Hoofdstuk 11
beschreven, om na te gaan of uw apparaat daadwerkelijk actief verbonden is met het
juiste netwerk.
Zorg dat het HP-apparaat aangesloten is op het netwerk.
1. Als het HP-apparaat Ethernet-netwerkverbindingen ondersteunt en verbonden is
met een Ethernet-netwerk, controleert u of een Ethernet-kabel niet is aangesloten
op de achterkant van het apparaat. Wanneer er een Ethernet-kabel op de
achterkant is aangesloten, wordt de draadloze verbinding uitgeschakeld.
2. Als het HP-apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, drukt u de
draadloze configuratiepagina van het apparaat af. Zie
netwerkconfiguratiepagina begrijpen
▲ Controleer de netwerkstatus en de URL op de afgedrukte pagina:
Netwerkstatus
URL
Controleer of u toegang kunt krijgen tot de EWS (geïntegreerde webserver).
▲ Als u hebt vastgesteld dat de computer en het HP-apparaat beide een actieve
verbinding hebben met een netwerk, kunt u controleren of ze zich allebei ook in
hetzelfde netwerk bevinden. U kunt dat doen door toegang proberen te krijgen tot
246
Onderhoud en problemen oplossen
De
voor meer informatie.
•
Als de netwerkstatus 'Klaar' is, is het
HP-apparaat actief verbonden met
een netwerk.
•
Als de netwerkstatus 'Offline' is, is
het HP-apparaat niet verbonden met
een netwerk. Test het draadloze
netwerk (aan de hand van de
aanwijzingen aan het begin van deze
sectie) en volg eventuele
aanbevelingen op.
De URL die hier wordt weergegeven, is
het netwerkadres dat door uw router aan
het HP-apparaat is toegewezen. Voor het
gebruik van de ingebouwde webserver
hebt u het volgende nodig.