Hoofdstuk 10
3. Selecteer Geavanceerde installatie en vervolgens Verbindingssnelheid.
4. Druk op het getal naast de verbindingssnelheid van uw netwerkhardware:
•
1. Automatisch
•
2. 10-Full
•
3. 10-Half
•
4. 100-Full
•
5. 100-Half
IP-instellingen bekijken
•
Kleurenscherm: Om het IP-adres van het apparaat vanaf het bedieningspaneel te
bekijken, drukt u op de knop
selecteert u Netwerkinstellingen weergeven, en selecteer u ofwel Overzicht
vaste verbinding weergeven of Overzicht draadloze verbinding weergeven.
•
Uitleesvenster met 2 regels: Als u het IP-adres van het apparaat wilt bekijken,
moet u de netwerkconfiguratiepagina afdrukken. Raadpleeg
netwerkconfiguratiepagina begrijpen
•
Netwerkwerkset (Windows): Op het tabblad Netwerkinstellingen, klikt u op het
tabblad Vast of Draadloos (afhankelijk van de huidige verbinding), en klikt u
vervolgens op IP-instellingen.
IP-instellingen wijzigen
De standaard-IP-instelling is Automatisch (het IP-adres wordt automatisch ingesteld).
Als u een ervaren gebruiker bent, kunt u echter de instellingen van het IP-adres, het
subnetmasker of de standaardgateway handmatig wijzigen.
Let op Wees voorzichtig als u handmatig een IP-adres toewijst. Als u tijdens de
installatie een ongeldig IP-adres opgeeft, kunnen de netwerkonderdelen geen
verbinding maken met het apparaat.
1. Druk op Installatie.
2. Selecteer Netwerk, en klik op OK.
3. Selecteer achtereenvolgens Geavanceerde instellingen, IP-instellingen en
Handmatige IP-instellingen.
4. Druk op het cijfer naast de IP-instelling:
•
1. IP-adres
•
2. Subnetmasker
•
3. Standaardgateway
5. Voer de wijzigingen in en druk op Gereed.
Het apparaat configureren voor faxen
Nadat u alle stappen uit de beknopte gebruikershandleiding hebt uitgevoerd, kunt u
met behulp van de instructies in dit gedeelte het installeren van de fax voltooien.
Bewaar de beknopte gebruikershandleiding zorgvuldig, zodat u deze in de toekomst
kunt raadplegen.
138
Configureren en beheren
(Setup), selecteert u vervolgens Netwerk,
voor meer informatie.
De