit apparaat Een wachtwoord instellen Druk op [Wachtwoord]. Voer het wachtwoord in met behulp van de cijfertoetsen en druk op [#]. Wanneer u zich vergist, drukt u op de toets [Wissen] of op de toets {Wis/Stop} voordat u op [#] drukt en voert u het wachtwoord opnieuw in.
  • Pagina 252: Verzenden Van Opgeslagen Documenten

    Een document opslaan Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op [#]. Druk op [OK]. Druk op [Wijzigen] om een ander wachtwoord in te voeren. Druk op [OK]. Verzenden van opgeslagen documenten Het apparaat verzendt documenten die werden opgeslagen in de Document Server. De in de Document Server opgeslagen documenten kunnen telkens opnieuw worden verzonden, totdat zij worden gewist.
  • Pagina 253 Een opgeslagen bestand verzenden Selecteer de te verzenden documenten. Wanneer meerdere documenten worden geselecteerd, worden die in volgor- de van selectie verzonden. • Druk op [TX volgorde] om de volgorde van de te verzenden documenten te rangschikken. • Druk op [Bestandsnaam] om de documenten in alfabetische volgorde te plaatsen.
  • Pagina 254 Een document opslaan Als u uw originelen wilt toevoegen aan opgeslagen documenten en ze te- gelijkertijd wilt verzenden, drukt u op [ R Orig. + opgesl. bestnd] of [Opgesl. bstnd + R orig.]. Als u alleen opgeslagen documenten wilt verzenden, gaat u verder met stap Wanneer de toets [ROrig.
  • Pagina 255: Documenten Opgeven Vanuit De Bestandslijst

    Een opgeslagen bestand verzenden Documenten opgeven vanuit de bestandslijst Druk op [UVorige] of [TVolg.] om de te verzenden documenten weer te geven. Selecteer het bestand. Documenten opgeven via de gebruikersnaam Selecteer [Zoeken op gebruik.naam]. Selecteer de gebruikersnaam van het geprogrammeerde document en druk op [OK].
  • Pagina 256: Documenten Opgeven Via De Bestandsnaam

    Een document opslaan Documenten opgeven via de bestandsnaam Selecteer [Zoeken op bestandsnaam]. Voer de naam in van het te verzenden document en druk op [OK]. Gedeeltelijk overeenkomst wordt gebruikt tijdens het zoeken naar een be- standsnaam. Selecteer het te verzenden bestand. Afdrukken van opgeslagen documenten Met deze functie kunt u documenten afdrukken die zijn opgeslagen in de Docu- ment Server.
  • Pagina 257 Een opgeslagen bestand verzenden Druk op [Select. opgesl. best.]. Selecteer het af te drukken document. Als u een document met een wachtwoord selecteert, voert u het wacht- woord in en drukt u op [OK]. Als het document geen wachtwoord heeft, gaat u verder met stap Druk op [Bestand afdrukken] of [Afdrukken pagina 1].
  • Pagina 258: Informatie Wijzigen Van Opgeslagen Documenten

    Een document opslaan Opmerking ❒ U kunt alleen documenten afdrukken die zijn opgeslagen met de faxfunctie. ❒ U kunt ook alleen de eerste pagina afdrukken als u de inhoud van het ori- gineel wilt controleren. ❒ U kunt in één keer meerdere documenten opgeven en afdrukken. ❒...
  • Pagina 259 Een opgeslagen bestand verzenden Als u een document selecteert waarvoor een wachtwoord is ingesteld, voert u het wachtwoord in en drukt u op [OK]. Wanneer een geselecteerd bestand geen wachtwoord heeft, gaat u naar stap Wijzig de gewenste informatie in het opgeslagen document. Druk op de toetsen voor de items die u wilt wijzigen.
  • Pagina 260: Een Gebruikersnaam Wijzigen

    Een document opslaan Een gebruikersnaam wijzigen Druk op [Gebruikersnaam wijz.]. Druk op [Wissen]. De gebruikersnaam is gewist. Voer de nieuwe gebruikersnaam in en druk op [OK]. Druk op de titelwoordtoetsen voor wisselen tussen de titels. Voor instellen van een niet-geprogrammeerde gebruikersnaam, drukt u op [Niet geprogrammeerde naam] en voert u vervolgens de naam in.
  • Pagina 261: Het Wachtwoord Wijzigen

