9. Sluit het netsnoer aan en zet het apparaat aan. Het bedieningspaneel moet
aangeven dat de printkop ontbreekt.
10. Plaats de printkop terug in de sleuf met de kleurcode van de printkop (het label op
de printkop moet overeenkomen met het label op de printkopgrendel). Druk de
printkop goed op zijn plaats.
11. Herhaal de stappen, indien nodig, voor de andere printkoppen.
12. Trek de printkopgrendel helemaal naar voren en druk deze omlaag, zodat de
grendel goed wordt vastgezet. Mogelijk moet u druk uitoefenen om de grendel vast
te zetten.
13. Sluit de bovenste klep.
14. Als het bericht op het bedieningspaneel blijft staan, herhaal dan de
reinigingsprocedure voor de printkop die overeenstemt met het bericht.
15. Als het bericht op het bedieningspaneel blijft staan, vervang dan de printkop die
overeenstemt met het bericht.
16. Wacht tot de initialisatie van de printkoppen is voltooid en de testpagina's zijn
afgedrukt. Als de pagina's niet worden afgedrukt, start u het uitlijningsproces
handmatig. Raadpleeg
De printkoppen vervangen
Opmerking Als u wilt weten welke inktpatronen bestemd zijn voor gebruik met
uw printer, raadpleegt u Benodigdheden.
Vervang de printkoppen alleen wanneer de status van de printkoppen aangeeft dat
de printkoppen moeten worden vervangen. Zie
controleren
1. Open de bovenklep.
2. Als de wagen niet automatisch naar links beweegt, druk dan gedurende vijf
seconden op de knop OK. Wacht tot de wagen stilstaat.
3. Til de printkopgrendel omhoog.
De printkoppen uitlijnen
voor meer informatie.
voor meer informatie.
De status van de printkoppen
De printkoppen onderhouden
197