Overige verzendfuncties
D
Selecteer een afzender.
2
Als een beveiligingscode is ingesteld voor een bestemming, verschijnt het in-
voerscherm. Voer de beveiligingscode voor de bestemming in met behulp
van de cijfertoetsen en druk op [OK].
E
Controleer de geselecteerde afzender en druk vervolgens op [OK].
F
Als u de naam van de afzender wilt afdrukken op het vel van het ontvan-
gende apparaat, selecteert u [Aan] voor de functie Stempel naam afzender.
Als u deze functie inschakelt, wordt de naam van de afzender (gebruikers-
naam) weergegeven op het blad, de lijsten of het rapport van de ontvanger.
112