    Een opgeslagen bestand verzenden Het wachtwoord wijzigen Druk op [Wachtwoord wijzigen]. Druk op de bovenste [Wijzigen]. Voer een nieuw wachtwoord in met behulp van de cijfertoetsen en druk op [#]. Druk op de onderste [Wijzigen]. Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op [#]. Druk op [OK].
  • Pagina 262 Een document opslaan Selecteer het document dat u wilt verwijderen. U kunt ook meerdere documenten tegelijk verwijderen. Als u een document selecteert waarvoor een wachtwoord is ingesteld, voert u het wachtwoord in met behulp van de cijfertoetsen en drukt u vervolgens op [OK].
  • Pagina 263: Faxen Via De Computer

    6. Faxen via de computer In dit gedeelte wordt het gebruik uitgelegd van de faxfunctie van dit apparaat vanaf een computer via een netwerk. Faxen versturen vanaf computers U kunt een document verzenden dat is gemaakt met een Windows-toepassing vanaf een computer die op het apparaat of een ander faxapparaat is aangesloten. Sluit de computer aan op het apparaat via de parallelle poort (optioneel), LAN, IEEE 802.11b (wireless LAN) (optioneel) of USB 2.0.
  • Pagina 264: Voor Gebruik

    Faxen via de computer Belangrijk ❒ De optionele printer- en scannerfuncties zijn vereist. ❒ Fouten die optreden wanneer het apparaat als LAN-Fax wordt gebruikt, wor- den niet op de computer weergegeven. Controleer op fouten met een Web Image Monitor. Zie de Help van Web Image Monitor. ❒...
  • Pagina 265: De Software Gebruiken

    Faxen versturen vanaf computers De software gebruiken In dit hoofdstuk vindt u informatie over het LAN-fax-stuurprogramma, het Adresboek en de LAN-fax editor voor voorbladen. LAN-Faxstuurprogramma Met dit stuurprogramma kunt u LAN-Faxfuncties gebruiken. Belangrijk ❒ Niet alle besturingen kunnen worden gegarandeerd, afhankelijk van de sys- teemomgeving.
  • Pagina 266: Lan-Fax Cover Sheet Editor

    Faxen via de computer LAN-Fax Cover Sheet Editor Met de LAN-fax editor voor voorbladen kunt u LAN-fax-voorbladen wijzigen. ❖ Besturingssystemen Microsoft Windows 98/Me Microsoft Windows 2000/XP Microsoft Windows Server 2003 Microsoft Windows NT 4.0 Auto Run-programma De installatieprogramma’s voor diverse stuur- en hulpprogramma’s worden au- tomatisch opgestart (Auto Run) wanneer u de CD-rom in het station plaatst.
  • Pagina 267: Afzonderlijke Toepassingen Installeren

    Faxen versturen vanaf computers Afzonderlijke toepassingen installeren U moet een LAN-fax-stuurprogramma installeren op uw computer voordat u de LAN-fax-functies kunt gebruiken. Het LAN-fax-stuurprogramma vindt u op de CD-rom die bij dit apparaat wordt geleverd. Het Adresboek en de LAN-fax editor voor voorbladen worden geïnstalleerd met het LAN-fax-stuurprogramma.
  • Pagina 268: Eigenschappen Van Lan-Fax-Stuurprogramma Instellen

    Faxen via de computer Eigenschappen van LAN-fax-stuurprogramma instellen In dit gedeelte wordt het instellen van de vereiste eigenschappen voor het LAN- fax-stuurprogramma uitgelegd. Opmerking ❒ Als uw besturingssysteem Windows NT 4.0, Windows 2000/XP of Windows Server 2003 is, meldt u zich aan via een account die beheerdersrechten heeft. De afdrukeigenschappen instellen In deze sectie wordt beschreven hoe u instellingen als papierformaat en resolutie kunt aanpassen.
  • Pagina 269: Instellingen Aanpassen Voor De Configuratie Van Opties

