• Om een Verzendopdracht via IP-fax te versturen, moet het Doorzendsta-
tion een faxapparaat van hetzelfde merk zijn dat IP-fax ondersteunt.
• Het faxnummer van de verzoekende partij moet in het snelkies- of verkort
kiesnummer van het doorzendstation zijn geprogrammeerd.
• Het faxnummer van het ontvangende station moet in het groepskies-, snel-
kies- of verkort kiesnummer van het doorzendstation zijn geprogrammeerd.
❒ U kunt niet rechtstreeks nummers van ontvangende stations invoeren. De
nummers moeten zijn opgeslagen in bestemmingslijsten, verkorte kiesnum-
mers of Groepen in (het) Doorzendstation(s). Volg onderstaande stappen om
een ontvangend station op te geven.
A
Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen.
B
Geef het faxnummer van een verzendstation op.
Voer het nummer rechtstreeks in of gebruik de bestemmingslijst om het faxnummer,
het e-mailadres of de IP-faxbestemming van het Doorzendstation op te geven.
Als u een fout maakt, drukt u op de toets {Wis/Stop} en probeert u het nogmaals.
C
Druk op [Geav. eigenschap.].
D
Druk op [Verzendopdracht].
E
Druk op [Ontvanger].
F
Als u een ontvangend station wilt opgeven met behulp van de bestem-
mingslijst van het verzendstation, selecteert u [q Snelkiezen] en geeft u ver-
volgens het registratienummer van de bestemmingslijst op.
Wanneer u bijvoorbeeld het nummer onder snelkiestoets 01 van het door-
zendstation wilt selecteren, voert u de volgende cijfers in: {0} {1}.
Geavanceerde functies
1
97