Download Print deze pagina

HP OFFICEJET PRO 8500 Gebruikershandleiding pagina 173

Advertenties

Kies de installatieoptie voor het type netwerk waarover u beschikt:
Netwerktoestand
Peer-to-peer en netwerkverbinding
Lokaal gedeeld apparaat
Serververbinding
Type setup
Elke computer is verbonden met het apparaat
met een vaste of draadloze
netwerkverbinding. Er is geen toegewezen
printserver. Installeer de software op de
computers die het apparaat zullen gebruiken.
Zie
Het apparaat installeren op een netwerk
voor meer informatie.
1. Clientcomputer A
2. HP-apparaat
3. Clientcomputer B
4. Netwerkserver
5. Router/hub
Eén computer wordt gebruikt als printserver
(Client A). Het apparaat is via een USB-kabel
rechtstreeks op de computer aangesloten.
Client A deelt het apparaat. Client B kan het
gedeelde apparaat installeren en naar dit
apparaat afdrukken. Clientcomputers kunnen
alleen afdrukken op het apparaat. Installeer
de software van het apparaat op de server,
en installeer vervolgens de software van het
apparaat op de clientcomputer. Zie
apparaat installeren op een netwerk
software van het apparaat installeren op
clientcomputers
voor meer informatie.
1. Clientcomputer A
2. USB-aansluiting
3. HP-apparaat
4. Clientcomputer B
5. Netwerkserver
6. Router/hub
De netwerkserver wordt gebruikt als
printserver, en het apparaat is via een USB-
kabel rechtstreeks aangesloten. Het
geïnstalleerde apparaat wordt gedeeld.
Andere computers op het netwerk kunnen het
gedeelde apparaat installeren. De
netwerkbeheerder kan de naam van het
apparaat hebben gewijzigd. Clientcomputers
kunnen alleen afdrukken op het apparaat.
Installeer de printersoftware op de server en
vervolgens op de clientcomputers Zie
apparaat installeren op een netwerk
software van het apparaat installeren op
clientcomputers
voor meer informatie.
1. Netwerkserver
2. USB-aansluiting
3. HP-apparaat
4. Clientcomputer A
Het apparaat configureren (Windows)
Het
en
De
Het
en
De
169

Advertenties

loading