    Faxen versturen vanaf computers Instellingen aanpassen voor de configuratie van opties Pas de instellingen aan voor de optionele units die op dit apparaat geïnstalleerd zijn. In het [Start]-menu, klikt u op [Instellingen] en vervolgens op [Printers]. Bij Windows XP Professional of Windows Server 2003 selecteert u [Printers en faxapparaten] in het menu [Start].
  • Pagina 270: Basisverzending

    Faxen via de computer Basisverzending In dit gedeelte wordt beschreven hoe u met behulp van Windows-toepassingen gemaakte faxdocumenten kunt verzenden. Om een fax te verzenden, hoeft u alleen maar [Afdrukken...] te selecteren vanaf de Windows-toepassing. Selecteer vervolgens [LAN-fax M7] als de printer en geef daarna een bestemming op in het dialoogvenster [LAN-fax].
  • Pagina 271: Een Bestemming Opgeven Via Een Bestemmingslijst

    Faxen versturen vanaf computers Verwijzing Pag.261 “Een bestemming opgeven via een bestemmingslijst” Pag.262 “Een bestemming opgeven via het adresboek” Pag.263 “Bestemmingen opgeven door rechtstreeks een faxnummer, Inter- netfaxbestemming of IP-faxbestemming in te voeren” Pag.264 “Opties specificeren” Pag.267 “Verzendresultaten bevestigen per e-mail” Pag.270 “Adresboek bijwerken”...
  • Pagina 272: Een Bestemming Opgeven Via Het Adresboek

    Faxen via de computer Een bestemming opgeven via het adresboek Belangrijk ❒ Om deze methode te gebruiken, moet u bestemmingen via het adresboek re- gistreren in de adreslijst. Klik op het tabblad [Adresboek]. Het tabblad [Adresboek] wordt weergegeven. Selecteer in de vervolgkeuzelijst [Adresboek:] een CSV-bestand met de ge- wenste bestemmingslijst.
  • Pagina 273: Bestemmingen Opgeven Door Rechtstreeks Een Faxnummer, Internetfaxbestemming Of Ip-Faxbestemming In Te Voeren

    Faxen versturen vanaf computers Bestemmingen opgeven door rechtstreeks een faxnummer, Internetfaxbestemming of IP-faxbestemming in te voeren Klik op het tabblad [Bestemming specificeren]. Het tabblad [Bestemming specificeren] wordt weergegeven. Selecteer het faxtype in het vervolgkeuzemenu [Type:]. Selecteer [Fax] om per standaardfax te verzenden. Selecteer [E-mail] om per Internetfax te verzenden.
  • Pagina 274: Opties Specificeren

    Faxen via de computer Opties specificeren U kunt de volgende verzendopties opgeven als u een fax verzendt. Raadpleeg de Help van het LAN-fax-stuurprogramma voor meer informatie over verzendopties. • Verzenden op een bepaald tijdstip • Faxkoptekst afdrukken • Een voorblad bijvoegen •...
  • Pagina 275: Dubbelzijdig Afdrukken Instellen

    Faxen versturen vanaf computers Dubbelzijdig afdrukken instellen Klik op [Verzendopties]. Het tabblad [Verzendopties] wordt weergegeven. Schakel het selectievakje [2-zijdig afdrukken] in. Een voorbeeld weergeven Als u het selectievakje [Vorige] inschakelt, kunt u controleren hoe het faxdocu- ment op de bestemming wordt uitgevoerd. Klik op [Verzendopties].
  • Pagina 276: Het Faxdocument Opslaan In De Document Server

    Faxen via de computer Klik op [Opslaan] of [Opslaan & versturen]. Als u [Automatisch een nieuw bestand maken] heeft geselecteerd, krijgt het af- beeldingsbestand een naam toegewezen en wordt het opgeslagen in de aan- gegeven map. De bestandnaam wordt RicHHMMSS.tif (HH: uren, MM: minuten, SS: seconden). Voer een bestandsnaam in.
  • Pagina 277: Verzendingen Beheren Via Het Lan-Fax-Stuurprogramma

