C
Druk op [Afsluiten].
Opmerking
❒ Als u bestemmingen rechtstreeks met behulp van de cijfertoetsen opgeeft,
kunt u per bestemming aangeven of u al dan niet de SMTP-server gebruikt.
❒ Als u bestemmingen selecteert in de bestemmingslijst, wordt de instelling
die in het Adresboek voor de SMTP-server is opgegeven ingeschakeld.
❒ Om Internetfaxdocumenten vanaf een computer te verzenden, geeft u via
het LAN-fax-stuurprogramma aan of u de SMTP-server al dan niet om-
zeilt. Als bij verzending het selectievakje bij [Gebruik apparaatadres] is inge-
schakeld, is de instelling ingeschakeld die op dit apparaat voor de SMTP-
server is opgegeven.
Verwijzing
Pag.253 "Faxen versturen vanaf computers"
Bedieningshandleiding Standaardinstellingen
Netwerkhandleiding
Het Adresboek gebruiken om bestemmingen op te geven
Als bestemmingen in een bestemmingslijst zijn geprogrammeerd, kunt u een bestem-
ming opgeven door een bestemmingstoets uit de bestemmingslijst te selecteren.
De geprogrammeerde naam wordt op de bestemmingstoets weergegeven.
Druk op
om de bestemming te schakelen tussen faxnummer, e-mailadres
en IP-faxbestemming.
Belangrijk
❒ In de bestemmingslijst programmeert u een individueel faxnummer, IP-fax-
bestemming, e-mailadres en/of bestemmingsgroepen.
A
Druk op
om de bestemming te schakelen tussen faxnummer, e-maila-
dres en IP-faxbestemming.
B
Druk op de titelwoordtoets waar de gewenste bestemming is geprogrammeerd.
Als u bijvoorbeeld "Kantoor in New York" wilt opgeven dat in "LMN" is ge-
programmeerd, drukt u op [LMN].
Een bestemming opgeven
1
67