Informatie m.b.t. de communicatie wijzigen/bevestigen
5.
Ontvanger
• Voor faxbestemmingen
Toont de naam (voor weergave) die
door de ontvanger is geprogram-
meerd.
Toont het geprogrammeerde faxnum-
mer als de naam (voor weergave) niet
is geprogrammeerd.
Als zowel de naam als het faxnummer
niet door de ontvanger zijn gepro-
grammeerd, wordt een ingevoerd fax-
nummer of een naam die in een
bestemmingslijst is geprogrammeerd,
weergegeven voor verzendingen.
• Voor internetfax-bestemmingen
4
Tijdens de verzending wordt het e-
mailadres of de naam weergegeven
die is geprogrammeerd in de bestem-
mingslijst. Tijdens de ontvangst
wordt het e-mailadres van de afzen-
der weergegeven.
Tijdens broadcasting wordt het aantal
bestemmingen weergegeven naast de
e-mailadressen of namen van bestem-
mingen.
Als documenten vanaf de computer
zijn verzonden naar het apparaat, ver-
schijnt "--LAN-fax -->". Om te contro-
l e r e n o f d e d o c u m e n t e n z i j n
verzonden naar de ontvanger, contro-
leert u hetzelfde bestandsnummer.
• Voor IP-faxbestemmingen
Geeft de IP-faxbestemming of -naam
weer die is geprogrammeerd in de be-
stemmingslijst. De gedetailleerde ge-
g e v e n s v a n d e f a x b e s t e m m i n g
worden weergegeven op het ont-
vangstrapport.
• Voor mapbestemmingen
Geeft de naam weer die is geprogram-
meerd in de bestemmingslijst.
6.
Verbinding
• Voor faxverzendingen en -ontvangsten
Achter het lijntype, "T" voor uitgaande
faxen of "R" voor binnenkomende
faxen verschijnt de communicatiemo-
dus in letters of symbolen. Als de optio-
nele extra G3-interface is geïnstalleerd,
wordt "G3-1", "G3-2" of "G3-3" weer-
gegeven.
214
• Voor internetfaxverzendingen en -ont-
vangsten
Achter
, "T" voor uitgaande e-
mails of "R" voor binnenkomende e-
mails verschijnt de communicatiemo-
dus in letters of symbolen. Een "Q"
geeft uitgaande e-mail aan waarvoor
Ontvangstbericht is ingesteld in "E-
mail opties"; een "A" geeft e-mail met
ontvangstbevestiging aan.
• Voor IP-faxverzendingen en -ontvangsten
Achter
, "T" voor uitgaande faxen
of "R" voor binnenkomende faxen
verschijnt de communicatiemodus in
letters of symbolen.
• Voor doorzenden naar de mapbestem-
mingen
Achter
(mapsymbool) en "T" voor
uitgaande faxen verschijnt de commu-
nicatiemodus in letters of symbolen.
7.
Communicatietijd
Toont de benodigde tijd voor verzendin-
gen en ontvangsten.
8.
Aantal pagina's
Toont het aantal verzonden of ontvangen
pagina's.
9.
Communicatieresultaat
Toont het resultaat van verzendingen of
ontvangsten.
OK: Alle pagina's zijn correct verzonden of
ontvangen. Als Ontvangstbericht is geacti-
veerd bij de E-mailopties van de Internetfax
wordt de ontvangst van het ontvangstbe-
richt getoond. De resultaten van ontvangen
documenten die zijn gerouteerd, worden
voorafgegaan door "n".
--: Het internetfax-document was naar de
e-mailserver gestuurd, die in dit apparaat
is geprogrammeerd. (Dit betekent echter
niet, dat de e-mail was geleverd.) Bij ge-
bruik van LAN-Fax worden de resultaten
van de communicatie van een computer
naar dit apparaat weergegeven.
Fout: Er is een communicatiefout opge-
treden.
D: De stroom is tijdens de verbinding uit-
geschakeld. Niet alle faxdocumenten zijn
verzonden.