    Faxen versturen vanaf computers Verzendingen beheren via het LAN-fax-stuurprogramma Vanuit “SmartDeviceMonitor for Admin”, “SmartDeviceMonitor for Client” of Web Image Monitor kunt u informatie controleren over bestanden die zijn ver- zonden met het LAN-fax-stuurprogramma. Raadpleeg “Maximumwaarden” voor het maximum aantal verzendresultaten dat u kunt controleren. U kunt ook de inhoud van het journaal als CSV-bestand op uw computer op- slaan via [Laad Fax journaal] in “SmartDeviceMonitor for Admin”.
  • Pagina 278: Lan-Fax Resultatenrapport

    Faxen via de computer Klik op [Verzenden] of [Afdrukken & verzenden]. Opmerking ❒ U kunt de verzendresultaten bevestigen met de functie E-mail verzendre- sultaten en het communicatieresultaatrapport. In de Gebruikersparame- ters (switch 10, bit 6) in het menu Faxfuncties kunt u aangeven of u beide samen wilt gebruiken.
  • Pagina 279: Afdrukken En Opslaan

    Faxen versturen vanaf computers Afdrukken en opslaan U kunt met Windows-toepassingen gemaakte documenten afdrukken. Open het document dat u wilt afdrukken of maak een nieuw document en voer daarna de volgende procedure uit. Raadpleeg de Help van het LAN-fax-stuurprogramma voor meer informatie over het afdrukken van een faxafbeelding.
  • Pagina 280: Adresboek Bijwerken

    Faxen via de computer Adresboek bijwerken U kunt bestemmingen programmeren en bewerken in de adreslijst met behulp van het Adresboek. Raadpleeg de Help van het LAN-fax-stuurprogramma voor meer informatie over het Adresboek. Opmerking ❒ U kunt bestanden die zijn aangemaakt in CSV-opmaak gebruiken als adres- boekgegevens.
  • Pagina 281: Bijwerken Van Geprogrammeerde Bestemmingen

    Faxen versturen vanaf computers Opmerking ❒ Als u de inhoud van de bestemmingslijst van dit apparaat in het Adres- boek wilt programmeren, schakelt u het selectievakje bij [Gebruik apparaat- adres] in en geeft u vervolgens het registratienummer van de bestemmingstoets op in het veld [Apparaat adres:]. ❒...
  • Pagina 282: Geprogrammeerde Bestemmingen Wissen

    Faxen via de computer Geprogrammeerde bestemmingen wissen In het menu [Start] wijst u naar [Programma’s], [LAN-Fax-hulpprogramma’s] en vervolgens klikt u op [Adresboek]. Het [Adresboek]-venster verschijnt. Als het LAN-fax-stuurprogramma al is opgestart, klikt u op [Adresboek bewerken...]. Klik op [Nieuw/Bladeren...] en selecteer het CSV-bestand met de te bewerken adreslijst.
  • Pagina 283: Faxvoorbladen Wijzigen

    Faxen versturen vanaf computers Faxvoorbladen wijzigen Met de LAN-fax editor voor voorbladen kunt u de opmaak van faxvoorbladen wijzigen. Belangrijk ❒ U moet een voorbladbestand aanmaken voordat u een voorblad toevoegt aan faxdocumenten met behulp van het LAN-fax-stuurprogramma. Een voorblad maken Met behulp van de onderstaande instructies kunt u een faxvoorblad maken.
  • Pagina 284: Een Gemaakt Voorblad Toevoegen

    Faxen via de computer Een gemaakt voorblad toevoegen Met behulp van de onderstaande instructies kunt u een gemaakt voorbladbe- stand toevoegen aan een faxdocument. In het menu [Bestand] klikt u op [Afdrukken...]. Selecteer [LAN-Fax M7] in de lijst [Naam:] en klik vervolgens op [OK]. Het dialoogvenster [LAN-Fax] verschijnt.
  • Pagina 285: De Faxfuncties Beheren Met Behulp Van Smartdevicemonitor For Admin

    Faxen versturen vanaf computers De faxfuncties beheren met behulp van SmartDeviceMonitor for Admin U kunt informatie over de faxfuncties van dit apparaat controleren op een com- puter en bestanden opslaan via SmartDeviceMonitor for Admin. Opmerking ❒ Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie over SmartDevice- Monitor for Admin en de installatie daarvan.
  • Pagina 286: Faxinformatie Bekijken Via Een Webbrowser

    Faxen via de computer Faxinformatie bekijken via een webbrowser U kunt ontvangen faxdocumenten en overzichten bekijken of deze documenten afdrukken via een Web Image Monitor op een netwerkcomputer. Opmerking ❒ De optionele printer- en scannerfuncties zijn vereist. ❒ Wij raden u aan een Web Image Monitor te gebruiken in dezelfde netwer- komgeving als dit apparaat.
  • Pagina 287: Faxinformatie Afdrukken Via Een Webbrowser

    Faxinformatie bekijken via een webbrowser Klik op het pictogram Eigenschappen van het gewenste faxdocument. Om een lijst van de faxdocumenten te zien, kunt u de miniaturenweergave, de- tailweergave of pictogramweergave selecteren. Klik op [Miniaturen], [Details] of [Pictogrammen] in de lijst [Displaymethode:]. Bekijk de inhoud van het faxdocument.
  • Pagina 288: Faxinformatie Wissen Via Een Webbrowser

    Faxen via de computer Klik op [Afdrukken]. Klik op [Start afdrukken]. Om het afdrukken te annuleren, drukt u op [Annuleren] voordat u op [Start af- drukken] drukt. U kunt de afdrukvolgorde wijzigen of meerdere documenten selecteren. U kunt ook documenten afdrukken op zowel de voorzijde als de achterzijde van het papier.
  • Pagina 289: Bestemmingsinformatie Programmeren Vanuit Een Webbrowser

    Faxinformatie bekijken via een webbrowser Bestemmingsinformatie programmeren vanuit een Webbrowser Als het ontvangende faxapparaat de Internetfaxfunctie met T.37 volledige mo- dus ondersteunt, kunt u de eigenschappen van de ontvanger programmeren met Web Image Monitor. U kunt de volgende eigenschappen programmeren: •...
  • Pagina 290: Een Ontvanger Toevoegen

    Faxen via de computer Een ontvanger toevoegen Volg deze stappen om met Web Image Monitor een nieuwe bestemming aan het Adresboek toe te voegen. Start de Webbrowser. Voer na “http://” in het adresveld het IPv4-adres in van het apparaat dat u wilt controleren.
  • Pagina 291: Per Fax Ontvangen Bestanden Bezorgen

    Per fax ontvangen bestanden bezorgen Per fax ontvangen bestanden bezorgen Documenten die door het apparaat zijn ontvangen, kunnen op een computer wor- den bekeken of gedownload via de netwerk-Delivery server ScanRouter delivery software. Dit is een handige functie waarmee u documenten op uw computer kunt weergeven en opslaan zonder dat u de documenten hoeft af te drukken.
  • Pagina 292 Faxen via de computer...
  • Pagina 293: Bijlage

    7. Bijlage In dit gedeelte worden de functies en specificaties van de faxfunctie uitgelegd. Programma’s Als u regelmatig documenten naar dezelfde bestemming verzendt of steeds de- zelfde instellingen gebruikt, kunt u deze informatie opslaan in een programma, zodat u de instellingen snel kunt oproepen. Keystroke-programma’s kunnen ge- makkelijk worden opgeroepen door op een geprogrammeerde toets te drukken.
  • Pagina 294 Bijlage Druk op de toets {Programmeren}. Controleer of [Registreren] is geselecteerd. Selecteer een programmanummer waarin “pNiet opgeslagen” wordt weerge- geven. Wanneer u zich vergist, drukt u op [Annuleren] en selecteert u opnieuw een programmanummer. Wanneer u een programma wilt wijzigen, drukt u op [Registreren] nadat u op het programmanummer heeft gedrukt dat u wilt wijzigen.
  • Pagina 295: Een Prioriteitsfunctie Vastleggen Via Een Programma

    Programma’s Opmerking ❒ U kunt dezelfde procedure gebruiken voor het registreren en wijzigen van programma’s. In stap selecteert u het programmanummer dat u wilt wij- zigen. ❒ De methode om programma’s voor de kopieerfunctie te registreren of te wijzigen wijkt af van die voor de faxfunctie. ❒...
  • Pagina 296: Een Programmanaam Wijzigen

    Bijlage Een programmanaam wijzigen Volg deze stappen om een programmanaam te wijzigen. Controleer of het apparaat in de faxmodus staat en het display “stand-by” aangeeft. Als het apparaat niet stand-by staat, drukt u op de {Fax}-toets. Druk op de toets {Programmeren}. Druk op [Naam wijzigen].
  • Pagina 297: Een Programma Wissen

    Programma’s Een programma wissen Volg deze stappen om een onnodig programma te wissen: Controleer of het apparaat in de faxmodus staat en het display “stand-by” aangeeft. Als het apparaat niet stand-by staat, drukt u op de {Fax}-toets. Druk op de toets {Programmeren}. Druk op [Verwijderen].
  • Pagina 298: Een Programma Gebruiken

    Bijlage Een programma gebruiken Volg deze stappen om een geregistreerd programma op te roepen en te gebruiken: Controleer of het apparaat in de faxmodus staat en het display “stand-by” aangeeft. Als het apparaat niet stand-by staat, drukt u op de {Fax}-toets. Plaats het origineel.
  • Pagina 299: Opties

    Opties Opties In dit gedeelte worden de functies van opties uitgelegd. Geheugenuitbreiding (32 MB: DIMM) Hiermee kunt u faxdocumenten met een hoge resolutie verzenden (Superfijn). Hiermee kunt u faxdocumenten met een hoge resolutie ontvangen (Fijn of Su- perfijn). Als u deze functie wilt gebruiken, dient u contact op te nemen met uw onderhoudstechnicus.
  • Pagina 300: Specificaties

    Bijlage Specificaties ❖ Faxen verzenden en ontvangen Standaard Resolutie 8 × 3,85/mm, 200 × 100 dpi (Standaard-teken), 8 × 7,7/mm, 200 × 200 dpi (Detail-teken), 8 × 15,4/mm (Fijn-teken: optioneel), 16 × 15,4/mm, 400 × 400 dpi (Superfijn-teken: optioneel) Verzendtijd G3: 3 seconden bij 28800 bps, standaardresolutie (JBIG verzending: 2 seconden) Datacompressiemethode...
  • Pagina 301 Specificaties Compatibele apparatuur Compatibele IP-Fax apparatuur IP-Fax verzendfunctie Een IPv4-adres opgeven en faxen sturen naar een compatibel IP-faxapparaat via het netwerk. Kan ook faxen sturen naar een G3-faxapparaat dat is aange- sloten op het telefoonnet via een VoIP-gateway. IP-Fax ontvangstfunctie Faxen ontvangen die zijn verzonden door een compatibel IP- faxapparaat via het netwerk.
  • Pagina 302: Vereiste Specificaties Voor Ontvangende Internetfaxapparaten

    Bijlage Vereiste specificaties voor ontvangende internetfaxapparaten Dit apparaat kan communiceren met Internetfaxapparaten die aan de volgende specificaties voldoen. Bij het communiceren met apparaten die compatibel zijn met de volledige mo- dus, kunt u profiteren van de hoogwaardige specificaties voor codering, formaat van het origineel en resolutie.
  • Pagina 303: Maximumwaarden

    Maximumwaarden Maximumwaarden De volgende lijst bevat de maximumwaarde voor elk item. Item Standaard Geheugenuitbrei- ding (Optioneel) Geheugen 4 MB 28 MB Aantal documenten dat u in het geheugen kunt op slaan voor geheugenverzending Het aantal pagina’s dat u kunt opslaan in het geheugen Circa 320 Circa 2240 (met behulp van A4-formaat standaard <ITU-T q1...
  • Pagina 304 Bijlage Item Standaard Geheugenuitbrei- ding (Optioneel) Aantal verzendresultaten voor het LAN-fax-stuur- programma dat u vanaf een netwerkcomputer “SmartDeviceMonitor for Admin”, “DeskTopBinder” of Web Image Monitor kunt controleren. Aantal vanaf een LAN-fax-stuurprogramma verzon- den documenten dat het apparaat kan vasthouden als te verzenden bestanden. Aantal bestemmingen dat u kunt registreren in een Keystroke-programma Aantal Keystroke-programma’s dat u kunt registreren 100...
  • Pagina 305: Index

    INDEX Basisverzending , 260 1ste pagina afdrukken , 246 Bcc-verzending , 139 1-zijdig voor 1ste pagina , 130 Bedrijfsschakelaar , 173 2-zijdig van 1ste pagina , 130 Beelddichtheid (Contrast) , 49 Beeldrotatie , 45 , 178 Begindisplay , 3 Aantal afdrukken ontvangstbestand , 5 Begininstellingen wijzigen , 5 Achternaam , 146 Beheerdertools , 5...
  • Pagina 306 Centreerteken , 5 , 175 ECM , 5 Economische tijd programmeren , 5 Communicatiefoutrapport , 206 Economy Transmission Time , 109 Communicatie-indicator , 102 Een alias telefoonnummer opgeven , 61 Communicatieresultatenrapport , 204 Een auto document verzenden , 141 Compatibele apparatuur , 292 Een bestand opnieuw verzenden , 199 CSI - Eigen faxnummer , 157 Een bestand vanuit het geheugen...
  • Pagina 307 Gateway (VoIP-gateway) , 24 Een verzending annuleren voordat de verzending wordt gescand , 104 Geautoriseerde RX , 5 Een verzending annuleren voordat het Geavanceerde functies , 91 origineel wordt gescand , 101 Geavanceerd zoeken , 75 Een verzending bevestigen , 106 Geav.
  • Pagina 308 Handmatige ontvangst , 158 Handmatig kiezen , 90 Keystroke-programma’s , 283 Het Adresboek gebruiken om Keystroke-programma’s registreren , 283 bestemmingen op te geven , 67 Keystroke-programma’s wijzigen , 283 Het Adresboek van het apparaat gebruiken in de bestemmingslijst van de LAN-Fax , 272 Het apparaat weer terugzetten in de Label invoegen , 147...
  • Pagina 309 Opties specificeren , 264 Optionele apparatuur , 289 Om een ontvangstbericht verzoeken , 137 Opvangbak , 186 Omschakeling Geheugenverzending/ Opvolgend kiezen , 70 Dir. verzending , 5 Originelen plaatsen , 33 Onderwerp, in e-mail , 30 , 132 Orig. + Opgeslagen bestand , 242 Onderwerp invoeren , 132 Over IP-faxbestemmingen , 61 Ontvangen afbeeldingen , 162...
  • Pagina 310 Rapport met vertrouwelijk bestand , 224 Rapport Polling-verzending wissen , 123 T.37 volledige modus , 31 , 279 Registratienr. , 87 Tekst , 48 Reset na einde scannen , 5 Tekst/foto , 48 Resolutie , 2 , 46 Tekst, in e-mail , 135 Resultaten E-mailverzending , 111 , 203 Tekst invoeren , 135 Resultaten e-mailverzending , 267...
  • Pagina 311 Vervangende ontvangst , 155 Verwijderen , 221 , 287 Zoekcriteria , 84 Verzendbestand , 187 Zoeken op bestandsnaam. , 246 Verzenden op een bepaald tijdstip , 109 , 264 Zoeken op bestemmingsnaam , 76 Verzenden over een faxlijn , 55 Zoeken op Best.naam , 76 Verzenden per Internetfax , 62 Zoeken op e-mailadres , 80...
  • Pagina 312 B779-8676...
  • Pagina 313 Indien er problemen optreden, dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw le- verancier. De CE-Conformiteitsverklaring is op het Internet beschikbaar op: http://www.ricoh.co.jp/fax/ce_doc/ waarna het desbetreffende product moet worden geselecteerd. Handelsmerken ®...
  • Pagina 314 B779-8676...

Inhoudsopgave